Aan het einde van de les weet je wanneer je hoofdletters gebruikt.
Slide 2 - Tekstslide
Tekst
vorige week was het meivakantie lekker twee weken niet naar school twee weken doen waar je zelf zin in hebt wat heb je allemaal gedaan, ging je op visite heb je heel geslapen gegamed of gelogeerd bij een vriend of vriendin misschien ging je wel op vakantie naar frankrijk of duitsland wat het ook was zal je kon in ieder geval uitrusten en doen waar je zin in had voor een aantal van jullie begon de vakantie met het suikerfeest een goede start van de vakantie een gezellig feest met familie vrienden en lekker eten wat je ook gedaan hebt het was vast leuk
Slide 3 - Tekstslide
Waarom is de tekst die je net hebt gezien fout?
Slide 4 - Tekstslide
Waarom gebruiken we hoofdletters en leestekens?
Slide 5 - Tekstslide
Hoofdletters en leestekens
-Maken een tekst duidelijker en beter te lezen.
-De lezer kan de tekst zo veel beter begrijpen.
Welke regels ken je van de hoofdletters???????
Slide 6 - Tekstslide
Hoofdletters
-Elke zin begint met een hoofdletter.
Ik ga met Sophie naar Parijs.
Slide 7 - Tekstslide
Hoofdletters
- namen van mensen
-Aardrijkskundige namen: namen van plaatsen, streken en landen schrijf je ook met een hoofdletter.
Ik ga met Sophie naar Parijs.
-Maar ook bijvoorbeeld voor bergen, rivieren en woestijnen.
de Pyreneeën, de Schelde
Slide 8 - Tekstslide
Ook een hoofdletter bij:
- Namen van merken en producten
* Pringels, Ferrari, Coolcat
- feestdagen
* Moederdag
*Kerstmis
Slide 9 - Tekstslide
GEEN HOOFDLETTER BIJ:
* seizoenen
lente, zomer
* dagen
maandag
* maanden
oktober
Slide 10 - Tekstslide
Schrijf de zinnen met hoofdletters
ik was in amsterdam, toen ik milo tegen kwam.
we dronken samen coca cola.
Slide 11 - Tekstslide
Let op!!!!!
Mirjam de Bruin en M. de Bruin
maar als de voornaam of voorletter weggelaten wordt, krijgt een tussenvoegsel een hoofdletter.
mevrouw De Bruin
Schrijf nu je eigen voor en achternaam op.
Slide 12 - Tekstslide
Maak een spiekbriefje
Slide 13 - Tekstslide
Spiekbriefje hoofdletters
* Hoofdletter aan het begin van de zin.
* Hoofdletter bij namen van mensen, plaatsen, landen, streken, rivieren.
* Hoofdletters bij feestdagen en merken.
* M. de Groot mevrouw De Groot
Maken basis: opdracht 1 tot en met 3 blz. 214 (daarna nakijken)
kader : opdracht 1 tot en met 5 blz. 222 (daarna nakijken)
Als je klaar bent met nakijken, pak je je leesboek.
Slide 14 - Tekstslide
Je hebt nu geleerd:
-Hoofdletters aan het begin van een zin;
-Hoofdletters bij namen van mensen
- Hoofdletters bij steden, landen, rivieren
- Hoofdletters bij merken en feestdagen
De volgende les gaan we hiermee verder. We bespreken dan ?,! en ,,,,,,,,,,,
Slide 15 - Tekstslide
Volgende week is het meivakantie lekker twee weken niet naar school. Twee weken doen waar je zelf zin in hebt. Wat ga je allemaal doen?Ga je op visite, heel lang slapen, gamen of logeren bij een vriend of vriendin. Misschien ga je wel op vakantie naar Frankrijk of Duitsland. Wat het ook worden zal. Je kan in ieder geval uitrusten en doen waar je zin in hebt. Voor een aantal van jullie begint de vakantie met het Suikerfeest. Een goede start van de vakantie. Een gezellig feest met familie vrienden en lekker eten. Wat je ook gaat doen. Ik wens je heel veel plezier.