Je weet wat chromosomen zijn en dat ze in paren voorkomen
Je kunt het verschil tussen mitose en meiose benoemen
Je kunt resultaten waarnemen, dit noteren en een conclusie trekken
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
leerdoelen
Je herkent de verschillende organisatieniveaus
Je weet wat chromosomen zijn en dat ze in paren voorkomen
Je kunt het verschil tussen mitose en meiose benoemen
Je kunt resultaten waarnemen, dit noteren en een conclusie trekken
Slide 1 - Tekstslide
Planning
15 min
Uitleg mitose en meiose / gewone chromosomen en geslachtschromosomen.
15 min
opdrachten lessonup
15 min
Bekijken tuinkers
15 min
Maken test jezelf bs 4,5,6 van boek 3A Hoofdstuk 1
15 min
werkblad M3 boek A lezen en maken
extra?
opdracht bloemen
Slide 2 - Tekstslide
Organisatieniveau van groot naar klein
A
organenstelsel- orgaan - weefsel - cel - organel
B
organenstelsel- orgaan - weefsel - organel - cel
C
orgaan - organenstelsel - weefsel - cel - organel
D
orgaan - organenstelsel - weefsel - organel - cel
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
mitose en meiose
mitose = gewone celdeling voor groei en herstel (kopie)
meiose = het maken van geslachtscellen (:2)
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Video
Wat is het verschil tussen mitose en meiose?
Slide 11 - Open vraag
Welke geslachtschromosomen kunnen niet voorkomen
A
lichaamscel
B
Geslachtscel
Slide 12 - Quizvraag
Bij tijgers hebben zaadcellen 20 chromosomen. Hoeveel chromosomen hebben de oogcellen van tijgers?
A
20 chromosomen
B
40 chromosomen
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Video
Geslachtscellen van de mens bevatten
A
23 chromosomen
B
34 chromosomen
C
46 chromosomen
D
92 chromosomen
Slide 15 - Quizvraag
Elke lichaamscel van de mens bevat
A
23 Chromosomen
B
34 Chromosomen
C
46 Chromosomen
D
92 Chromosomen
Slide 16 - Quizvraag
Bij katten bevatten de zaadcellen 19 chromosomen. Hoeveel chromosomen bevatten de eicellen van katten?
A
19 chromosomen
B
9,5 chromosomen
C
38 chromosomen
D
190 chromosomen
Slide 17 - Quizvraag
Bij ratten bevatten lichaamscellen 12 paar chromosomen. Hoeveel chromosomen bevatten de eicellen van ratten?
A
12 chromosomen
B
24 chromosomen
C
6 chromosomen
D
3 chromosomen
Slide 18 - Quizvraag
Welke cellen hebben geen paren chromosomen maar enkele chromosomen in de celkern?
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen
Slide 19 - Quizvraag
Als de lichaamscellen van een olifant 66 chromosomen bevatten.
A
bevat zijn huidcel
33 chromosomen
B
bevat zijn eicel
33 chromosomen
C
bevat zijn zaadcel
66 chromosomen
Slide 20 - Quizvraag
Welke geslachtschromosomen kunnen niet voorkomen
A
Man
B
Vrouw
Slide 21 - Quizvraag
Het X-chromosoom en Y-chromosoom zijn
A
Geslachtschromosomen
B
Geslachtscellen
Slide 22 - Quizvraag
Welke geslachtschromosomen heeft een man?
A
XX
B
XY
Slide 23 - Quizvraag
Zitten er in een spiercel geslachtschromosomen?
A
Ja, er zit 1 geslachts-chromosoom in
B
Nee, er zitten geen geslachtschromosomen in
C
Ja, er zit een geslachts-chromosomenpaar in
Slide 24 - Quizvraag
Een zaadcel kan de volgende geslachtschromosomen hebben
A
X
B
X en Y
C
Y
Slide 25 - Quizvraag
Zitten er in een spiercel geslachtschromosomen?
A
Ja, er zit 1 geslachts-chromosoom in
B
Nee, er zitten geen geslachtschromosomen in
C
Ja, er zit een geslachts-chromosomenpaar in
Slide 26 - Quizvraag
Hoeveel geslachtschromosomen heeft een levercel van de mens?
A
0
B
1
C
2
D
46
Slide 27 - Quizvraag
schrijf op wat het verschil is tussen een geslachtscel en een geslachtschromosoom. Gebruik daarbij de woorden: eicel, zaadcel, x, y en gewone chromosomen