hst 5 Licht Herhaling

Vandaag
Herhaling
H5.1 Licht, schaduw en spiegels
H5.2 Van infrarood tot ultraviolet
H5.3 Beelden maken met een lens
H5.4 Oog en bril




1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Herhaling
H5.1 Licht, schaduw en spiegels
H5.2 Van infrarood tot ultraviolet
H5.3 Beelden maken met een lens
H5.4 Oog en bril




Slide 1 - Tekstslide

Licht, schaduw en spiegels

  • Lichtstralen teken je als rechte lijnen en een pijl geeft de richting aan.
  • Je hebt diffuse terugkaatsing
     en lichtbundels




  • De schaduw van een voorwerp teken je
    door randstralen te tekenen en het gebied
    tussen de randstralen te arceren (=schaduw)
     

Slide 2 - Tekstslide

De spiegelwet kunnen toepassen

  • Een lichtstraal dat op een voorwerp valt kaatst altijd via de spiegelwet terug.
  •  Spiegelwet: 

Slide 3 - Tekstslide

Tekenen gezichtsveld van een spiegel

  • Een spiegelbeeld is een virtueel beeld en ligt even ver achter de spiegel als het voorwerp voor de spiegel.

  • Je kunt met de spiegelwet het gezichtsveld
     van een spiegel bepalen.

  • Vergeet de normaal niet! 

Slide 4 - Tekstslide

Ultraviolet straling (UV-straling)

Zorgt ervoor dat je bruin wordt => Ioniserend
Gaat niet door glas
Voorbeelden:
  • Bijen zien UV straling.
  • Wordt tegen gehouden door atmosfeer (ozonlaag, wolken...)
  • UV kan stoffen laten oplichten
Infrarood straling (IR-Straling)

Ook warmtestraling genoemd.
Gaat wel door glas!
Voorbeelden:
  • Zonlicht, hete kachel, mens
  • Warmtelamp
  • Afstandsbediening van TV,
  • Ratelslang om prooi in donker waar te nemen

Slide 5 - Tekstslide

Weerkaatsing kleuren
Rood licht           Groen licht        Blauw Licht

Slide 6 - Tekstslide

Beelden maken met een lens

  • Een lens is een schijfje glas dat licht breekt.







  •  Met een positieve lens kun je een reëel beeld vormen op een scherm (beamers, camera's)

Slide 7 - Tekstslide

Construeren beeld
Gebruik hiervoor
de twee 
constructiestralen!
  1. Recht door midden
  2. evenwijdig tot
        lens, daarna door
        brandpunt


Slide 8 - Tekstslide


1 Teken de lens, het voorwerp, de hoofdas en de brandpunt
2 Teken een rechte lichtstraal door het midden van de lens
3 Teken een lichtstraal evenwijdig aan de hoofdsas en dan door brandpunt achter de lens
Op het snijpunt van de lichtstralen komt je beeld.
Stappenplan Beeld construeren positieve lens

Slide 9 - Tekstslide

Oog en bril

  • Belangrijke onderdelen van het oog:




  • Iris --> licht regulatie
  • Oog heeft een positieve lens
  • Accommoderen = boller of platter
                                         worden van de ooglens
  • bolle lens = dichtbij kijken, platte lens = ver weg kijken 

Slide 10 - Tekstslide

Bijziend
  •  De ooglens is te sterk
  • Hierdoor kan je voorwerpen in de verte slecht zien
  • Je hebt een negatieve lens nodig
  • veelal jongeren

Slide 11 - Tekstslide

Verziend
  • De ooglens is te zwak
  • Je kan voorwerpen vlakbij slecht zien
  • Je hebt een positieve lens nodig
  • Veelal ouderen

Slide 12 - Tekstslide

Het object uit de afbeelding is een .......
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Geen lichtbron

Slide 13 - Quizvraag

In de afbeelding zie je een voorbeeld van......
A
Direct licht
B
Indirect licht

Slide 14 - Quizvraag

Metalen glanzen van nature. Metalen kaatsen.....
A
Diffuus terug
B
Spiegelend terug

Slide 15 - Quizvraag

De normaal maakt een hoek van ....... graden met de spiegel
A
0 graden
B
45 graden
C
90 graden
D
180 graden

Slide 16 - Quizvraag

Welk nummer geeft de hoek van terugkaatsing weer?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 17 - Quizvraag

Hoe groot is de hoek van inval?

Slide 18 - Open vraag

Bij veel licht is de pupil
A
Groot
B
Klein
C
Licht heeft geen invloed op pupil

Slide 19 - Quizvraag

Wat is constant in de oog ?
A
brandpuntafstand
B
beeldafstand

Slide 20 - Quizvraag

Hoe heet het als de spiertjes rondom de lens de lens verstellen?
A
Revalideren
B
Accommoderen
C
Adapteren
D
Corrigeren

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het probleem als je bijziend bent ?
A
Ooglens is te sterk
B
Ooglens is te zwak

Slide 22 - Quizvraag

Zelfstandig aan het werk
Maak de diagnostische toets van H5


Tijdens het maken van de D-toets is het stil in de klas!

Slide 23 - Tekstslide

Hoe sterk is een lens als de brandpuntafstand 35 cm is?
A
0,029
B
0,29
C
2,9
D
29

Slide 24 - Quizvraag