Passend Onderwijs in de Kleuterklas

Bijeenkomst 1, thema 1
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsHBOStudiejaar 3

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bijeenkomst 1, thema 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen
  • Je kunt uitleggen wat passend onderwijs inhoudt. 

  • Je kent een paar belemmeringen in de taalontwikkeling van leerlingen.

  • Je doet kennis op over diversiteit in je klas.  

Hoofdstuk twee van het boek 'Rijke taal' wordt behandeld. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over passend onderwijs?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

In het kort
Belangrijke begrippen rondom passend onderwijs in het algemeen:
  • Inclusief onderwijs
  • Differentiatie
  • Individuele leerplannen en een OOP
  • Groepsplan
  • Samenwerking
  • Observatie, evaluatie en reflectie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
  • De docent geeft jullie kaarten met begrippen en omschrijvingen.
  • Koppel de begrippen aan de omschrijvingen. 
  • De antwoorden staan op de volgende dia's. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is passend onderwijs?
Passend onderwijs betekent dat elk kind de ondersteuning en begeleiding krijgt die het nodig heeft om zich optimaal te ontwikkelen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inclusief onderwijs
Inclusief onderwijs houdt in dat kinderen met en zonder beperkingen samen leren en spelen in dezelfde klas.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Differentiatie
Differentiatie betekent dat de leerkracht het onderwijs afstemt op de verschillende behoeften en niveaus van de kinderen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Individuele leerplannen
Individuele leerplannen (handelingsplannen en een OOP*)  worden gebruikt om specifieke doelen en ondersteuning voor individuele kinderen vast te leggen.

* Een OOP is een ontwikkelingsperspectief. De leraar (vaak vanaf groep 6/7) omschrijft wat het verwachte uitstroomniveau van de leerling is. De leerling werkt op zijn niveau (vaak een jaar achterstand).

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet er in het ontwikkelingsperspectief (opp) staan?
De verplichte onderdelen van het ontwikkelingsperspectief staan beschreven in de wet en zijn:
  • De verwachte uitstroombestemming van de leerling.
  • De onderbouwing van de verwachte uitstroombestemming van de leerling (met in elk geval een weergave van de belemmerende en bevorderende factoren).

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet er in het ontwikkelingsperspectief (opp) staan?
De verplichte onderdelen van het ontwikkelingsperspectief staan beschreven in de wet en zijn:
  • Een beschrijving van de te bieden ondersteuning en begeleiding en - indien aan de orde - de afwijkingen van het (reguliere) onderwijsprogramma.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepsplan
De leraar omschrijft in een groepsplan per vak de niveaus en onderwijsbehoeften van de leerlingen. Per niveaugroep wordt omschreven wat de aanpak is. Er is ruimte voor evaluatiepunten. De intern begeleider bespreekt met jou de groepsplannen van je groep om de zorg en (de kwaliteit) het onderwijs vast te stellen en te verbeteren. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerking
Samenwerking tussen leerkrachten, ouders en eventuele specialisten is essentieel voor passend onderwijs in de onderbouw. Ouders moet je altijd informeren en betrekken bij besluiten!

Over het algemeen (voorbeeld):
  • Gesprek intern begeleider (en duo-collega) - vb: groepsbespreking.
  • Gesprek ouders en leerling - vb: 10-minutengesprek.
  • Observaties en plan - vb: Horeb, gesprek met de leerling, LVS, groeps- en handelingsplan.
  • Uitvoering en evaluatie - vb: groepsbespreking en oudergesprek.
  • Hulp ondersteuningsteam van de vereniging - vb: klassenbespreking, sot - overleg.
  • Gesprekken met alle betrokkenen - vb: gesprek ouders, kind, experts, ib 'er en directie.
  • Aanvraag zorg - vb: met diverse formulieren zorg vragen bij vereniging, school en expertisecentrum.


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observatie en evaluatie
Door middel van observatie en evaluatie kan de leerkracht de voortgang van de kinderen volgen en eventuele aanpassingen maken.

Middelen:
  • Toetsen
  • Werk van leerlingen
  • Gesprekken met leerlingen
  • Observaties

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflectie
Reflectie is belangrijk om het onderwijs continu te verbeteren en te zorgen dat elk kind zich optimaal kan ontwikkelen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Model
Aanpak: niveaugroepen
  • Groep I + / I / II: plus
  • Groep II / III: basis
  • Groep: IV / V: zorg

Nadelen: vraagt veel van de leraar en leerlingen kunnen lang in hun groep blijven zitten. 

  • Iedere leerlingen heeft baat bij een rijke taalomgeving.

