Cursus Spelling § 5 - Verkleinwoorden

WELKOM BIJ NEDERLANDS!

Leg je spullen klaar op tafel

Etui
Schrift
boek Nieuw Nederlands --> Blz. 230


1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WELKOM BIJ NEDERLANDS!

Leg je spullen klaar op tafel

Etui
Schrift
boek Nieuw Nederlands --> Blz. 230


Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
SPELLING
Je leert over verkleinwoorden;






Slide 2 - Tekstslide

Spelling

Lesdoel:


Je leert over verkleinwoorden;


Slide 3 - Tekstslide

Verkleinwoorden

Van zelfstandige naamwoorden kun je verkleinwoorden maken.
Een verkleinwoord maak je meestal door -je achter het woord te zetten: haak → haakje; rups → rupsje.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe schrijf je verkleinwoorden?
Soms moet je andere letters toevoegen om het goed te laten klinken, zoals -pje; -tje; of -etje:

– bloem → bloempje; schuim → schuimpje
– tuin → tuintje; grasmaaier → grasmaaiertje
– wandeling → wandelingetje; behang → behangetje

Slide 5 - Tekstslide

Hoe schrijf je verkleinwoorden?
Als het zelfstandig naamwoord eindigt op -ng, moet je soms -g vervangen door -k:

koning → koninkje; vergoeding → vergoedinkje.
Gebruik bij twijfel een (online) woordenboek.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Zelfstandig werken
Je werkt in cursus 7 Spelling (online of in je boek)
$5 Verkleinwoorden
KGT: boek blz. 230

timer
15:00

Slide 8 - Tekstslide

Evaluatie van de les

Heb je de lesdoelen ook behaald?

Je leert hoe je een verkleinwoord schrijft;



Slide 9 - Tekstslide

Heb je de lesdoelen behaald?
A
Ja, ik heb alle doelen behaald.
B
Nee, ik heb nog niet alle lesdoelen behaald.
C
Nee, ik heb geen enkel lesdoel behaald.

Slide 10 - Quizvraag