REK, P2, liter en dm3, ml en cm3 voorbeelden stuva versie 1

les-informatie
lesdoel   uitleggen / oefenen / toetsen

past bij   ffRekenen mbo 2

auteur   MB
datum   januari 2023

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

les-informatie
lesdoel   uitleggen / oefenen / toetsen

past bij   ffRekenen mbo 2

auteur   MB
datum   januari 2023

Slide 1 - Tekstslide

voorbereiding voor de docent
kopiëren - stappenplan
             - oefeningen inhoud

Slide 2 - Tekstslide

stappenplan aanpak contextopgaven
uitdelen stappenplan

bespreken

uitdelen oefeningen

behandelen oefening 1 per stap

Slide 3 - Tekstslide

oefenen met de aanpak van context-opgaven
tekst en rekenen
A. de opgave splitsen in info en vraag
1- Welke gegevens zijn er in de info-tekst en de afbeelding?
2- Welke gegevens zijn er in de vraag?
3- Wat moet ik doen bij de vraag?
B. nadenken over een oplossing
4- Welke berekeningen kunnen bij de info en de vraag passen?
C. 5- de berekening(en) maken
D. 6- controleren of het zou kunnen wat ik heb uitgerekend

Slide 4 - Tekstslide

stappenplan aanpak contextopgaven
uitdelen stappenplan

bespreken

uitdelen oefeningen

behandelen oefening 1 per stap

Slide 5 - Tekstslide

stap A1.1 Lees en bekijk de afbeelding. Geef nog geen reactie.
Bedenk welke onbekende woorden je hier moet opzoeken.

Slide 6 - Tekstslide

A. de opgave splitsen in info en vraag
1- Welke gegevens zijn er in de info-tekst en de afbeelding?
2- Welke gegevens zijn er in de vraag?
info
2 druppeltjes
kubieke meter
vervuilen
vraag
liter
3 druppels
vervuild

Slide 7 - Tekstslide

A 3- Wat moet ik doen bij de vraag?
de vraag luidt:
Hoeveel liter water wordt 
er vervuild met 3 druppels?

de taak
Hoeveel liter water kan ik 
vervuilen met 3 druppels?

Slide 8 - Tekstslide

B.    4- nadenken over een oplossing
In de info gaat het over      2 druppels en 1 m3.
In de vraag gaat het over   3 druppels en liter.
-Er zijn twee verschillende maten. Daarmee kan ik niet rekenen. Ik moet de maten hetzelfde maken. Omdat er bij het antwoord-hokje 'liter' staat, moet ik van  m3  dus   liters  maken.
-Er zijn twee situaties. In de info gaat het om 2 druppels. In de vraag gaat het om 3 druppels. Het gaat om een verhouding: meer druppels betekent meer water-vervuiling.

Slide 9 - Tekstslide

C 5- de berekeningen maken
  • twee verschillende maten: van m3 naar liter
1 m3 = 1000 liter

  • de verhoudingstabel



druppels
2 druppels
3 druppels
liters
1000 liter
?        liter

Slide 10 - Tekstslide

C 5- de berekeningen maken
  • twee verschillende maten: van m3 naar liter
1m3 = 1000 liter

  • de verhoudingstabel






druppels
2 druppels
1 druppel
3 druppels
liters
1000 L
500 L
1500  Liter

Slide 11 - Tekstslide

D 6- controleren of het antwoord zou kunnen kloppen
In de info staat 2 druppels, in de vraag staat 3 druppels.  
3 is meer dan 2, dus het aantal liter water moet bij 3 druppels meer zijn dan bij 2 druppels.
Bij 2 druppels wordt 1000 liter vervuild.
Bij 3 druppels wordt 1500 liter vervuild.
1500 liter is meer dan 1000 liter, dus het antwoord zou kunnen kloppen.
Als het antwoord kleiner zou zijn dan 1000 L, is het zeker fout.

Slide 12 - Tekstslide

En nu zelf !    Gebruik het stappenplan.

Om de vieze smaak van de medicijn-druppels te verhullen, doet de medewerkster ze in een beetje appelmoes.
Voor 3 druppels medicijn gebruikt ze 10 ml appelmoes.

Hoeveel cm3 appelmoes heeft ze nodig voor 5 druppels?
stap A.1
Bedenk welke onbekende woorden je moet opzoeken & noteren.


Slide 13 - Tekstslide

niet nodig voor de opgave, wel handig voor je woordenschat
verhullen       - verbergen, verstoppen, bedekken
de appelmoes - appels die gekookt zijn en heel klein gemaakt

zelfgemaakte appelmoes               kant-en-klare appelmoes

Slide 14 - Tekstslide

oefenen met de aanpak van context-opgaven
tekst en rekenen
A. de opgave splitsen in info en vraag
1- Welke gegevens zijn er in de info-tekst en de afbeelding?
2- Welke gegevens zijn er in de vraag?
3- Wat moet ik doen bij de vraag?
B. nadenken over een oplossing
4- Welke berekeningen kunnen bij de info en de vraag passen?
C. 5- de berekening(en) maken
D. 6- controleren of het zou kunnen wat ik heb uitgerekend

Slide 15 - Tekstslide

de aanpak van context-opgaven
tekst en rekenen
A. de opgave splitsen in info en vraag
1- Welke gegevens zijn er in de info-tekst en de afbeelding?
2- Welke gegevens zijn er in de vraag?
3- Wat moeten we doen bij de vraag?

1- gegevens in info    3 druppels     10 ml

2- gegevens in vraag  5 druppels    ? cm3

3- taak:   Hoeveel cm3 appelmoes moet zij pakken voor 5 druppels?                      

Slide 16 - Tekstslide

de aanpak van context-opgaven
tekst en rekenen
B. nadenken over een oplossing
4- Welke berekeningen kunnen bij de info en de vraag passen?

  • maten gelijkmaken; naar cm3, want dat staat in de vraag
  • verhoudingstabel met druppels medicijn en cm3 appelmoes

Slide 17 - Tekstslide

de aanpak van context-opgaven
tekst en rekenen
C. 5- de berekening(en) maken
  • 1 ml = 1 cm3    dus     10 ml = 10 cm3
  • verhoudingstabel



druppels medicijn
3 druppels
5 druppels
cm3 appelmoes
10 cm3
?   cm3

Slide 18 - Tekstslide

de aanpak van context-opgaven
tekst en rekenen
C. 5- de berekening(en) maken
  • 1 ml = 1 cm3    dus     10 ml = 10 cm3
  • verhoudingstabel



druppels medicijn
3 druppels
1 druppel
       5 druppels
cm3 appelmoes
10 cm3
3,3333 cm3
16,6666   cm3

Slide 19 - Tekstslide

de aanpak van context-opgaven
tekst en rekenen
D. 6- controleren of het zou kunnen wat ik heb uitgerekend

5 druppels is veel meer dan 3 druppels, dus er moet ook veel meer cm3 appelmoes komen.

10 ml = 10 cm3 voor 3 druppels
16,6666 cm3 voor 5 druppels; dat is veel meer dan 10 cm3  .
Het antwoord zou dus kunnen kloppen.

Slide 20 - Tekstslide

huiswerk voor de volgende keer
Kubieke inhoud
- Liters en kubieke decimeters
- Kubieke meters

Slide 21 - Tekstslide