  • Denk aan: instructie, pre-teaching, re-teaching, interactie, taakintegratie, wereldoriëntatie en taal, rijke teksten, uitdaging, samen leren, samenhang tussen de taaldomeinen, veel taal in de omgeving, experimenteren, nieuwsgierigheid en motivatie bevorderen, zelf laten leren en ontdekken, feedback, veel voorlezen, hoge verwachtingen en voordoen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Deze leerlingen hebben moeite met taal. Spraakproblemen, moeite met communiceren, concentratieproblemen, faalangst en lage woordenschat.
A
Dyslexie
B
TOS
C
NT2

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een hardnekkig probleem in het aanleren van accuraat en vlot lezen en/of spellen op woordniveau dat niet het gevolg is van omgevingsfactoren en/of een lichamelijke, neurologische of algemene verstandelijke beperking.
A
Dyslexie
B
TOS
C
NT2

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Overzicht
Hoofdstuk 2. Rijke taal

  • Taalontwikkelingsstoornis (TOS)
  • Dyslexie
  • NT2
  • Meertaligheid
  • Begaafdheid
  • Executieve functies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TOS:

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taalproblemen: TOS
Taalontwikkelingsstoornis (TOS)
Kinderen met een taalontwikkelingsstoornis hebben moeite met taal. Ze hebben vaak problemen met spreken en het begrijpen van de taal. Ook hebben deze kinderen een kleine woordenschat. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taalproblemen: TOS
  • De leerling spreekt in korte, kromme zinnen.
  • De leerling heeft moeite met het vinden van de juiste woorden; hij kan niet goed zeggen wat hij voelt.
  • De leerling geeft andere antwoorden op je vraag dan je verwacht.
  • De leerling begint een gesprek niet uit zichzelf.
  • De leerling is niet altijd goed te verstaan.
  • De leerling begrijpen is lastig. De leerling begrijpt anderen ook niet altijd.
  • Er is regelmatig een conflict of misverstand met vriendjes en klasgenoten.
  • De leerling heeft moeite om de aandacht vast te houden.
  • Mondelinge opdrachten voert de leerling niet goed uit.
  • De leerling vindt het moeilijk om een verhaal te vertellen.


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taalproblemen: TOS
Auris, Kentalis, VierTaal en Vitus Zuid werken samen aan een overzicht van ondersteuningsmogelijkheden voor leerlingen die doof of slechthorend zijn of met een taalontwikkelingsstoornis. 

Website: https://simea.nl/homepage 

Documentaire over TOS:
https://www.rtvutrecht.nl/tv/aflevering/docu/RTVU_3461769_20221011130000



Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Dyslexie
Dyslexie is een specifieke leerstoornis die zich kenmerkt door een hardnekkig probleem in het aanleren van accuraat en vlot lezen en/of spellen op woordniveau dat niet het gevolg is van omgevingsfactoren en/of een lichamelijke, neurologische of algemene verstandelijke beperking (SDN et.al. 2016).
 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Dyslexie
In de kleuterklas kun je signaleren! Gebruik het protocol leesproblemen en dyslexie voor groep 1 en 2 (3-8).

Belangrijke voorspellers van lees- en spellingproblemen zijn genetische factoren, spraak-taalontwikkeling, fonologisch en fonemisch bewustzijn en letterkennis.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dyslexie
Signaleringslijst voor kleuters:
  • Dyslexie in de familie.
  • Vertraagde spraak-  en taalontwikkeling.
  • Onvoldoende beheersing van het Nederlands als gevolg van meertaligheid.
  • Hoorproblemen.
  • Logopedie i.v.m. spraak- en taalproblemen.
  • Problemen met het leren en snel benoemen van kleuren.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dyslexie
  • Spraaktaalproblemen, waaronder het slecht uitspreken van woorden, moeite met het maken van zinnen, articuleren en een trage spraakontwikkeling zijn risicofactoren. 
  • Moeite met het onthouden van letters en namen. 
  • Moeilijkheden met het onthouden en ophalen van de dagen in de week.
  • Ordeningsproblemen (bijvoorbeeld objecten in een juiste ordening plaatsen).
  • Problemen met de woordvinding.



Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat helpt?
  • Voldoende tijd en aandacht besteden aan mondelinge taal, woordenschat, fonologisch en fonemisch bewustzijn en letterkennis!

  • Zorgen voor rijk taalonderwijs voor alle leerlingen.

  • Verrijkingsstof niet zoeken in cursorische vaardigheden zelf, maar in inhouden: gemotiveerd lezen en schrijven.

