Leenwoorden en vaagwoorden

Leenwoorden en vaagwoorden
Kyra, Justus, Floor, Rosa en Sara
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leenwoorden en vaagwoorden
Kyra, Justus, Floor, Rosa en Sara

Slide 1 - Tekstslide

Vaagwoorden
Schrijvers gebruiken vaak vage woorden om voorzichtig te zijn, maar dit kan de tekst vaag en abstract maken, en ook snel saai.

Een paar voorbeelden van vage woorden:
- Men ➞ (bv.)  de leraren
- De meeste mensen ➞ (bv.) 1/3 van de groep
- Binnenkort ➞ (bv.) over 2 dagen
- Veel / weinig ➞  (bv.) 6 mensen

Slide 2 - Tekstslide

Leenwoorden
Leenwoorden zijn woorden die overgenomen zijn uit een andere taal. 
De meeste leenwoorden veranderen niet, ze behouden dus de oorspronkelijke vorm. 

Uit leenwoorden ontstaan vreemde woorden en bastaard woorden
Vreemde woorden ➞ (bv.) pizza, punaise
Bastaard woorden ➞ (bv.) biefstuk, commercie

Slide 3 - Tekstslide

Welk rijtje bestaat alleen maar uit leenwoorden?
A
Restaurant, fiets, computer, agenda
B
Café, joggen, pizza, smartphone
C
Appel, tafel, boek, lamp
D
Bureau, taxi, zebra, hotel

Slide 4 - Quizvraag

Welk rijtje bestaat alleen maar uit leenwoorden
A
Telefoon, klok, schilderij, yoga
B
Appel, piano, lamp, tafel
C
Cappuccino, fiets, bureau, tornade
D
Boek, camera, film, thee

Slide 5 - Quizvraag

Mijn vriendin draagt altijd een elegante.........(kimono/blouse) op speciale gelegenheden.

Vul alleen het woord in

Slide 6 - Open vraag

Het leenwoord chocolade is een afkomstig uit het
A
Spaans
B
Italiaans
C
Engels
D
Frans

Slide 7 - Quizvraag

De volgende zinnen woorden 'vaag' door het gebruik van onbepaalde voornaamwoorden. 
Herschrijf de zinnen zodat de zinnen duidelijk worden. 
(Er zijn meerdere goede antwoorden mogelijk.)

Slide 8 - Tekstslide

Er wordt tegenwoordig steeds meer bezuinigd op zorg en onderwijs.

Slide 9 - Open vraag

Tal van mensen hebben een kaartje gekocht voor het concert van Justin Timberlake.

Slide 10 - Open vraag

Bijna iedereen is bereid de problemen op te lossen.

Slide 11 - Open vraag

Men is bang dat de ijsbeer binnen nu en een afzienbare tijd is uitgestorven.

Slide 12 - Open vraag

Ik zal uw vraag zo snel mogelijk proberen te beantwoorden.

Slide 13 - Open vraag