Hoofdstuk 3.6 de drie pijlers

Wat gaan we vandaag doen?
- Terugblik vorige les (Eigen risico)
- Start maken met hoofdstuk 3.6 Leven. 
- Leerdoelen: 
Aan het einde van de les ken je het 'driepijler principe'
- Je weet dat de 1e pijler de overheid is en welke verzekeringen hieraan gekoppeld zijn.  
- Daarnaast weet je wat de 2e pijler inhoudt (pensioen werkgever)
- Je weet verschillende vormen van pensioenopbouw (eindloon, middelloon, beschikbare premie)
- Je weet verschillende soorten pensioenfondsen
- Je weet dat de belangrijkste wetgeving voor pensioenen is te vinden in de Pensioenwet (PW) 

1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
WFT BasisMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we vandaag doen?
- Terugblik vorige les (Eigen risico)
- Start maken met hoofdstuk 3.6 Leven. 
- Leerdoelen: 
Aan het einde van de les ken je het 'driepijler principe'
- Je weet dat de 1e pijler de overheid is en welke verzekeringen hieraan gekoppeld zijn.  
- Daarnaast weet je wat de 2e pijler inhoudt (pensioen werkgever)
- Je weet verschillende vormen van pensioenopbouw (eindloon, middelloon, beschikbare premie)
- Je weet verschillende soorten pensioenfondsen
- Je weet dat de belangrijkste wetgeving voor pensioenen is te vinden in de Pensioenwet (PW) 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigen risico 

Het eigen risico is het bedrag dat je aan zorgkosten uit de basisverzekering betaalt voordat de zorgverzekeraar overgaat tot vergoeding.  

In 2022 is het verplichte eigen risico €385.--

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sophie gaat in januari naar de huisarts. Deze kosten zijn EUR 50,-. De huisarts stuurt haar door naar het ziekenhuis voor een MRI. Deze kosten zijn EUR 385. Sophie heeft een verplicht eigen risico van EUR 385 en een vrijwillig eigen risico van EUR 500 en heeft nog niets gebruikt dit jaar. Hoeveel betaalt de verzekeraar en hoeveel betaalt Sophie?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sophie heeft haar verplicht eigen risico opgemaakt. Zij wordt nu geopereerd. Kosten zijn EUR 4.000. Haar vrijwillig eigen risico van EUR 500 staat nog open.

Hoeveel vergoedt de verzekeraar en hoeveel moet Sophie betalen?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Driepijlersysteem

Slide 6 - Tekstslide

1. Overheid en volksverzekeringen

2. Pensioen bij de werkgever

3. Pensioenen in prive
1e pijler
Volks- en werknemersverzekeringen
  • Overheid bepaalt de premie: geen relatie met het risico
  • Overheid bepaalt wie recht heeft op uitkering
  • Premie vaak relatie met inkomen
  • Deelname verplicht voor de groepen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

AOW= volksverzekering
  • Wie zijn verplicht verzekerd?
  • Alle ingezetene en Nederlanders die in het buitenland werken voor de overheid
  • Niet-ingezetenen die in Nederland onder de loonbelasting vallen
  • Opbouw in 50 jaar voorafgaand aan de AOW-gerechtigde leeftijd

In 50 jaar 100% opgebouwd. 2% per jaar.
Ben je in het buitenland geweest of geëmigreerd, dan mis je de jaren opbouw in het buitenland.

Slide 8 - Tekstslide

In 50 jaar 100% opgebouwd. 2% per jaar. 
Ben je in het buitenland geweest of geëmigreerd, dan mis je de jaren opbouw in het buitenland.
AOW-leeftijd
Kijk maar eens even: lekker frustrerend

  • Koppeling met levensverwachting
  • Nu vastgesteld tot 2025 
  • langste 67 jaar, maar..........

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ANW = volksverzekering
Algemene Nabestaandenwet
  • In basis voor alle ingezetenen jonger dan AOW
  • Niet ingezetenen, mits zij in Nederland arbeid verrichten en loonbelasting betalen
  • Afhankelijk van eigen inkomen of je ANW krijgt

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een ANW uitkering?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Juliette, de echtgenote van Harrie, is overleden. Juliette heeft Harrie en haar vijfjarige dochter achtergelaten. Harrie blijft, ondanks het verlies, fulltime doorwerken.

