Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Poëzie, hoe doe je dat?
Poezie, hoe doe je dat?
Les gemaakt op basis van het boek
Olijven moet je leren lezen
van Ellen Deckwitz
1 / 47
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
47 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Poezie, hoe doe je dat?
Les gemaakt op basis van het boek
Olijven moet je leren lezen
van Ellen Deckwitz
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
We herhalen de poëziebegrippen (vorm, strofe, betekenis en beeldspraak)
Je schrijft een 50-woordengedicht.
Slide 2 - Tekstslide
Wat heb je eraan?
Ik houd er niet van
Hoe lees je dat?
Ik begrijp het niet
Slide 3 - Tekstslide
Waarom zeggen ze niet wat
ze bedoelen?
Vaak lijkt poëzie onbegrijpelijk.
Maar dat is juist de afspraak die geldt bij poëzie.
Slide 4 - Tekstslide
Krant
De afspraak is dat je in een krant feiten leest.
Daar mag je vanuit gaan.
Slide 5 - Tekstslide
Roman
De afspraak is dat een roman een verzonnen verhaal is.
Dat weet je voor je
eraan begint.
Slide 6 - Tekstslide
Poëzie
Bij poëzie is de afspraak dat het
iets
wil overbrengen.
In poëzie probeert een dichter met taal iets te zeggen wat zich niet eerder in taal liet omschrijven.
Slide 7 - Tekstslide
Waarom zeggen ze niet
wat ze bedoelen?
In poëzie kun je je boodschap op een bijzondere, mooie, aparte of bizarre manier brengen. Er gelden weinig regels.
Slide 8 - Tekstslide
Als ik wil zeggen dat ik je wil
lukt het niet
Ik wil het schreeuwen over de daken
Dat ga ik doen!
Maar dan wel na sluitingstijd
in Madurodam
Slide 9 - Tekstslide
Hoe weet ik of poëzie
iets voor mij is?
Liefde voor taal begint vaak met een tekst die je raakt.
Wat is een mooie zin uit een van jouw favoriete liedjes?
Slide 10 - Tekstslide
I'm a nightmare
dressed like a daydream
Taylor Swift
Slide 11 - Tekstslide
Songteksten zijn niet hetzelfde als poëzie.
In een songtekst is de tekst ondergeschikt aan de muziek. De teksten zijn gemaakt om het te laten rijmen, of om een ritme te behouden.
Slide 12 - Tekstslide
Bij poëzie gaat het echt alleen om de tekst.
De dichter mag weten welke woorden, op welke plaats. Hij hoeft geen rekening te houden met rijm of muziek
Slide 13 - Tekstslide
Maar... wie een goede songtekst
kan waarderen, kan ook
leren genieten van poëzie.
Slide 14 - Tekstslide
Het doel van het lezen van een
gedicht is niet per se om
de dichter te snappen.
Slide 15 - Tekstslide
Het is net als kijken naar een abstract schilderij. Je weet niet wat de schilder heeft bedoeld.
Je weet niet wat het voorstelt, maar je kunt wel vertellen wat je er zelf in ziet.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
In dit gedicht
is geen woord
te veel
neem je er iets af
dan is het
niet meer heel
Slide 18 - Tekstslide
Waarom worden de regels halverwege afgebroken?
Om aan te geven waar de pauze ligt als je leest.
Er worden meerdere interpretaties mogelijk.
Slide 19 - Tekstslide
een zin
Ik wil je kussen op je bed leggen
een gedicht
Ik wil je
kussen
op je bed
leggen
Slide 20 - Tekstslide
Het afbreken van een zin op een
niet-logische plek noemen we:
ENJAMBEMENT
Slide 21 - Tekstslide
Figuurlijk taalgebruik
Slide 22 - Tekstslide
Er kwam geen kip naar de opening.
Slide 23 - Tekstslide
Om figuurlijk taalgebruik te kunnen begrijpen moet je wel wat taalkennis hebben van bijvoorbeeld uitdrukkingen en spreekwoorden.
Slide 24 - Tekstslide
Toen ik merkte
dat jij nieuwe schoenen zocht
,
Heb ik de mijne snel gekocht.
Ze zitten beter dan die oude, lieve schat.
Ik ben niet doof en ook niet blind,
Ik zag al lang dat jij hem leuker vindt.
Dus heb ik in het geheim jouw plannetje gejat.