  • Samenwerking met RID of  Braams.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb ervaring met nt2-leerlingen
Ja
Nee

Slide 36 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Nederlands als tweede taal
  • Het Nederlandse onderwijs lijkt onvoldoende toegerust voor NT2-leerlingen.
  • In vergelijking tot andere landen minder begeleiding.
  • Gebruik van vaak verouderde methodes.
  • Nadruk op instrumentele vaardigheden en deeltaalvaardigheidsonderwijs, minder op begrip.
  • Gedachte dat een tweede taal expliciet moet worden aangeleerd.
  • Belangrijk: rijk taalaanbod.
  • Belangrijk: hoge verwachtingen en veel ondersteuning.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Podcast NT2
Didactische tips:
  • Plezier in je les en liefde voor taal.
  • Goede voorbereiding.
  • Flexibel zijn en een open houding hebben. 
  • Contact maken met je leerlingen (en ouders).
  • Een goede leeromgeving creëren. 
  • Interesse tonen, starten vanuit interesse.
  • Balans tussen activiteiten lezen, spreken, schrijven en luisteren. Oog hebben voor techniek. 
  • Lesplan overboord gooien. Inspelen op je groep. 
  • Voor ogen houden: Wat doe ik? Wat doen de leerlingen? Leren de kinderen Nederlands? 
  • Voorlezen.
  • Zelf laten lezen en de tekst bespreken.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Podcast NT2
Didactische tips:
  • Aandacht voor woordenschat in de klas!
  • Ken je klas en doelgroep.
  • Aansluiten op interesses en belevingswereld. 
  • Vragen wat leerlingen willen leren in het Nederlands.
  • Vragen wat leerlingen willen kunnen in het Nederlands.
  • Vragen wat leerlingen moeilijk vinden en hoe jij ze kunt helpen. 
  • Input van de leerlingen gebruiken in je lessen. 
  • Ken je leerstof, ken je leerlingen en houd van je vak en leerlingen.
  • Observeer wat een leerling zegt en doet en hoe hij een woord leest. 

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Podcast NT2
Didactische tips:
  • Rekening houden met wat een leerling hoort en ziet.
  • Probeer eenvoudig te spreken; hoofdzinnen en transparante woorden. 
  • Leerlingen de ruimte geven om hun leerproces te sturen en controleren. 
  • Geef leerlingen criteriapunten die ze kunnen gebruiken om zichzelf te controleren. 
  • Veel aandacht besteden aan luisteren (luisteren: wat hoor ik? checken: wat had ik moeten verstaan?).
  • Werk praktijkgericht: wat is het dagelijks leven van je leerlingen? Maak de transfer: onderwijs en het leven van je leerlingen verbinden.
  • Nederlands spreken.
  • Zorgen voor afwisseling, herhaling en leerlingen de tijd geven om te leren.
  • Interactie in je les. Leerlingen veel laten praten. 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moeten ouders van nt2-leerlingen in hun eigen taal met hun kinderen communiceren en lezen?
Ja
Nee

Slide 42 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Meertaligheid
  • Meertaligheid is een voordeel, een groot cadeau!
  • De eigen taal draagt bij aan het leren van een nieuwe taal.
  • Beheersing van de thuistaal is een significante voorspeller van schoolsucces.
  • Gedachte dat ouders thuis Nederlands moeten spreken is achterhaald.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Meertaligheid
Prentenboeken in je klas voor leerlingen met een andere taal. 

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Begaafde leerlingen
  • Vroege taalontwikkeling
  • Begrijpen al vroeg complexe taal
  • Soms vroeg lezen
  • Minder oefening nodig bij cursorische vaardigheden (hoewel automatisering een probleem kan zijn)


Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Executieve functies
Executieve functies: het kunnen sturen van de aandacht
  • Het vermogen om afleiding te kunnen onderdrukken.
  • Het vermogen om informatie vast te kunnen houden in het kortetermijngeheugen.
  • Het vermogen om je te kunnen richten op een taak.

Oorzaken:
  • Thuis (het hoofd van leerlingen zit te vol).
  • Oninteressant aanbod.
  • Benadrukken van fouten.
  • Te weinig structuur.



Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooruitblik
In bijeenkomst 2: 
In gesprek over visie op taalonderwijs en de taalproblemen in je klas. 

Lezen:
  • Reader
  • Literatuur onderbouw
  1. Rijke taal - hoofdstuk 1
  2. Rijke taal - paragraaf 2.1. en 3.1

Doel: je bent goed voorbereid op bijeenkomst 2, je leert meer over taalproblemen en het hebben van een visie op taalonderwijs.








Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooruitblik
In je stage:
Ga in gesprek met je werkplekbegeleider (en intern begeleider) over het taalonderwijs in je klas. Zijn er taalproblemen in je klas? Welke? Wat wordt er nu gedaan? Welke vragen heeft je werkplekbegeleider (en intern begeleider)? Hoe worden de leerlingen nu geholpen? Hoe wordt er goed taalonderwijs aan ieder kind gegeven? Hoe is de samenwerking met ouders en experts? Hoe denken je werkplekbegeleider (en intern begeleider) over goed taalonderwijs? Wat is dat? 

Doel: je kunt de taalproblemen in je klas omschrijven. 






Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooruitblik
Bekijk en luister naar:
  • De documentaire
  • De filmfragmenten
  • De links
  • De podcast

Doel:  je weet meer over TOS, NT2 en meertaligheid en diverse middelen die je kunt gebruiken in je klas. 






Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 1 of 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 53 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.