CREATIEF SCHRIJVEN 2

Creatief schrijven
Les 2
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Future MediaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Creatief schrijven
Les 2

Slide 1 - Tekstslide

1. Kaap Blaak 16. Douwe van Leeuwen
2. Lotte Bleeker 17. Liam Leijen
3. Yvaine Blok 18. Rosa Mercera
4. Vince Boon 19. Jort Molenaar
5. Kaan Bouma 20. Willem Kooij
6. Lieke Bruin 21. Fleur Paarlberg
7. Sara van Buiten 22. Wietse Robbertsen
8. Mauro Colasurdo 23. Ferron Schilder
9. Elena van Dekken 24. Emma Snijders
10. Tijs Dekker 25. Joep Stam
11. Fiene Dijkstra 26. Brent van der Veen
12. Guusje Geldermans 27. Britt Volkers
13. Mayra Harsveld 28. Isa de Vries
14. Jasmijn Huisman 29. Jascha Wiedijk
15. Steijn de Knijff 30. Sophie van Wonderen
TELEFOONTAS

Slide 2 - Tekstslide

Planning van vandaag:
  • Heeft iedereen een verhaal gemaakt?
  • Terugblik op de vorige les.

  • Wie wil verhaal voorlezen? 
  • Schrijfoefening.
  • Huiswerk.
  • Start 10 minuten lezen

Slide 3 - Tekstslide

Weten jullie nog?
-> Wat we ook alweer verstaan onder creatief schrijven?
-> Drie voorbeelden te noemen van een creatief schrijfproduct?
-> Wat spoken word is?
-> Waarom creatief schrijven geen "officiële" regels heeft?


Slide 4 - Tekstslide

Creatief schrijven
Bij creatief schrijven breng je als schrijver geen expliciete boodschap over zoals in een zakelijke tekst of een nieuwsbericht, in plaats daarvan draag je een gevoel over op de lezer. 

Slide 5 - Tekstslide

Creatief schrijven
  • Verhalen
  • Liedteksten / raps
  • Scripts
  • Stripjes
  • Gedichten  
  • Spoken word
  • Etc.

Slide 6 - Tekstslide

Creatief schrijven
Belangrijk om te weten: 
Net als bij schilderen, net als bij dans, mag je hier onbeperkt je fantasie gebruiken. Verken de grenzen van je geest – kun je nog een stapje verder gaan? Mag het ook eens omgekeerd, ondersteboven, binnenstebuiten? 

Creatief schrijven is allereerst vrijheid en kan zonder regels, dus je kan ook geen fouten maken. Je kan wel beter leren schrijven, door de tips & tricks die je krijgt tijdens de lessen. 

Slide 7 - Tekstslide

Vandaag:
Autobiografisch* schrijven. 

Wat betekent autobiografisch?



Dikgedrukt: schrijf in je schrift!

Slide 8 - Tekstslide

Autobiografisch schrijven
In een autobiografie beschrijf je je levensloop en reflecteer je op wat je hebt meegemaakt. Dat is anders bij een dagboek; daarin reageer je – vaak zonder enige vorm van zelfcensuur – op wat je meemaakt.

Vloggers/bloggers werken autobiografisch! 

Slide 9 - Tekstslide

Autobiografisch schrijven
Bij autobiografisch schrijven gaat het vooral om ervaringen. 

Ervaringen kan je voor de lezer tot leven laten komen:
- Omschrijf ze zo uitgebreid mogelijk / zo veel mogelijk details.
- Omschrijf vanuit je zintuigen. 

* Wat HOORDE je? * Wat ROOK je? * Wat ZAG je? *Wat VOELDE je?

Slide 10 - Tekstslide

Autobiografisch schrijven
Om je ervaringen te omschrijven, ga je associatief te werk:

--> Van de ene op de andere gedachte, verschillende ervaringen brengen je weer op andere ideeën. 
Bv.: Je schrijft over je eerste keer in een nieuwe klas en beschrijft dat je dat spannend vond. De zin die je daarover op schrijft, doet je denken aan het moment waardoor die spanning verdween. Dat moment schrijf je ook op. Etc. 
Dikgedrukt: schrijf in je schrift!

Slide 11 - Tekstslide

Eerste keren
  • Je eerste keer... op de middelbare school.
  • Je eerste keer... op vakantie.
  • Je eerste keer... zoenen. 
  • Je eerste keer... dat iets lukte. 
  • Je eerste keer... naar de dokter.

Denk nu zelf na over eerste keren..... 

Slide 12 - Tekstslide

Jouw eerste keer
Kijk in de lijst met eerste keren. 

Maak zelf in je schrift een lijst met minimaal vijf eerste keren die jíj hebt meegemaakt. 

Slide 13 - Tekstslide

Jouw eerste keer
Kies uit jouw lijstje van vijf de specifieke eerste keer waar jij over wilt gaan schrijven in deze les.

Let op:
- Je mag zelf bepalen hoe openhartig je ergens over schrijft.
- Soms weet je details niet meer: dan mag je die er bij verzinnen: dichterlijke vrijheid
- We gaan deze teksten met elkaar bespreken, dus dit is niet alleen voor jezelf.

Dikgedrukt: schrijf in je schrift!

Slide 14 - Tekstslide

Begeleide associatie
  • Schrijf bovenaan de pagina:
    "Mijn eerste keer [vul jouw keuze hier in]."
  • Concentreer je nu op het moment dat je hebt gekozen.
  • waar was je? met wie was je? Hoe was het? Hoe ging  het? waarom was je daar? wat gebeurde er? Wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe?
  • Deze vragen helpen je om te beginnen met schrijven.

Slide 15 - Tekstslide

Begeleide associatie
BELANGRIJK:

- Schrijf gedetailleerd - neem mensen in je tekst mee naar het moment!
- Schrijf in stilte! Iedereen in de klas moet zich kunnen concentreren en iedereen is met zijn/haar eigen verhaal bezig.

Slide 16 - Tekstslide

Begeleide associatie
  • Lees je antwoorden terug. 
  • Kies vijf onderdelen uit deze antwoorden die je sowieso in je verhaal wilt laten terugkomen. Maak hier een lijstje van. 
  • Bepaal vervolgens of die onderdelen in het begin, het midden of het einde van je verhaal komen. Schrijf dit bij de onderdelen in het lijstje.
  • Begin met het schrijven van je verhaal.

Slide 17 - Tekstslide

Schrijven van je verhaal!
  • Eisen: minimaal 1 a4 of 3 kantjes in je schrift. 
  • Buiten de vijf gekozen onderdelen mag alles wat je in de begeleide associatie hebt geschreven terugkomen in je verhaal. 
  • Klaar? Lever de opdracht in via Teams

Slide 18 - Tekstslide

Terugblik
Staat de betekenis van deze woorden al in je schrift?
- Autobiografisch
- Associatief 
- Dichterlijke vrijheid

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
Type het verhaal dat je nu hebt geschreven uit. 
Eisen:
- Lettertype: Times New Roman.
- Regelafstand: 1,0.
- Kleur: Donkerblauw.
- Titel: In een ander kleur, groter lettertype en bold.

Slide 20 - Tekstslide

Volgende week:
  • Huiswerkcontrole.
  • Feedback geven en krijgen.
  • Opdracht: herschrijven

Slide 21 - Tekstslide