H6 paragraaf 3 deel 1 en 2

6.3 klimaat en bescherming van de kust
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

6.3 klimaat en bescherming van de kust

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
1.  Huiswerk?
2. Uitleg 6.3 (deel 1)
3. Zelfstandig werken



Slide 2 - Tekstslide

In steden is het over het algemeen... dan op het platteland
A
warmer
B
kouder

Slide 3 - Quizvraag

Herhaling tot zover
Paragraaf 1
- Je weet waardoor de aarde opwarmt.
- Je weet op welke twee manieren CO2-uitstoot verminderd kan worden.
- Je kunt de soorten duurzame energie in Nederland beschrijven.

Paragraaf 2
- Je weet welke veranderingen er zijn in het klimaat (temperatuur, neerslag) van Nederland.
- Je weet welke mogelijke veranderingen (temperatuur, neerslag) er zijn in het toekomstige klimaat in Nederland (kaarten bron 6 en 7).
- Je kent het verband tussen de temperatuur en de hoeveelheid CO2 in de lucht 


Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen deze les
- Je weet waardoor de zeespiegel relatief gezien, stijgt.
- Je kunt beschrijven hoe Nederland zich beschermt tegen de zeespiegelstijging.
- Je weet waardoor de bodem in Nederland daalt.
- Je weet hoe de kust wordt versterkt 

Slide 5 - Tekstslide

- Je weet waardoor de zeespiegel relatief gezien, stijgt.

- Voorlopig zal de opwarming doorgaan en blijft de zeespiegel stijgen, dit door het versterkt broeikaseffect
- Dat komt door het smelten van ijskappen en gletsjers op Groenland en Antarctica. 
- Ook zet het water door de opwarming uit.

Echter, de bodem in Nederland daalt!

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Je kunt beschrijven hoe Nederland zich beschermt tegen de zeespiegelstijging.

Natuurlijk: duinen
Door de mens: dijken, dammen en stormvloedkeringen
Primaire keringen: deze liggen direct aan de grote rivieren, meren of zee

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Hebben wij dit probleem altijd al gehad?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Nederland heeft veel polders, maar wat is een polder eigenlijk?

Slide 12 - Open vraag

Polders
- Land dat door dijken is omringd en waar de mens de waterstand kunstmatig regelt met gemalen (pompen) , is een polder. 
- maar hoe deden ze dit vroeger?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Is de zeespiegelstijging de enige reden dat we natte voeten krijgen?
Door bodemdaling in grote delen van Nederland wordt de situatie gevaarlijker.

De combinatie van bodemdaling en zeespiegelstijging noemen we de relatieve zeespiegelstijging


Slide 15 - Tekstslide


 Relatieve zeespiegelstijging

Slide 16 - Tekstslide

Kennistest

Slide 17 - Tekstslide

Waarmee beschermt Nederland zich tegen het water?
A
Dijken
B
waterkeerkringen
C
Duinen
D
A, B en C zijn goed

Slide 18 - Quizvraag

Waarom beschermt Nederland zichzelf tegen het water?
A
Er is veel water
B
Nederland ligt onder de zeespiegel
C
De zeespiegel stijgt
D
A, B en C zijn goed

Slide 19 - Quizvraag

Bereken de relatieve zeespiegelstijging
timer
0:20
A
C = 4,5 meter
B
C = 2,3 meter
C
C = 2,2 meter
D
C = 6,8 meter

Slide 20 - Quizvraag

Zelfstandig aan de slag
- Werk aan je huiswerk van deze week: paragraaf 3 afmaken
timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Bodemdaling
Waar in Nederland daalt de bodem en waarom daalt de bodem daar?

Slide 24 - Tekstslide

Vanaf hier: extra materiaal

Slide 25 - Tekstslide

6.3 klimaat en bescherming van de kust

Slide 26 - Tekstslide

Lesplanning
1. Terugblik
2. Afronden 6.3 + filmpjes
3. Zelfstandig werken
4. Einde van de les: bespreking

Maandag 31 mei: SO over paragraaf 1 t/m 3 + basisboeknummers

Slide 27 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt enkele voorbeelden van waterkeringen benoemen
- Je kunt uitleggen waarom de bodem in een groot deel van Nederland daalt
- Je kunt uitleggen wat zandsuppletie is en waarom het wordt toegepast

Slide 28 - Tekstslide

Wat is relatieve zeespiegelstijging?
A
De absolute zeespiegelstijging ten opzicht van NAP
B
De zeespiegelstijging ten opzichte van de dijkhoogte
C
De zeespiegelstijging ten opzichte van het land
D
De bodemdaling gecompenseerd door temperatuurverhoging

