Lees tekst 4 'Leven zonder gedoe' (deze kun je vinden op de studiewijzer bij periode 4) en maak de volgende vragen.
Vergeet niet om je antwoorden te bewaren als je klaar bent.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Oefentoets tekstbegrip V5 -
les 3
Lees tekst 4 'Leven zonder gedoe' (deze kun je vinden op de studiewijzer bij periode 4) en maak de volgende vragen.
Vergeet niet om je antwoorden te bewaren als je klaar bent.
Slide 1 - Tekstslide
1) Aan welke formulering herken je het oorzaak-gevolgverband in alinea 2?
Slide 2 - Open vraag
2) Wat is het onderwerp van tekst 4?
Slide 3 - Open vraag
3) Uit welke alinea(’s) bestaat de inleiding van tekst 4?
Slide 4 - Open vraag
4) Uit welke alinea(’s) bestaat het slot van tekst 4?
Slide 5 - Open vraag
5) Met welke alinea begint deel 2 Afwijking van de norm?
Slide 6 - Open vraag
6) Met welke alinea begint deel 3 Bewuste beslissing?
Slide 7 - Open vraag
7) Met welke alinea begint deel 4 Idee en praktijk?
Slide 8 - Open vraag
8) Welke functie hebben alinea 4, 5, 6 en 7 samen ten opzichte van alinea 2 en 3? Kies een van de bovenstaande functiewoorden.
Slide 9 - Open vraag
9) ‘Ook de conservatieve sociologen zien hun vrees bevestigd.’ (al. 8) Waar zijn de sociologen bang voor?
Slide 10 - Open vraag
10) ‘De problematisering van de single is niets nieuws onder de zon, […].’ (al. 9) Wat bedoelt Ariadne Schmidt met deze uitspraak? Gebruik voor je antwoord maximaal 45 woorden.
Slide 11 - Open vraag
11) ‘… want doorgaans geldt in de beeldvorming dat het geluk van de alleenstaande broos is.’ (al. 10) Vind je dat de voorbeelden die daarna in alinea 10 genoemd worden, deze uitspraak goed illustreren? Licht je antwoord toe.
Slide 12 - Open vraag
12) Welk signaalwoord voor een tegenstelling herken je in alinea 11?
Slide 13 - Open vraag
13) Welke tegenstelling wordt er met dit signaalwoord aangegeven? Gebruik voor je antwoord maximaal 35 woorden.
Slide 14 - Open vraag
14) Wat wordt bedoeld met ‘het sociale vangnet’? (al. 12) Gebruik voor je antwoord maximaal 30 woorden.
Slide 15 - Open vraag
15) Geef de argumentatie uit alinea 13 met als standpunt ‘Het ‘bowling alone’-verhaal klopt niet’ weer in een argumentatiestructuur. Teken de argumentatiestructuur en voeg de foto hiervan toe.
Slide 16 - Open vraag
16) Welke functie heeft alinea 15 ten opzichte van de alinea’s 8 tot en met 14? Kies uit:
A
Afweging
B
Conclusie
C
Samenvatting
D
Toelichting
Slide 17 - Quizvraag
17) 17 ‘Maar het zijn juist de minder flitsende types in Going Solo die je echt iets leren over hoe de moderne mens alleen leeft.’ (al. 16) Welke nieuwe informatie over alleen leven noemt Klinenberg? Noem twee zaken.
Slide 18 - Open vraag
18) Waarmee sluit de auteur de tekst af? Kies uit:
A
met een aansporing
B
met een conclusie
C
met een samenvatting
D
met een toekomstverwachting
Slide 19 - Quizvraag
19) Leg uit waarom de titel ‘Leven zonder gedoe’ enerzijds wel en anderzijds niet goed gekozen is.
Slide 20 - Open vraag
20) In de tekst kunnen meerdere schrijfdoelen onderscheiden worden. Welke combinatie van schrijfdoelen geeft de beste typering? Kies het juiste antwoord en licht het toe met verwijzing naar de tekst:
A
betogen en activeren
B
betogen en beschouwen
C
informeren en activeren
D
informeren en beschouwen
Slide 21 - Quizvraag
21) Welke van de onderstaande zinnen geeft het beste de hoofdgedachte van de hele tekst weer? Kies uit:
A
De groei van het aantal alleenstaanden hangt samen met de sociale verschuivingen in de westerse welvaartsstaten van de afgelopen zestig jaar.
B
Er wordt vaak gedacht dat alleenstaanden een achtergestelde groep vormen die een stem moet krijgen, maar dat beeld is volkomen achterhaald.
C
Hoewel de gangbare norm is dat mensen in gezinsverband leven, kiezen steeds meer mensen ervoor om alleen te leven.
D
In onze samenleving ontstaan door verschillende oorzaken op natuurlijke wijze twee groepen: de ene helft met, de andere helft zonder partner.
Slide 22 - Quizvraag
Lees voor vraag 22 en 23 tekstfragment 1
Slide 23 - Tekstslide
22) De groeiende groep singles leidt tot een maatschappelijk probleem dat wel in tekstfragment 1 wordt genoemd, maar niet in tekst 4. Welk probleem is dat?
Slide 24 - Open vraag
23) In alinea 3 van tekstfragment 1 worden drie ontwikkelingen genoemd die te maken hebben met het groeiende aantal alleenstaanden. Welke daarvan is niet in tekst 4 aan de orde geweest?