Zelfstandig en hulpwerkwoord

Wat is het zelfstandig werkwoord in deze zin?

Ik zou wel graag een taart willen bakken.
ZWW
zou
willen
bakken
1 / 27
volgende
Slide 1: Sleepvraag
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat is het zelfstandig werkwoord in deze zin?

Ik zou wel graag een taart willen bakken.
ZWW
zou
willen
bakken

Slide 1 - Sleepvraag

Kan je meer zelfstandige werkwoorden in een zin hebben?
A
ja
B
nee

Slide 2 - Quizvraag

Kan je meer hulpwerkwoorden in een in hebben?
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quizvraag

Zww en hww
zww is het belangrijkste ww in de zin.
hww  zijn alle ww in de zin

Slide 4 - Tekstslide

Verdwijnproef
Om de testen welk ww het belangrijkst is zet het ww als pv in de zin. Je zet er geen andere ww bij.
Klopt de zin?
Dan is het werkwoord dat je als pv hebt gebruikt zww

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld
Mijn ouders zouden afgelopen zomer  hebben rondgereisd door Amerika.
  • Mijn ouders zouden afgelopen zomer door Amerika.
  • Mijn  ouders hebben afgelopen zomer door Amerika.
  • Mijn ouders reisden afgelopen zomer rond door Amerika.

Slide 6 - Tekstslide

Welk werkwoord is het belangrijkst in de voorbeeldzin?
A
zouden
B
hebben
C
rondgereisd

Slide 7 - Quizvraag

Welke werkwoorden heb je gebruikt om meer werkwoorden in je zin te hebben?

Slide 8 - Open vraag

Werkwoordsvorm
bij 2 ww in de zin

Slide 9 - Woordweb

Maak een zin met de 'de trainer' en 'mijn broer' met 1 ww.

Slide 10 - Open vraag

Maak een zin met de 'de trainer' en 'mijn broer' met 2 ww.

Slide 11 - Open vraag

Maak een zin met de 'de trainer' en 'mijn broer' met 3 ww.

Slide 12 - Open vraag

De toets is verplaatst naar de volgende week woensdag
HWW
ZWW
is
verplaatst

Slide 13 - Sleepvraag

Gelukkig kunnen ze mijn laptop repareren.
HWW
ZWW
kunnen
repareren

Slide 14 - Sleepvraag

Morgen komt de poes van mijn tante bij ons logeren.
HWW
ZWW
komt
logeren

Slide 15 - Sleepvraag

Wat is het zww in zin 4?
A
is
B
opgehaald

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het hww in zin 5?
A
worden
B
gebouwd

Slide 17 - Quizvraag

Hoeveel hww staan er in zin 6?
A
Geen
B
Eén
C
Twee
D
Drie

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het zww in zin 6?
A
zou
B
afgeleverd
C
zijn

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het hww in zin 7?

Slide 20 - Open vraag

Wat is het zww in zin 8?

Slide 21 - Open vraag

Typ over en vul in voor zin 9:
hww:
zww:

Slide 22 - Open vraag

Typ over en vul in voor zin 10:
hww:
zww:

Slide 23 - Open vraag

Ik weet nu wat een zelfstandig werkwoord is.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Ik weet nu hoe ik een zelfstandig werkwoord vind in de zin.
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Ik weet nu wat een hulpwerkwoord is.
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Ik weet nu hoe ik een hulpwerkwoord vind in de zin.
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll