In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Leeratelier 8 maart
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Korte terug blik vorige week
Stage, Wat was leuk en wat was minder leuk?
Voorlezen
Voorlezen theorie
Oefenen
Hoe deed de ander het? (positieve feedback)
Wat vond je van de les?
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
Waarom is voorlezen belangrijk?
Wat is het verschil tussen actieve en passieve woordenschat?
Wat is jouw sterke punt en wat een verbeterpunt bij voorlezen?
Slide 3 - Tekstslide
Taalontwikkeling
Voorlezen
Slide 4 - Tekstslide
Welke herinneringen heb jij aan het voorlezen toen je nog klein was?
Slide 5 - Open vraag
Wat is het nut van het voorlezen van een kinderboek?
Slide 6 - Woordweb
Belang van voorlezen
Het bevordert de taalvaardigheid
Het kweekt enthousiasme voor lezen
Het geeft rust en regelmaat
Het geeft grip op de wereld
Het kan troost bieden
Het verhoogt het concentratievermogen
Het biedt warme, intieme momenten
Slide 7 - Tekstslide
Vanaf baby
Je kunt al voorlezen aan baby's van een paar weken oud.
Goed voor de taalontwikkeling
Bovendien is het goed voor de band moeder/vader/kind. (sociale-/emotionele ontwikkeling, later in de opleiding meer hier over)
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Bespreek met elkaar
Wat viel je op aan de ogen en bewegingen van baby David?
Slide 10 - Tekstslide
Taalontwikkeling
Taalgevoel: aangeboren
Omgeving belangrijk: interactie!
0-9 jaar: optimale leeftijdsfase voor taalverwerving
Slide 11 - Tekstslide
Wat is passieve woordenschat?
timer
1:30
Slide 12 - Open vraag
Wat is actieve woordenschat?
timer
1:30
Slide 13 - Open vraag
Actieve en passieve woordenschat
Actief: kind zegt deze woorden zelf
Passief: kind begrijpt deze woorden, maar spreekt ze nog niet uit
Naarmate kind ouder wordt: actieve woordenschat wordt groter!
Slide 14 - Tekstslide
Interactief voorlezen
Interactief voorlezen is een manier van voorlezen waarbij de voorlezer contact zoekt met de kinderen die hij voorleest, actief reacties uitlokt en deze gebruikt bij het voorlezen.
Slide 15 - Tekstslide
Voorbereiden van voorlezen
Kies een boek wat past bij de belevingswereld van kinderen.
Kies een boek om voor te lezen, wat je zelf ook leuk vindt om te lezen.
Lees het boek zelf voor die tijd goed door.
Bedenk wat moeilijke woorden zijn voor de kinderen.
Slide 16 - Tekstslide
Het voorlezen zelf
Kies een rustige plaats en maak er tijd voor
Zorg dat iedereen de plaatjes kan zien
Bespreek het kaft van het boek (introductie)
Leg moeilijke woorden uit
Lees de tekst duidelijk en rustig
Gebruik stemmetjes, en hard en zacht
Maak gebaren en toon mimiek
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Waarom is voorlezen zo belangrijk? (bedenk zoveel mogelijk antwoorden)
Slide 19 - Open vraag
Wist je dat...?
Als je iedere dag 10 minuten voorleest een kind in een jaar 1000 extra woorden leert?
Herhaling één van de belangrijkste ‘gereedschappen’ is bij de ontwikkeling van kleine kinderen
Kracht van herhaling…
Leren
Begrijpen
Houvast/veiligheid/structuur
Slide 20 - Tekstslide
Aan de slag
Kies 1 prentenboek
Lees om de beurten 2 bladzijdes voor en geef het boek door. Geef tussendoor geen commentaar.
Is het boek uit, dan ben je klaar
Slide 21 - Tekstslide
Feedback geven en ontvangen
Kies een ander prentenboek
Jullie gaan elkaar feedback geven
Persoon 1: Leest een aantal bladzijden voor
De anderen schrijven 1 top en 1 tip (ontwikkelingspunt) op. (zonder te overleggen)
Na afloop vertellen zij wat ze hebben opgeschreven en overhandigen het briefje.
De voorlezer bedankt voor de tips en tops EN BEWAART de briefjes.