Komt Harrie in aanmerking voor een Anw-uitkering?

Kies het juiste antwoord uit de volgende mogelijkheden:
A
Nee, hij voldoet niet aan de voorwaarden.
B
Ja, hij komt in aanmerking voor een uitkering ter hoogte van 70% minimumloon.
C
Ja, maar alleen als zijn inkomen niet te hoog is.

Slide 12 - Quizvraag

Als een partner overlijdt heeft de achterblijvende partner recht op een Anw-uitkering als de achterblijvende partner een minderjarig kind verzorgt of minstens 45% arbeidsongeschikt is. Dit geldt voor Harrie. Omdat de Anw inkomensafhankelijk is, kan er in dit geval niet met zekerheid gesteld worden of Harrie een uitkering krijgt.
Het juiste antwoord is: Ja, maar alleen als zijn inkomen niet te hoog is.
2e pijler: werkgevers
 Pensioenwet
Arbeidsongeschiktheid aanvullingen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pensioen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pensioen 

Slide 15 - Tekstslide

Tijdens je werkbare tijd draag je 1 werkdag af aan pensioenpremie (dat doet je werkgever). 
Pensioenfonds
  • Innen van premies
  • Beheren van pensioenpremies
  • Uitkering van pensioenpremies

In pensioenwet geregeld: plicht dat werkgever die pensioen toezegt dat onder moet brengen bij iemand anders
Anders: onderneming failliet -> pensioen weg 

Slide 16 - Tekstslide

Innen: werkgever maakt over

Uitkering: pensioenfonds aan gepensioneerde
Wat is pensioen?
Het systeem hetzelfde
  •  Leeftijd is veranderd.
  • Het lijkt eenzelfde uitleg, maar ik adviseer beide filmpjes te bekijken

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn drie pijlers waarin pensioen wordt opgebouwd. Wat zit er in de eerste pijler?
A
AOW
B
Pensioen via werkgever
C
Aanvullend pensioen via lijfrente
D
Zelf vermogen opbouwen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende soorten opbouw:
- Kapitaaldekkingsstelsel
- Eindloon
- Middelloon
- Beschikbare premie

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 soorten pensioenovereenkomsten
1. uitkeringsovereenkomst
De uitkering ligt vast: eindloon/middelloon
2. kapitaalovereenkomst
Het eindkapitaal is vooraf bekend, de hoogte van de uitkering niet 
3. premieovereenkomst
De hoogte van de premie is bekend, het eindkapitaal en de hoogte van de uitkering nog niet

Pensioenovereenkomsten

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kapitaaldekkingsstelsel (pensioen)
  • bijvoorbeeld bedrijfsspensioen. Afhankelijk van aantal deelgenomen jaren.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedrijfstakpensioenfonds
Specifieke branche:

Ambtenaren: ABP
Bouwsector: 
bpfBOUW
 
 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ondernemingspensioenfonds
Specifieke onderneming

Shell
Unilever
Ahold
Achmea

Slide 24 - Tekstslide

Het ondernemingspensioen staat helemaal los van het bedrijf. 
Beroepspensioenfonds
Hoort bij bepaalde vrije beroepen 

Notarissen
Advocaten
Huisartsen
Medisch specialisten

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Algemeen pensioenfonds
APF: Voor iedereen behalve voor mensen voor wie al een bedrijfstakpensioenfonds verplicht is
Ondernemingen kunnen een eigen pensioenregeling APF opzetten. Dat kun je als 1 bedrijf doen, maar ook met meerdere bedrijven kun je een APF opzetten. De bedrijven kunnen dan ook (binnen de wet) eigen afspraken maken. De APF voert de pensioenregeling dan uit.

