D-test Werk & Werkloosheid H1&H2
Welke omschrijving van beroepsbevolking is NIET juist?
A
De beroepsbevolking bestaat uit werknemers, zelfstandigen, en werklozen
B
De beroepsbevolking bestaat uit werkzame en werkloze beroepsbevolking
C
Alleen mensen met een beroep horen bij de beroepsbevolking
D
De beroepsbevolking bestaat uit mensen die willen, kunnen, en mogen werken
1 / 11
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Welke omschrijving van beroepsbevolking is NIET juist?
A
De beroepsbevolking bestaat uit werknemers, zelfstandigen, en werklozen
B
De beroepsbevolking bestaat uit werkzame en werkloze beroepsbevolking
C
Alleen mensen met een beroep horen bij de beroepsbevolking
D
De beroepsbevolking bestaat uit mensen die willen, kunnen, en mogen werken
Slide 1 - Quizvraag
Wat is juist?
De participatiegraad stijgt als...
De participatiegraad stijgt als...
A
de AOW-gerechtigde leeftijd wordt verlaagd naar 60 jaar.
B
fulltimers in deeltijd gaan werken.
C
de vergrijzing van de bevolking afneemt.
D
het aantal werklozen daalt.
Slide 2 - Quizvraag
Wat is de participatiegraad
in dit land?
in dit land?
Slide 3 - Open vraag
Wat is de p/a-ratio
in dit land?
in dit land?
Slide 4 - Open vraag
Twee stellingen:
I. De i/a-ratio is een indicator voor de betaalbaarheid van de sociale zekerheid.
II. De participatiegraad zal stijgen als de werkloosheid afneemt.
I. De i/a-ratio is een indicator voor de betaalbaarheid van de sociale zekerheid.
II. De participatiegraad zal stijgen als de werkloosheid afneemt.
A
Stelling 1 is juist
Stelling 2 is onjuist
B
Stelling 1 is onjuist
Stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Wat gebeurt er met de i/a-ratio wanneer de arbeidsproductiviteit stijgt?
(Zoals gebruikelijk: ceteris paribus)
(Zoals gebruikelijk: ceteris paribus)
A
De i/a-ratio stijgt
B
De i/a-ratio daalt
C
De i/a-ratio verandert niet
Slide 6 - Quizvraag
Wat gebeurt er met de i/a-ratio wanneer de de uitkeringen worden verlaagd?
(Zoals gebruikelijk: ceteris paribus)
(Zoals gebruikelijk: ceteris paribus)
A
De i/a-ratio stijgt
B
De i/a-ratio daalt
C
De i/a-ratio verandert niet
Slide 7 - Quizvraag
Wat gebeurt er met de i/a-ratio wanneer de leerplicht wordt verhoogd naar 18 jaar?
(Zoals gebruikelijk: ceteris paribus)
(Zoals gebruikelijk: ceteris paribus)
A
De i/a-ratio stijgt
B
De i/a-ratio daalt
C
De i/a-ratio verandert niet
Slide 8 - Quizvraag
Wat gebeurt er met de i/a-ratio wanneer artsen strenger worden in mensen als arbeidsongeschikt aanmerken?
(Zoals gebruikelijk: ceteris paribus)
(Zoals gebruikelijk: ceteris paribus)
A
De i/a-ratio stijgt
B
De i/a-ratio daalt
C
De i/a-ratio verandert niet
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de i/a-ratio
in dit land?
in dit land?
Slide 10 - Open vraag
In land A bestaat de beroepsbevolking uit 10 miljoen mensen, er is 5% werkloosheid, en de p/a-ratio is 1,2. Er zijn 3 miljoen mensen met recht op een volledige uitkering.
Wat is de i/a ratio (1 decimaal)?
Wat is de i/a ratio (1 decimaal)?
