TLHB1 Hoofdstuk 15 instaptoets

TLHB1 Hoofdstuk 15 instaptoets
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BackofficeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

TLHB1 Hoofdstuk 15 instaptoets

Slide 1 - Tekstslide

Stelling juist of onjuist?

I Wanneer een gast tevreden is over de service zal deze dat aan zijn kennissenkring duidelijk maken.
II Zo'n klant noem je een "ambassadeur" van je bedrijf.

A
Alleen I is juist
B
Alleen II is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Wat is after sales?
A
Een factuur mailen
B
Gastencontact na verblijf, reis of evenement
C
Upselling en cross selling
D
Verrekenen van de Toeristenbelasting

Slide 3 - Quizvraag

Wie neemt het initiatief bij after sales?



A
Het bedrijf
B
De gast
C
de Gemeente
D
Het juiste antwoord ontbreekt.

Slide 4 - Quizvraag


I Gasttevredenheid meet men bijvoorbeeld via een telefoongesprek met de gast.
II Gasttevredenheid meet men nooit door middel van een enquête.

A
Stelling I is juist
B
Stelling II is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Een hotel heeft 110 kamers. Er zijn 85 kamers bezet. Wat is het bezettingspercentage?
A
70%
B
77%
C
90%
D
130%

Slide 6 - Quizvraag

Op een bungalowpark bevinden zich 225 bungalows.
150 bungalows zijn verhuurd. Wat is het bezettingspercentage?
A
50%
B
58%
C
67%
D
75%

Slide 7 - Quizvraag

Een hotel heeft 95 kamers.
Op maandag heeft men 70 kamers verkocht voor € 85,- en 10 kamers voor € 97,-. Wat is de gemiddelde kamerprijs voor deze maandag?
A
€ 86,50
B
€ 90
C
€ 75
D
€ 91

Slide 8 - Quizvraag

Een hotel heeft 50 kamers.
De maximale verkoopprijs per kamer is € 79,- per nacht. Wat is de maximale kamer omzet?
A
€ 3.500
B
€ 3.750
C
€ 3.950
D
€ 7.950

Slide 9 - Quizvraag

I De potentiële omzet is meestal hoger dan de werkelijke omzet.
II Bij omzetcijfers zijn de kosten al in mindering gebracht.

A
Stelling I is juist
B
Stelling II is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 10 - Quizvraag

I Als een hotel veel kamers heeft zal de bezetting automatisch hoog zijn.
II Een hotel met 20 kamers heeft altijd minder omzet dan een hotel met 30 kamers.


A
Stelling I is juist
B
Stelling II is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Ga nu verder met ...
Opdracht 15.01
Pagina 330

Slide 12 - Tekstslide