Slide 29 - Quizvraag

Wat is een polder?
timer
0:20
A
Een stuk land omringd door dijken waarbinnen de waterstand geregeld wordt
B
Een polder is een lager gelegen gebied in hoog Nederland
C
Een polder is een stuk 'wad' in zee die soms droog komt te liggen bij eb
D
Een polder is een hoger gelegen land dan de omgeving

Slide 30 - Quizvraag

De absolute zeespiegelstijging is 2m, het land STIJGT 1 meter. Wat is de relatieve zeespiegelstijging?

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Video

In Nederland altijd gevaar van overstromingen door de zee. Oorzaak: lage ligging Nederland. 

1/4e deel Nederland onder de zeespiegel
- Bescherming door dijken en duinen.
- Land door dijken omringd = polder

Slide 33 - Tekstslide

Oude verdedigingswerken: 

- 1953: Watersnoodramp in 
Zuidwest-Nederland (noord-
westerstorm, opstuwing in zee-
gaten) =  Deltawerken

- 1933; Afsluitdijk; waterkering tussen Noord-Holland en Friesland die het IJsselmeer afsluit van de Waddenzee. 

Slide 34 - Tekstslide

Steeds verder onder de zeespiegel 
De zeespiegel stijgt door klimaatverandering (§1 en §2) : 
Laag-Nederland steeds verder onder de zeespiegel.  
Door bodemdaling komt het land nog verder onder de zeespiegel te liggen. 

Relatieve zeespiegelstijging
echte zeespiegelstijging +
daling van de bodem.

Slide 35 - Tekstslide

Hoe komt het dat de bodem daalt?

In de laatste ijstijd -> dikke laag ijs drukte de aardkorst in -> ijs verdween en Scandinavië wipte op ->Noord-Nederland daalde

Door wegpompen grondwater in polders van Laag-Nederland-> inzakken bodem-> sterkst bij veen

Door winning delfstoffen -> aardgas in Groningen

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

In Nederland wordt zandsuppletie toegepast. Waarom?
A
Om daar waar de bodem in Nederland daalt, de bodem op te hogen.
B
Om dijken langs de rivieren te versterken.
C
Om de stukken land tussen de winterdijken en de rivieren op te hogen.
D
Om stranden en duinen langs de kust te versterken.

Slide 39 - Quizvraag

De zee bouwt op
  • De Nederlandse kust is een aanslibbingskust. Er ontstaan strandwallen. 
  • Als deze droog staan neemt de wind dit zand mee. 
  • Hierdoor ontstaan kustduinen. 

Slide 40 - Tekstslide

Aan de kust
Duinen
Op het stand waait het regelmatig flink. Het zand wordt meegenomen door de wind. Wanneer het zand, achter een stukje hout, gras of aangespoelde rommel, blijft hangen ontstaat daar langzaam aan een duin.
Strand
De zee spoelt het strand op. In het zeewater zit zand. 
Elke keer, wanneer het zeewater het strand op spoelt, laat zee de weer een laagje zand achter --> aanslibben.
Zandbanken
De stroming van de zee neemt af waardoor zand sedimenteerd, hierdoor onstaan zandbanken.
aanslibbingskust
Een aanslibbingskust, is een kust die elke keer, wanneer de zee zand neerlegt (sedimentatie), een stukje groter wordt. Nederland heeft een aanslibbingskust, dit kun je zien aan de brede stranden

Slide 41 - Tekstslide

De zee breekt af
  • De kusten van Frankrijk en Groot-Brittannië breken juist af. 
  • Dit is een afbraak- of klifkust. 
  • Het bestaat uit zacht gesteente. 
  • Het harde gesteente blijft staan, waardoor de kust uit gaat steken op bepaalde plekken. 

Slide 42 - Tekstslide

Wat moet je kennen en kunnen?



  • waarom er altijd gevaar voor een overstroming van zee is
  • waardoor de relatieve zeespiegel stijgt
  • hoe Nederland zich beschermt tegen de zeespiegelstijging
  • hoe de kust wordt versterkt (klimaatadaptatie)

Slide 43 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 6, 7, 8 van paragraaf 6.3 (atlaskaarten in opdracht 8 zijn er ook digitaal!)



Dit is huiswerk voor dinsdag (opdracht 1 t/m 8 van 6.3, hierbij mag je opdracht 3 overslaan)

Slide 44 - Tekstslide