Repetitie H4

Een wrijvingskracht van de lucht verricht negatieve arbeid op een bewegende fietser.
A
Juist
B
Onjuist
1 / 11
volgende
Slide 1: Quizvraag
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Een wrijvingskracht van de lucht verricht negatieve arbeid op een bewegende fietser.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 1 - Quizvraag

De stopkracht is de kracht die de passagiers in de auto tot stilstand brengen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Versnelling
Versnelling
Vertraging
Vertraging
Stilstaan
Stilstaan
Constante snelheid
Constante snelheid

Slide 3 - Sleepvraag

Arbeid
Familie De Vries gaat met de auto op vakantie naar Zuid-Frankrijk. Het is 1850 km naar de camping. De auto heeft met alle inzittenden en bagage een massa van 1250 kg. De motor levert een kracht van 5,5 kN.
Bereken hoeveel arbeid er met de motor gedurende deze reis is verricht.

Slide 4 - Open vraag

De maximumsnelheid is 100 km/h. De auto heeft met alle inzittenden en bagage een massa van 1250 kg. De motor van de auto levert een kracht van 5,5 kN.
Bereken hoeveel seconden de auto van De Vries erover doet om vanuit stilstand de maximumsnelheid te bereiken.

Slide 5 - Open vraag

De trein wordt geremd met een kracht van 40 kN.
Bereken de stoot.

Slide 6 - Open vraag

Bereken de remweg van de trein.

Slide 7 - Open vraag

Na het verminderen van de snelheid van de auto, is de remtijd van de auto slechts 7,75 s. Bereken de remweg van de auto.

Slide 8 - Open vraag

Ver buiten het dorp staan de bomen 20 meter uit elkaar. Vlak bij het dorp staan de bomen nog maar 17 meter uit elkaar. De tijd waarin een auto de afstand tussen twee bomen aflegt blijft 1,4 s. Bereken de snelheidsafname in m/s.

Slide 9 - Open vraag

Leg uit waarom de trein een langere remweg heeft dan een auto.

Slide 10 - Open vraag

Door het verrichten van arbeid kan een voorwerp bewegingsenergie krijgen.
Leg uit of dit het geval is met de auto die naast de tent op de camping staat.

Slide 11 - Open vraag