Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H4 Woordenschat Tegenstellingen (herhaling)
1KGT H.4 Woordenschat
Herhaling van woordenschat hoofdstuk 4
Een tegensteling zoeken.
Inclusief uitwerking les 7 blz. 104
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
1KGT H.4 Woordenschat
Herhaling van woordenschat hoofdstuk 4
Een tegensteling zoeken.
Inclusief uitwerking les 7 blz. 104
Slide 1 - Tekstslide
Een tegenstelling
Woorden die elkaars tegenovergestelde zijn, noem je een tegenstelling.
Signaalwoorden als:
echter, toch, maar, daarentegen
en
hoewel
helpen om een tegenstelling te vinden in de zin.
Slide 2 - Tekstslide
Schrijf minimaal 4 signaalwoorden van een tegenstelling op.
Slide 3 - Woordweb
Oefenen
Je krijgt hierna 10 verschillende zinnen.
Noteer van iedere zin het signaalwoord van de tegenstelling.
Slide 4 - Tekstslide
Wat is het signaalwoord in de zin: Hij was te laat, hoewel hij op tijd vertrokken was.
Slide 5 - Open vraag
Wat is het signaalwoord in de zin:
De docent begreep hem wel, maar hij kreeg toch straf.
Slide 6 - Open vraag
Wat is het signaalwoord in de zin:
Ik wilde patat eten, mijn moeder had echter pannenkoeken gebakken.
Slide 7 - Open vraag
Wat is het signaalwoord in de zin:
Ook al doet hij stom, ik vind hem toch aardig.
Slide 8 - Open vraag
Je kunt je niet meer opgeven, daarentegen kun je nog wel op de reservelijst komen.
Slide 9 - Open vraag
Om naar het volgende level te gaan heb ik 10 punten nodig, ik heb er echter 9.
Slide 10 - Open vraag
Op school gaat de tijd heel langzaam, maar in de vakantie juist heel snel.
Slide 11 - Open vraag
Hoewel hij de kleinste is, is hij de snelste.
Slide 12 - Open vraag
Zij lijken uiterlijk veel op elkaar, hun karakter is echter heel verschillend.
Slide 13 - Open vraag
Ik kan je best helpen, toch moet je het dan wel eerst vragen.
Slide 14 - Open vraag
Tot slot
Je krijgt nog een aantal uitdrukkingen met een tegenstelling. Schrijf het juiste woord erachter.
Slide 15 - Tekstslide
Door dik en …….
Slide 16 - Open vraag
Met vallen en ……..
Slide 17 - Open vraag
Van top tot...….
Slide 18 - Open vraag
Vroeg of ……. komt de aap uit de mouw.
Slide 19 - Open vraag
Zij leven samen als kat en …….
Slide 20 - Open vraag
Na veel plussen en ......
Slide 21 - Open vraag
Vroeg of ......
Slide 22 - Open vraag
Lief en ........
Slide 23 - Open vraag
Als water en ...............
Slide 24 - Open vraag
Met een lach en een ...........
Slide 25 - Open vraag
Je bent klaar. Wat moet je na het maken van deze les nog oefenen?
Slide 26 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
H4 Woordenschat Tegenstellingen (herhaling)
Februari 2021
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
H4 Woordenschat Tegenstellingen 1T
December 2020
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
H4 Woordenschat Tegenstellingen (herhaling)
April 2020
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Lezen 3.3 Tegenstellingen
Maart 2022
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Opsomming en tegenstelling
Maart 2024
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Opsomming, reden, tegenstelling
Oktober 2024
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Opsomming, reden, tegenstelling
Januari 2024
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Les 5 - infographic + verwijswoorden
November 2023
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2