Je weet wat chromosomen zijn en dat ze in paren voorkomen
Je kunt het verschil tussen mitose en meiose benoemen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
leerdoelen
Je herkent de verschillende organisatieniveaus
Je weet wat chromosomen zijn en dat ze in paren voorkomen
Je kunt het verschil tussen mitose en meiose benoemen
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Uitleg organisatieniveaus
Organen benoemen van de torso met werkblad
Uitleg mitose en meiose
Maken test jezelf bs (1,2,3) 4,5,6 van boek 3A Hoofdstuk 1
Slide 2 - Tekstslide
klascodes
607408 1487814
Slide 3 - Tekstslide
Organisatieniveau van groot naar klein
A
organenstelsel- orgaan - weefsel - cel - organel
B
organenstelsel- orgaan - weefsel - organel - cel
C
orgaan - organenstelsel - weefsel - cel - organel
D
orgaan - organenstelsel - weefsel - organel - cel
Slide 4 - Quizvraag
Verteringsstelsel
Zenuwstelssel
Bloedvatenstelsel
Ademhalingsstelsel
Spierstelsel
Slide 5 - Sleepvraag
weefsel
meerdere cellen met dezelfde vorm en functie
Slide 6 - Tekstslide
weefsel
weefsel
weefsel
weefsel
weefsel
orgaanstelsel
orgaanstelsel
cel
cel
cel
cel
cel
orgaan
orgaan
orgaan
orgaan
organisme
organisme
Slide 7 - Sleepvraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
mitose en meiose
mitose = gewone celdeling voor groei en herstel (kopie)
meiose = het maken van geslachtscellen (:2)
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Slide 17 - Video
Geslachtscellen van de mens bevatten
A
23 chromosomen
B
34 chromosomen
C
46 chromosomen
D
92 chromosomen
Slide 18 - Quizvraag
Elke lichaamscel van de mens bevat
A
23 Chromosomen
B
34 Chromosomen
C
46 Chromosomen
D
92 Chromosomen
Slide 19 - Quizvraag
Bij katten bevatten de zaadcellen 19 chromosomen. Hoeveel chromosomen bevatten de eicellen van katten?
A
19 chromosomen
B
9,5 chromosomen
C
38 chromosomen
D
190 chromosomen
Slide 20 - Quizvraag
Welke geslachtschromosomen kunnen niet voorkomen
A
lichaamscel
B
Geslachtscel
Slide 21 - Quizvraag
Bij ratten bevatten lichaamscellen 12 paar chromosomen. Hoeveel chromosomen bevatten de eicellen van ratten?
A
12 chromosomen
B
24 chromosomen
C
6 chromosomen
D
3 chromosomen
Slide 22 - Quizvraag
Bij tijgers hebben zaadcellen 20 chromosomen. Hoeveel chromosomen hebben de oogcellen van tijgers?
A
20 chromosomen
B
40 chromosomen
Slide 23 - Quizvraag
Welke cellen hebben geen paren chromosomen maar enkele chromosomen in de celkern?
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen
Slide 24 - Quizvraag
Als de lichaamscellen van een olifant 66 chromosomen bevatten.
A
bevat zijn huidcel
33 chromosomen
B
bevat zijn eicel
33 chromosomen
C
bevat zijn zaadcel
66 chromosomen
Slide 25 - Quizvraag
Welke geslachtschromosomen kunnen niet voorkomen
A
Man
B
Vrouw
Slide 26 - Quizvraag
Het X-chromosoom en Y-chromosoom zijn
A
Geslachtschromosomen
B
Geslachtscellen
Slide 27 - Quizvraag
Welke geslachtschromosomen heeft een man?
A
XX
B
XY
Slide 28 - Quizvraag
Zitten er in een spiercel geslachtschromosomen?
A
Ja, er zit 1 geslachts-chromosoom in
B
Nee, er zitten geen geslachtschromosomen in
C
Ja, er zit een geslachts-chromosomenpaar in
Slide 29 - Quizvraag
Een zaadcel kan de volgende geslachtschromosomen hebben
A
X
B
X en Y
C
Y
Slide 30 - Quizvraag
Zitten er in een spiercel geslachtschromosomen?
A
Ja, er zit 1 geslachts-chromosoom in
B
Nee, er zitten geen geslachtschromosomen in
C
Ja, er zit een geslachts-chromosomenpaar in
Slide 31 - Quizvraag
Hoeveel geslachtschromosomen heeft een levercel van de mens?
A
0
B
1
C
2
D
46
Slide 32 - Quizvraag
schrijf op wat het verschil is tussen een geslachtscel en een geslachtschromosoom. Gebruik daarbij de woorden: eicel, zaadcel, x, y en gewone chromosomen