6.7 Niet ziek worden

Klas 1A
- Ga zitten
- Pak je boeken
- Inloggen in LessonUp
- Wees stil!
]
:)
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Klas 1A
- Ga zitten
- Pak je boeken
- Inloggen in LessonUp
- Wees stil!
]
:)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Module 6.7 Niet ziek worden




Module 6.7 Niet ziek worden 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?

  • Wat weet je nog van 6.6 over de scheidingsmethodes?
  • Uitleg 
  • Kennisvragen
  • Vragen
  • Begrippen memory


Waar ga je over leren?

  • Wat zijn ziekteverwekkers
  • Hoe werkt je afweersysteem
  • Hoe werkt inenten/vaccineren?
  • Wat is een voedselvergiftiging en een voedselinfectie?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Mengsel
D
Suspensie

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Mengsel
D
Suspensie

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het spul dat achterblijft in het filter wanneer je een suspensie filtreert?
A
Filtraat
B
Filter
C
Residu
D
Destilaat

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wlke methode kun je gebruiken om van zeewater drinkwater te maken?
A
Filtreren
B
Destilleren
C
Adsorberen
D
Bezinken en afgieten

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ziekteverwekkers
  • Infectie betekend dat ziekteverwekkers in je lichaam komen
  • Ziekteverwekkers zijn bacteriën en virussen. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Binnendringen
  • Ziekteverwekkers kunnen via voedsel, water, dieren of andere personen worden overgebracht
  • Ze komen binnen via mond, neus, geslachtsorganen of wondjes.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Virus
  • Dringt een cel binnen
  • Heeft de cel nodig om zich zelf te delen.
  • Wanneer er genoeg kopieën zijn gaat de cel dood en komen de virussen vrij. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bacterie
  • Kan zich zelf delen in je lichaam
  • Kan stoffen maken die giftig zijn waar je ziek van wordt!

  • Meeste bacteriën ongevaarlijk. In je darmen zitten heel veel bacteriën die je helpen. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem manieren waarop ziekteverwekkers ons lichaam binnendringen

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg - deel 2

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloed
  • Rode bloedcellen vervoer zuurstof
  • Bloedplaatjes laat bloed stollen bij een wond
  • Witte bloedcellen afweer tegen ziekteverwekkers

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Witte bloedcellen
  • Ontstaan in het beenmerg
  • Rijpen zich onder andere in lymfeknopen
      in je hals en lies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Witte bloedcellen
"vreetcellen"
  • Zijn vormloos en kunnen zo makkelijk uit het bloedvat gaan.
  • Vallen ziekte verwekkers aan die het lichaam zijn binnen gedrongen. 
  • Sluiten de ziekteverwekker in en verteren ze.
  • Bij een ontstoken wond hoopt het op dit noemen we dan pus of etter.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antigenen
Antigeen is een eiwit op de celmembraan.
Antigeen kan lichaamsvreemd zijn.

Witte bloedcellen gebruiken antigenen voor herkenning. Antigenen zijn voor alle ziektes uniek.
Antistoffen passen op antigenen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Witte bloedcellen
"antistofcellen"
  • Antistofcellen maken antistoffen tegen de antigenen. 
  •  Antistoffen binden zich op de antigenen van de ziekteverwekker. 
  • Vreetcellen ruimen de onschadelijk ziekteverwekker op. 


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Immuniteit
  • Wanneer je immuun bent dan kan je de ziekte niet nogmaals krijgen.(voorbeeld: waterpokken)
  • Dit komt door geheugencellen.
  • Geheugencellen onthouden welke antistoffen ze moeten maken tegen een bepaalde ziekte verwekker. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vaccineren/inenten
  • Verzwakte ziekteverwekkers
  • Je wordt niet ziek
  • Antistoffen en geheugencellen maken
  • Echte besmetting > ziekte geen kans

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedselinfectie
  • Via eten en drinken ziekteverwekkers
  • Misselijkheid, braken of diarree
  • Ziekteverwekkers uit je lichaam > uitdroging
  • Voorkomen;
     Water en voedsel verhitten
    Geen rauw voedsel eten

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Kennistest

Slide 25 - Tekstslide

Er volgen nu drie vragen om de voorkennis van de leerling te testen.
Virussen kunnen zich zelf delen buiten een cel?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een epidemie is...
A
Wanneer een virus zich heeft verspreid in het lichaam
B
Wanneer een bacterie zich heeft verspreid in het lichaam
C
Wanneer veel mensen besmet zijn met dezelfde ziekte verwekker
D
Een spuit om een allergische reactie tegen te gaan

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke antistof is het meest geschikt?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Antistof
Ziekteverwekker
Antigenen
Antistofcel
Vreetcel

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat krijg je ingespoten bij een vaccinatie?
A
Verzwakte ziekteverwekker
B
Antistoffen
C
De hele ziekteverwekker
D
Witte bloedcellen

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bonus: Waarom verspreid het covid-19 virus zich zo snel?
A
Het is nog nieuw: er is nog niemand immuun
B
Het verspreid makkelijk, zelfs door de lucht
C
Er is nog geen vaccin
D
Alle drie de antwoorden zijn goed

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Weektaak
Weektaak
  • 6. 7 Opdracht 1 t/m 20 werkboek
  • Video's Its Learning

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?
vragen?

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen memory
1 stapel begrippen en 1 stapel omschrijvingen
Juiste begrip + beschrijving
Tweetal/drietal
Meeste setjes kaarten wint!

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies