OSRACT Periode 4 Les 1: Voorlezen

VOORLEZEN
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
ACTBMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 1.5 min

Onderdelen in deze les

VOORLEZEN

Slide 1 - Tekstslide

Welk boek kies je?
Welk voorleesboek je kiest hangt natuurlijk af van de leeftijd van je kind. Een baby voorlezen draait niet om het verhaal. Je baby luistert naar jouw stem, de klanken, het ritme, de emotie in je woorden. Voorlezen of vertellen, zingen of rijmen: het kind vindt het allemaal prachtig! 

Slide 2 - Tekstslide

Het belang van voorlezen
  • Voorlezen vergroot de woordenschat;
  • Voorlezen stimuleert de fantasie;
  • Voorlezen helpt kinderen te leren luisteren en zich te concentreren;
  • Voorlezen daagt uit om zelf te lezen;
  • Voorlezen stimuleert het inlevingsvermogen;
  • Voorlezen vergroot de liefde voor boeken;
  • Voorlezen zorgt voor meer zelfvertrouwen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is interactief voorlezen?
Voor elke leeftijd en ontwikkelingsfase!

Doel van interactief voorlezen is:
  • vergroten van taalvaardigheid (woordenschat, leesvaardigheid, verhaalstructuur, zinsbouw).
  • vergroten van leesplezier.

Slide 4 - Tekstslide

Interactief voorlezen
Interactief voorlezen is een manier van voorlezen waarbij de voorlezer contact zoekt met de kinderen die hij voorleest, actief reacties uitlokt en deze gebruikt bij het voorlezen.

Je kunt heel veel met je stem en intonatie. Daar heb je niet eens perse plaatjes bij nodig! Kijk maar:
(Filmpje is in het Engels)
 

Slide 5 - Tekstslide

Interactief voorlezen

  • Spelenderwijs.
  • Plaatjes bespreken.
  • Dingen laten aanwijzen.
  • Muziek/geluid.
  • Voelen.
  • Herhaling.

Slide 6 - Tekstslide

Stappenplan interactief voorlezen
  1. Introduceer het verhaal. Bekijk met z’n allen de kaft en de illustraties van het boek. Laat vervolgens de leerlingen voorspellen waar het verhaal over gaat. Vraag bijvoorbeeld over wie het verhaal gaat, waar het verhaal zich afspeelt of wat er gebeurt in het verhaal.
  2. Lees het verhaal voor. Stel tussendoor vragen over het verhaal en leg begrippen uit.
  3. Bespreek het verhaal na afloop. Vraag leerlingen of hun voorspelling klopte en laat ze vertellen over hoe het verhaal begon, wat het probleem was, welke oplossing er was voor het probleem en hoe het verhaal afliep.

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer begin je met voorlezen?
Met voorlezen kun je niet vroeg genoeg beginnen. Zelfs in de baarmoeder is je baby al bezig met taalontwikkeling! Dus pak er na de geboorte meteen een boekje bij. (Nou ja, misschien een week later.) Je hoeft niet te wachten tot je kindje kan zitten of praten! Je pasgeboren baby geniet van de klanken en ritmes wanneer jij voorleest. 
Voorlezen kun je net zolang blijven doen als jij en je kind willen. Ook kinderen die zelf goed kunnen lezen worden nog graag voorgelezen. Soms tot ver in de tienertijd!

Slide 8 - Tekstslide

Voorlezen als Nederlands je tweede taal is.
Is Nederlands niet jouw moedertaal? Dan kan voorlezen je onzeker maken. Maar voorlezen gaat niet alleen om woorden! Het gaat ook om samen zijn. Het gaat om klanken, ritme, het verhaal. Plaatjes helpen jullie allebei om het verhaal beter te begrijpen. Ook kun je de voorleesfilmpjes en luisterboeken van de Jeugdbibliotheek gratis gebruiken!

Slide 9 - Tekstslide

Alweer hetzelfde boekje...
“Die!”, roept het kind vrolijk. Met een ingehouden zucht pak je het boekje van de plank. Het boekje dat je gisteren ook al voorlas. En de dag daarvoor….
Jonge kinderen houden van herhaling. Geen zorgen; daar leert het kind juist heel veel van! Voor jou als volwassene is het verhaal inmiddels gesneden koek. Maar het kind legt elke keer nieuwe verbanden. 

Slide 10 - Tekstslide

Boekenstart
Als je baby ongeveer 3 maanden is, krijg je van de gemeente een speciale waardebon voor het BoekStartkoffertje. Ga met deze bon naar de Bibliotheek bij jou in de buurt, maak je baby lid en ontvang het gratis BoekStartkoffertje. Bezoek hierna de BoekStarthoek en bekijk welke leuke, nieuwe boekjes jij en je baby kunnen ontdekken!

Slide 11 - Tekstslide

Wat moet je NIET doen bij het voorlezen aan een peuter?
A
Plaatjes aanwijzen
B
Over de kaft praten
C
Vragen stellen over het boek.
D
De televisie aanzetten

Slide 12 - Quizvraag

Wat is interactief voorlezen?
A
Voorlezen met je ogen dicht
B
Voorlezen waarbij je de kinderen er bij betrekt
C
De kinderen lezen jou voor
D
Je besteedt hier aandacht aan meerdere ontwikkel aspecten

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Voorlezen stimuleert de
A
Taalontwikkeling
B
Woordenschat
C
Beide

Slide 15 - Quizvraag

Voorlezen en veel praten stimuleert de
A
Hechting
B
Taal ontwikkeling
C
Fijne motoriek
D
Grove motoriek

Slide 16 - Quizvraag

OPDRACHT
1. Maak tweetallen.
2. Kies samen een boek uit.
3. Ga het boek samen lezen.
4. Oefen met elkaar hoe je interactief moet voorlezen.
5. Hou hierbij rekening met het stappenplan uit slide 6 - 8.

Slide 17 - Tekstslide