Les - Het begeleiden van medewerkers

Werkt met lerende medewerkers en stagiairs
Les - Het begeleiden van medewerkers
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Facilitair LeidinggevendeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Werkt met lerende medewerkers en stagiairs
Les - Het begeleiden van medewerkers

Slide 1 - Tekstslide

Boeken
Niveau 3 - Kerntaak 1: Organiseert de werkzaamheden 
H1 Aan het werk als allround medewerker FD
H2 Gesprektechnieken 
H3 Het begeleiden van medewerkers 
H4 Introduceren en inwerken van een nieuwe college

Niveau 4 - Kerntaak 2: Geeft leiding
H2 Gesprektechnieken 
H7 Het begeleiden van medewerkers 
H12 Introduceren en inwerken van een nieuwe college

Slide 2 - Tekstslide

Inhoud
  • Doelstellingen
  • Opdrachten en instructies geven
  • Soorten opdrachten
  • Motiveren van medewerkers 
  • Evalueren, feedback en reflecteren 
  • SMART-methode 
  • Opstellen van begeleidingsplan 
  • Samenstellen van een ontwikkelplan: empoyability

Slide 3 - Tekstslide

Doelstelling 

Na behandeling van dit hoofdstuk kun je:
  • Medewerkers instructies en opdrachten geven;
  • Medewerkers motiveren;
  • Feedback geven en ontvangen;
  • Evalueren op het handelen van een medewerker;
  • Reflecteren op je eigen handelen;
  • Kun je een begeleidingsplan opstellen; 

Slide 4 - Tekstslide

Opdrachten en instructies geven
 

Vormen van opdrachten geven.

Enkelvoudige opdrachten
  • Wordt verteld welk doel bereikt moet worden
  • Veel vrijheid voor de medewerker

Samengestelde opdrachten
  • Wordt gedetailleerd verteld wat er moet gebeuren en welk doel bereikt moet worden.
  • Weinig vrijheid voor de medewerker. 

Slide 5 - Tekstslide

Opdrachten en instructies geven
 
Waar moet je aan denken als je een instructie geeft?
  1. Welke kennis/vaardigheden is/zijn reeds aanwezig bij de medewerker (beginsituatie).
  2. Wanneer moet de instructive plaatsvinden (tijdstip).
  3. Waar moet de instructie plaats vinden (plaats).
  4. Welke materialmen heb je nodig bij de instructie.
  5. Welke volgorde in handelingen pas je toe bij de instructie.
  6. Wat wil ik de persoon leren.
  7. Hoe leert de in te werken persoon.

Slide 6 - Tekstslide

Soorten opdrachten 
 
Enkelvoudige opdrachten
  • Je verteld enkel welk resultaat bereikt moet worden. (eventuele randwaarden als kosten en tijd)
  • Medewerker krijgt vrijheid voor eigen invulling hoe hij of zij he resultaat wilt bereiken.

Samengestelde opdrachten
  • Je verteld precies en gedetailleerd wat er moet gebeuren en welk doel er bereikt moet worden.
  • De medewerker volgt de route die jij hebt uitgestippeld. De route is bepaald.


Slide 7 - Tekstslide

Motiveren van medewerkers 
 
Voordelen gemotiveerde medewerkers:
  • Zorgen voor betere kwaliteit, omdat ze hun werk graag goed doen.
  • Werken harder en zorgen dus voor hogere productie.
  • Gaan minder snel op zoek naar een andere baan.
  • Dragen bij aan een lager personeelsverloop.


Slide 8 - Tekstslide

Motiveren van medewerkers 
 
Motivatietheorie van Maslov



Slide 9 - Tekstslide

Evalueren
 
  • beoordelen van de resultaten van acties;
  • kijken naar de eventuele storende factoren die een rol hebben gespeeld;
  • conclusies trekken voor de werkwijze in soortgelijke situaties.

Slide 10 - Tekstslide

Feedback
 
  • Positieve en negatieve feedback
  • Feedback op inhouds- en betrekkingsniveau

Slide 11 - Tekstslide

Reflecteren 
Reflecteren
  • Vergroot je je zelfkennis
  • Ben je je bewust van je emoties in bepaalde situaties
  • Krijg je inzicht in je handelen

Doel van reflecteren:
  • Bewustwording en inzicht krijgen in eigen handelen en gedrag
  • Verbeteren van professionele handelen
  • Leren om jezelf te verbeteren en vaardiger te worden


Slide 12 - Tekstslide

SMART methode 
Specifiek = concrete en objectieve beschrijving van het doel. 
Meetbaar = het resultaat van het doel moet meetbaar en/of toetsbaar zijn.
Acceptabel = er moet draagvlak zijn voor het doel.
Realistisch = het doel moet haalbaar zijn.
Tijdgebonden = het doel moet binnen een van tevoren vastgestelde periode gerealiseerd kunnen worden.

  • Bepalen van de strategie/aanpak
  • Uitvoeren van het plan van aanpak
  • Evalueren en eventueel bijstellen van de doelen en/of begeleiding


Slide 13 - Tekstslide

Opstellen van begeleidingsplan

Stap 1 Beginsituatie vaststellen
Stap 2 Probleemanalyse 
Stap 3 Doel formuleren
Stap 4 Plan uitvoeren
Stap 5 Evalueren 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Samenstellen van een ontwikkelplan: empoyability

Instrumenten empoyability

  1. Communicatie
  2. Gezamenlijke verantwoordelijkheid
  3. Loopbaangesprekken
  4. Taak- en functieroulatie
  5. Maak een (persoonlijk) ontwikkelingsplan (POPPLAN)
  6. Investeer in de medewerkers: besteed extra aandacht aan scholing

Slide 16 - Tekstslide

Opdrachten maken 

AMFD
3.02 tot en met 3.08
3.10 tot en met 3.13
3.19 tot en met 3.21
3.23

FL
7.02 tot en met 7.08
7.10 tot en met 7.13 
7.19 tot en met 7.21
7.23

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide