Hoofdletters (les 13)

Hoofdletters
Wat heb je nodig?
- Kern lesboek
- Laptop
-Laptop oplader
- Schrift
- Etui
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdletters
Wat heb je nodig?
- Kern lesboek
- Laptop
-Laptop oplader
- Schrift
- Etui

Slide 1 - Tekstslide

Wat leer je vandaag?
- Ik weet wanneer ik een hoofdletter schrijf

- Ik kan in een zin de juiste hoofdletters invullen
- Ik kan uitleggen wanneer je wel en niet een hoofdletter moet schrijven
- Ik kan zelf goede zinnen maken met het juiste gebruik van hoofdletters


Slide 2 - Tekstslide

Waarom maken we gebruik van hoofdletters?

Slide 3 - Open vraag

Wanneer schrijf je een hoofdletter?

1. Aan het begin van een zin: Ik moet morgen vroeg opstaan
2. Als een zin met een apostrof (') begint, krijgt de eerste letter van het woord daarna de hoofdletter: 's Ochtends moet ik vroeg opstaan.

Slide 4 - Tekstslide

Welk antwoord is goed?
A
's Nachts
B
's nachts
C
'S nachts
D
'S Nachts

Slide 5 - Quizvraag

Wanneer schrijf je een hoofdletter?
3. Eigennamen: 
- personen: Jan Janssen, Piet van den Berg, meneer Van Dijk
- instituten: Voedingscentrum
- merken en bedrijven: Nike, MediaMarkt
- historische gebeurtenissen: de Tweede Wereldoorlog
- feestdagen: Kerstmis, Suikerfeest

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer schrijf je een hoofdletter?

4. Aardrijkskundige namen en afleidingen daarvan: Rotterdam, Nederlands
5. Heilige namen: God, Allah
6. Titels: Alice in wonderland, Spijt!

Slide 7 - Tekstslide

Welke antwoorden zijn goed?
A
Pasen
B
pasen
C
Paasvakantie
D
paasvakantie

Slide 8 - Quizvraag

Welk antwoord is goed?
A
franse les
B
Franse les
C
Franse Les
D
franse Les

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer schrijf je GEEN hoofdletter?

1. Bij maanden en dagen: januari, maandag
2. Bij windstreken: noordoosten
3. Bij historische tijdperken: oudheid, middeleeuwen
4. Bij woorden die afgeleid zijn van feestdagen: kerstvakantie

Slide 10 - Tekstslide

Wanneer schrijf je een hoofdletter?

1. Aan het begin van een zin: Ik moet morgen vroeg opstaan
2. Als een zin met een apostrof (') begint, krijgt de eerste letter van het woord daarna de hoofdletter: 's Ochtends moet ik vroeg opstaan.

Slide 11 - Tekstslide

Wanneer schrijf je een hoofdletter?
3. Eigennamen: 
- personen: Jan Janssen, Piet van den Berg, meneer Van Dijk
- instituten: Voedingscentrum
- merken en bedrijven: Nike, MediaMarkt
- historische gebeurtenissen: de Tweede Wereldoorlog
- feestdagen: Kerstmis, Suikerfeest

Slide 12 - Tekstslide

Wanneer schrijf je een hoofdletter?

4. Aardrijkskundige namen en afleidingen daarvan: Rotterdam, Nederlands
5. Heilige namen: God, Allah
6. Titels: Alice in wonderland, Spijt!

Slide 13 - Tekstslide

Wanneer schrijf je GEEN hoofdletter?

1. Bij maanden en dagen: januari, maandag
2. Bij windstreken: noordoosten
3. Bij historische tijdperken: oudheid, middeleeuwen
4. Bij woorden die afgeleid zijn van feestdagen: kerstvakantie

Slide 14 - Tekstslide

Voeg hoofdletters toe:
mevrouw van dijk brengt op maandag altijd haar hond naar utrecht.

Slide 15 - Open vraag

Voeg hoofdletters toe:
arend-jan gaat vaak tijdens de kerst op vakantie in het zuiden van nederland

Slide 16 - Open vraag

Oefenen met hoofdletters
Maak de opdrachten uit de weektaak van week 37 (zie de studiewijzer op Magister)

Succes!

Slide 17 - Tekstslide