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
Metaforen
en vergelijkingen
Met een vergelijking kun je iets uitleggen wat de ander nog niet kent.
Slide 27 - Tekstslide
Haar ogen hadden een blik
als die van een bang konijn.
Slide 28 - Tekstslide
"..de dood is als een deur
die je kunt opendoen.."
Hans Andreus - Haast je niet
Slide 29 - Tekstslide
Een
metafoor
is een vergelijking zonder het woordje ALS.
Slide 30 - Tekstslide
Dat is het schip van de woestijn.
Slide 31 - Tekstslide
Personificatie
Een menselijke eigenschappen toekennen aan levenloze zaken
Slide 32 - Tekstslide
Personificatie
De bomen fluisteren in de wind
De rotsen klagen dat er nooit iets
verandert
Slide 33 - Tekstslide
Rijm
Slide 34 - Tekstslide
Waarom rijmen gedichten niet altijd?
Er zit vaak wel rijm in een gedicht, maar geen eindrijm.
Er zijn verschillende rijmsoorten.
Slide 35 - Tekstslide
Rijm op het EIND (eindrijm)
Je hebt iemand nodig
stil en oprecht
Die als het erop aankomt
voor je bidt of voor je vecht
Eindrijm
Eindrijm
Slide 36 - Tekstslide
Rijm in het midden (assonantie)
Klinkers die hetzelfde zijn:
Z
IE
T - R
IE
M
Slide 37 - Tekstslide
Is een jongen die z'n trouw belooft nog wel van deze
tijd
?
Bestaat er nog zoiets als romantiek, of zijn we echte liefde
kwijt
?
De eerste week in de wolken, oh, 'k zie het altijd om me
heen
De eerste maanden zo verliefd en dan is 'ie weg of gaat 'ie
vreemd
(Maan - Zo kan het dus ook)
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Video
Rijm aan het begin (alliteratie)
Medeklinkers die hetzelfde zijn
W
ILLIE
W
ORTEL
Slide 40 - Tekstslide
RIJM IN GEDICHTEN
Er zit nog wel rijm in gedichten, maar het is een ander soort rijm dan eindrijm.
Slide 41 - Tekstslide
En voel me slap als ik stap
naar je
kist
ik
stik
van
onbegrip
En klap haast dicht als ik naar adem hap
Angst schuld en woede worden
aangekaart
maar verdriet
bedaart
Je wordt door velen
aangestaard
in een staat
opgebaard
Brainpower - Je moest waarschijnlijk gaan
halfrijm
eindrijm
Slide 42 - Tekstslide
Slide 43 - Tekstslide
Opdracht: het 50-woorden gedicht
Schrijf een zin op van minstens vijf woorden die je vader of moeder vaak tegen je zegt.
Schrijf een regel op uit een liedje dat je kent. Ook hier minstens vijf woorden.
Schrijf een reclameregel op die je kent van radio, tv of internet. Gebruik weer minstens vijf woorden.
Pak een boek en schrijf een zin over van minstens vijf woorden.
Schrijf een zin op van minstens vijf woorden die begint met het woord ‘ik’.
timer
15:00
Let op:
Zorg dat geen enkele zin langer is dan vijf woorden. Te veel woorden haal je weg.
• Je mag een regel 2x, 3x of 4x gebruiken en je mag regels weglaten.
• Je mag geen nieuwe regels verzinnen.
• Zorg dat het gedicht tien regels bevat.
Klaar?
Ga lezen in je leesboek of ander huiswerk maken
Slide 44 - Tekstslide
Is het gelukt met je 50-woordengedicht?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 45 - Poll
Zelf dichten
We maken een klassengedicht.
Als je aan de beurt bent, typ je de volgende 3 woorden van het gedicht.
Denk aan mooie woorden
Denk aan rijm (volrijm/eindrijm of halfrijm)
Zorg dat je zin past in het gedicht
Slide 46 - Tekstslide
Klassengedicht
Slide 47 - Woordweb
Meer lessen zoals deze
V3
Augustus 2022
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Poezie les 1
November 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
3H BME - les 1 Poëzie
November 2023
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
1. Poezie, hoe doe je dat?
Februari 2017
- Les met
43 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
1. Poezie, hoe doe je dat?
Februari 2025
- Les met
43 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
Poëzie introductie
April 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Poëzie - les 1
Februari 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Les 3: Poëzie en beeldspraak
November 2021
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1