Slide 26 - Tekstslide

Ondernemingen kunnen een eigen pensioenregeling APF opzetten. Dat kun je als 1 bedrijf doen, maar ook met meerdere bedrijven kun je een APF opzetten. De bedrijven kunnen dan ook (binnen de wet) eigen afspraken maken. De APF voert de pensioenregeling dan uit.
Pensioen niet alleen voor oudjes
  • Ouderdomspensioen
  • kapitaalovereenkomst
  • premieovereenkomst
  • Nabestaandenpensioen
  • partnerpensioen
  • wezenpensioen
  • Arbeidsongeschiktheidspensioen
  • aanvullende uitkering bij arbeidsongeschiktheid

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Shell heeft zijn eigen pensioen. Dit is een
A
Bedrijfstakpensioenfonds
B
Ondernemingspensioenfonds
C
Beroepspensioenfonds
D
Algemeen Pensioenfonds

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor uitzendkrachten is het pensioen ondergebracht bij STiPP. Dit is een
A
Bedrijfstakpensioenfonds
B
Ondernemingspensioenfonds
C
Beroepspensioenfonds
D
Algemeen Pensioenfonds

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ons verzekeringsstelsel noemen we het driepijlersysteem. In welke pijler voorziet de overheid?
A
Pijler 1
B
Pijler 2
C
Pijler 3

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ons verzekeringsstelsel noemen we het driepijlersysteem. In welke pijler voorziet de werkgever?
A
Pijler 1
B
Pijler 2
C
Pijler 3

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3e pijler: het individu
Wat in pijler 1 en 2 niet of onvoldoende verzekerd is

Kun je zélf wellicht aanvullen
vaak fiscaal aantrekkelijk

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levensverzekeringen 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De belangrijkste kenmerken van een levensverzekering zijn:
- een levensverzekering is een kansovereenkomst;
- een levensverzekering is een sommenovereenkomst;
- het indemniteitsbeginsel is niet van toepassing;
- ‘eigen gebrek’ is niet van toepassing.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levensverzekering
Geen plicht tot premiebetaling
Stopt die? dan stopt de verzekering ook
Waarde blijft in de verzekering zitten

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indeling levensverzekeringen 
- risicoverzekeringen: uitkering bij overlijden;
- spaarverzekeringen: uitkering bij in leven zijn. Op een bepaalde datum wordt het spaartegoed uitgekeerd;
- gemengde verzekeringen: combinatie van een uitkering bij leven en een uitkering bij overlijden.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 indeling op basis van de soort uitkering. 
kapitaalverzekeringen;
lijfrenteverzekeringen.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kapitaalverzekeringen
- kapitaalverzekeringen die voorzien in een uitkering bij overlijden;
- kapitaalverzekeringen die voorzien in een uitkering bij leven;
- kapitaalverzekeringen die voorzien in een uitkering bij leven of in geval van eerder overlijden.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kapitaalverzekeringen die uitkeren bij overlijden
- de tijdelijke kapitaalverzekering bij overlijden (risicoverzekering);
- de levenslange kapitaalverzekering bij overlijden (bijvoorbeeld voor de kosten van een begrafenis);
- de tijdelijke risicoverzekering op vaste termijn;
- erfrenteverzekering. (tijdelijke kapitaalverzekering bij overlijden) (bijv. als nabestaandenpensioen slecht is)

Slide 39 - Tekstslide

De risicoverzekering op vaste termijn heeft de volgende kenmerken: de verzekering keert alleen maar uit als de verzekerde overlijdt voor de einddatum van de verzekering bij overlijden van de verzekerde voor de einddatum keer de verzekering pas uit op de einddatum de uitkering op einddatum is het vooraf vastgestelde verzekerde kapitaal

e erfrente verzekering zit op een andere manier in elkaar en zorgt in plaats daarvan juist voor een periodieke uitkering. Zorgt u met de betaling van uw premie voor een kapitaal van bijvoorbeeld €100.000? Dan zal dit bij een resterende looptijd van 5 jaar zorgen voor een uitkering van €20.000 per jaar, die uw nabestaanden kunnen gebruiken om in hun levensonderhoud te kunnen blijven voorzien. Het is niet mogelijk om het bedrag in één keer uit te laten keren. In plaats daarvan kunnen ze met de erfrente verzekering rekenen op een stabiele uitkering over de komende jaren, binnen de resterende looptijd van de verzekering.
ORV
Als een lening nodig is voor een woning eist de bank (of willen mensen zelf) vaak dat een levensverzekering (overlijdensrisicoverzekering)wordt afgesloten.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lijfrenteverzekering
De uitkering van de levensverzekering vindt niet plaats in één bedrag, maar in periodieke bedragen tot aan het moment van overlijden van de begunstigde of tot een bepaalde datum.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit wat een kapitaalverzekering is

Slide 42 - Open vraag

is een vorm van levensverzekering waarbij de verzekeraar bij het in leven zijn van de verzekerde op de vooraf overeengekomen datum het verzekerde bedrag uitkeert. Meestal wordt hierbij gedurende de hele looptijd of het eerste deel daarvan periodiek premie betaald.
Leg uit wat een lijfrenteverzekering is

Slide 43 - Open vraag

Met een lijfrente zorgt u op een fiscaal voordelige manier voor extra inkomen. Dit krijgt u periodiek uitbetaald vanaf een bepaald moment. Bijvoorbeeld als u AOW krijgt of met pensioen gaat. Het mag ook extra inkomen voor een ander zijn. Bijvoorbeeld voor uw partner als u overlijdt. U kunt hiervoor een lijfrenteverzekering afsluiten of sparen met een lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht.
Betaalt u premies voor uw lijfrenteverzekering? Of doet u stortingen op uw lijfrenterekening of beleggingsrecht? Dan mag u de premies en stortingen aftrekken in uw aangifte inkomstenbelasting als u voldoet aan de voorwaarden én u jaar- en/of reserveringsruimte hebt.
wanneer je niet een uitkering ineens krijgt is er sprake van een.....

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lijfrenteverzekering
- oudedagslijfrente;
- nabestaandenlijfrente;
- tijdelijke oudedagslijfrente. 

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levensverzekeringsvormen
  • Levensverzekering met uitkering bij leven
  • Levensverzekering met uitkering bij overlijden
  • Levensverzekering met uitkering bij leven én overlijden

Premie afgetrokken? Afkopen? Let op: fiscale consequenties!! 


Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitkering bij leven
Kapitaalverzekering bij leven
uitkering ineens
  • Lijfrenteverzekering
  • uitkering periodiek
  • zuiver of gericht
  • uitgesteld of direct ingaand

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitkering bij overlijden
 Uitkering ineens
  • Levenslang: uitvaartverzekering
  • Tijdelijk: overlijdensrisicoverzekering (ORV)
  • Renteverzekering
  • Uitkering periodiek
  • Aan partner: nabestaandenlijfrenteverzekering
  • Aan nabestaanden: erfrenteverzekering

Levenslang: de dekking is levenslang. Of je nu overlijdt op je 50e of je 150e, je krijgt een vergoeding.
Tijdelijk: Je moet wel overlijden voor de datum die in de polis staat, anders geen uitkering

Slide 48 - Tekstslide

Levenslang: de dekking is levenslang. Of je nu overlijdt op je 50e of je 150e, je krijgt een vergoeding.
Tijdelijk: Je moet wel overlijden voor de datum die in de polis staat, anders geen uitkering

Uitkering bij leven en overlijden
Gemengde verzekering
  • kapitaalverzekering bij leven
  • tijdelijke kapitaalverzekering bij overlijden
  • Combinatieverzekering
  • kapitaalverzekering bij leven
  • restitutie (deel) van premie bij overlijden

Gemengde verzekering
Je krijgt: bij overlijden voor de datum een kapitaal uitgekeerd (tijdelijke dekking tot die datum voor overlijden).
Bij in leven zijn op die datum, krijg je het geld op je rekening.
Combinatieverzekering
Kom ik voor de datum te overlijden, dan krijg ik mijn premie (deels) terug. Ik krijg niet een verzekerd bedrag. Dat krijg ik alleen wanneer ik op die datum nog in leven ben. 

Slide 49 - Tekstslide

Gemengde verzekering
Je krijgt: bij overlijden voor de datum een kapitaal uitgekeerd (tijdelijke dekking tot die datum voor overlijden). 
Bij in leven zijn op die datum, krijg je het geld op je rekening.

Combinatieverzekering
Kom ik voor de datum te overlijden, dan krijg ik mijn premie (deels) terug. Ik krijg niet een verzekerd bedrag. Dat krijg ik alleen wanneer ik op die datum nog in leven ben.