9.4

9.4
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

9.4

Slide 1 - Tekstslide

9.4 Ziek 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 9.4?
  • Je kunt opnoemen door welke ziekteverwekkers je ziek wordt
  • Je kunt beschrijven hoe deze ziekteverwekkers in je lichaam komen
  • Je kunt beschrijven hoe witte bloedcellen je weer beter maken
  • Je kunt uitleggen waarom en waarmee je wordt ingeënt
  • Je kunt uitleggen hoe je lichaam ziekteverwekkers herkent

Slide 3 - Tekstslide

Hoe word je ziek?
Infectie = besmetting
Infectieziekten: verkoudheid en griep
Besmet met een virus door: virus in te ademen, door iemand die besmet is aan te raken, voorwerpen aanraken die besmet zijn. 

Slide 4 - Tekstslide

Hoe word je ziek?
Ziekteverwekkers door micro-organismen:
- Bacteriën
- schimmels
- Virussen
Komen je lichaam op 2 manieren binnen:
  1. via de slijmvliezen (mond, neus, vagina of penis)
  2. via een wondje in je huid

Slide 5 - Tekstslide

Hoe word je ziek?
Ziekteverwekkers:
- Bacteriën: kunnen giftige stoffen afgeven en ontsteking veroorzaken
Bijv. longontsteking, ontstoken wond
Bacteriën delen zich.

- Virussen: dringen je cellen binnen. Dan vermeerderen ze, cel gaat kapot, je voelt je ziek.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Koorts
Hypothalamus
  • Regelt je lichaamstemperatuur
  • Koorts zorgt voor: 
  1. Sneller stromen bloed
  2. Sneller antistoffen
  • Temperatuur te hoog (42 graden Celcius):
  1. Eiwitten gaan kapot (bijv. enzymen)

Slide 8 - Tekstslide

Specifieke afweer door antistofcellen
- Ziekteverwekkers hebben lichaamsvreemde antigenen
- Antistofcellen maken antistoffen die passen op die antigenen
- Vreetcellen ruimen ziekteverwekkers op

Slide 9 - Tekstslide

Hoe genees je?
Afweer: je lichaam gaat aan het werk om de ziekteverwekkers uit te schakelen
Witte bloedcellen 2 soorten
Type 1: Witte bloedcellen die bacteriën opeten= vreetcellen --> pus/etter
Type 2: Witte bloedcellen die  antistofcellen maken--> immuun


Slide 10 - Tekstslide

''Vreetcellen''
''Antistofcellen''

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Wat gebeurt er bij inenten?
  • Het bestrijden van ziekteverwekkers kun je een handje helpen door je te laten inenten tegen een bepaalde ziekte
  • Je lichaam gaat antistoffen maken
  • Door inenten blijf je je hele leven lang immuun voor een bepaalde ziekte 

Slide 15 - Tekstslide

Immuun
Besmetting met ziekteverwekker:
  • Actieve immuniteit
  • Zelf antistoffen maken
  • Geheugencellen
Door vaccinatie (antigenen of RNA):
  • Actieve immuniteit
  • Zelf antistoffen maken
  • Geheugencellen
Inenting met antistoffen:
  • Passieve immuniteit
  • Korte tijd immuun
  • Geen geheugencellen

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Vier soorten immuniteit
  • Door besmetting met ziekteverwekker (actief)
  • Door vaccinatie met antigenen
  • Door injectie met antistoffen (passief)
  • Door borstvoeding 

Slide 19 - Tekstslide

Allergie
Immuun
Antistoffen
Infectie
Ziekteverwekker
Virus, bacterie of schimmel
beschermd tegen infectieziekten
Ziekteverwekkers die binnen het lichaam zijn en gaan vermenigvuldigen
Overgevoeligheid voor bepaalde stoffen
maakt ziekteverwekker onschadelijk

Slide 20 - Sleepvraag

Opdracht: Zet het in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
Vreetcellen verteren gekoppelde ziekteverwekkers
Ziekteverwekkers dringen het lichaam binnen
Antistofcellen maken de juiste antistof
De antistofcellen schakelen ziekteverwekkers uit
De antistofcellen gaan snel delen en maken allemaal antistoffen

Slide 21 - Sleepvraag

Een bacterie is een ziekte-verwekker.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

In de incubatietijd kun je niemand besmetten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Welke stoffen worden aangemaakt bij de specifieke afweer?
A
Antigenen
B
Antistoffen
C
Vreetcellen
D
Antistofcellen

Slide 24 - Quizvraag

Wat voor soort stof is een antigen?
A
cel
B
eiwit
C
hormoon
D
enzym

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Video

Orgaantransplantatie
Wanneer:
  • Als een orgaan niet goed werkt
Orgaanafstoting:
  • Andere antigenen op de cellen
  • Witte bloedcellen vallen het orgaan aan
Afweerremmers:
  • Geen of veel minder antistoffen
  • Na 5 jaar is ongeveer 1/3 alsnog afgestoten
Donorregister:
  • Aangeven of je wel of geen donor wilt zijn, als je niets aangeeft staat er 'geen bezwaar tegen orgaandonatie'

Slide 27 - Tekstslide