Paragraaf 2.4: Van alle markten thuis

Economieles 11 december
Herhaling paragraaf 3
Uitleg paragraaf 4

Boek + schrift + rekenmachine 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Economieles 11 december
Herhaling paragraaf 3
Uitleg paragraaf 4

Boek + schrift + rekenmachine 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen
Huiswerk vorige les (MNV paragraaf 2.3 opgave 1-12)

Doel: Iedere leerling weet hoe een evenwichtsprijs tot stand komt in een markt

Uitleg 2.4: De 4 verschillende marktvormen kunnen onderscheiden en herkennen

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
-100P +250 = 100P - 50
Op de plek van P 1,5 invullen
Qv = -100 * 1,5 + 250 = 100. 
Qa = 100*1,5 - 50 = 100. 

Bij een prijs van 1,5 en 
hoeveelheid van 100 is de 
markt in evenwicht

Slide 3 - Tekstslide

Stuur hier een foto van je schrift waar het huiswerk in staat

Slide 4 - Open vraag

Bespreken van het huiswerk
Belangrijke vragen: 
Vraag 4

Vraag 7

Vraag 9

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 4

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 7

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 9

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 9

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 9

Slide 10 - Tekstslide

Doelen vorige les
Je kunt met behulp van een grafiek (of formules) van vraag en aanbod het evenwicht op een markt, een overschot of tekort aflezen (of berekenen).
Je kunt met behulp van de vergelijkingen van de vraag- en aanbodlijn het evenwicht op een markt, een overschot of tekort berekenen.

Slide 11 - Tekstslide

Doelen 2.4
De 4 verschillende marktvormen kunnen onderscheiden en herkennen
Monopolie, Oligopolie, Monopolistische concurrentie & Volkomen concurrentie
Je kent en herkent de begrippen Kartel, prijzenoorlog, marktaandeel, homogeen & heterogeen product. 

Slide 12 - Tekstslide

Marktvormen
Iedere markt is verschillend, heeft diverse oorzaken

Homogeen/heterogeen product

1, weinig of veel aanbieders

Slide 13 - Tekstslide

Soort product
Heterogeen = In de ogen van de consument verschillend (zoals brood)

Homogeen = in de ogen van de consument identiek (zoals stroom)

Slide 14 - Tekstslide

Verschillende marktvormen
Monopolie: 1 aanbieder, homogeen product (vb vroeger Post & telefonie)
Oligopolie: enkele aanbieders, homogeen of heterogeen product, lastig toetreden (vb Automerken, supermarkten in Nederland)
Monopolistische concurrentie: Veel aanbieders, heterogeen product (vb Bakker, visboer)

Slide 15 - Tekstslide

Volkomen concurrentie
Veel aanbieders, homogeen product (vb grondstoffenmarkten)

Slide 16 - Tekstslide

Begrippen
Kartel
Prijzenoorloog
Marktaandeel
Kartelvorming

Slide 17 - Tekstslide

Doelen 2.4
De 4 verschillende marktvormen kunnen onderscheiden en herkennen
Monopolie, Oligopolie, Monopolistische concurrentie & Volkomen concurrentie
Je kent en herkent de begrippen Kartel, prijzenoorlog, marktaandeel, homogeen & heterogeen product. 

Slide 18 - Tekstslide