woordenschat week 6 A+B

• Nederlands
• Lager onderwijs

woordenschat 

week 6 A+B

Wat is de betekenis van het begrip 'kneuzing'?

1. Een snijwond door een scherp voorwerp
2. Beschadiging in je lichaam door een klap, val of stoot
3. Een ontsteking in de huid
4. Een breuk van een bot

Wat zijn de symptomen van een eerstegraadsbrandwond?

1. De huid is rood en er is bloeding
2. De huid is rood en een beetje gezwollen
3. De huid is wit of juist zwart
4. De huid is rood en er zijn blaren

Wat is de betekenis van het woord 'kalm'?

1. Luidruchtig en chaotisch
2. Zonder veel drukte, onrust of beweging
3. Georganiseerd en gestructureerd
4. Snel en hectisch

Wat is een ander woord voor 'ongeluk'?

1. Gelukkig toeval
2. Vreugde en geluk
3. brokken maken
4. Onverwachte vreugdevolle gebeurtenis

Wat is het gevolg van een kneuzing?

1. Gebroken bot, koorts, jeuk
2. Pijn, blauwe plek, zwelling

Wat is een verstuiking?

1. Gebroken arm, ontwrichte schouder, gescheurde spier
2. Oprekking of inscheuring van een gewricht of gewrichtsbanden zonder dat er een botbreuk is

Wat is verslikken?

1. Zo slikken dat iets in je maag komt
2. Zo slikken dat iets in je luchtpijp komt
3. Zo slikken dat iets in je slokdarm komt
4. Zo slikken dat iets in je keel blijft steken

Wat zijn schouderbladen?

1. Botten in je benen
2. Botten in je nek
3. 2 platte botten boven je rug waar je armen aan vast zitten
4. Botten in je handen

Wat is de Hemlich-greep?

1. Techniek om ademhaling te vertragen
2. Techniek om rugklachten te verhelpen
3. Techniek om armen te strekken
4. Techniek om luchtpijp vrij te krijgen

Wat is een meldkamer?

1. Een politiebureau
2. Een plek waar mensen samenkomen
3. Een supermarkt
4. Centraal punt waar oproepen voor hulp binnenkomen

Wat is een slachtoffer?

1. Een professionele atleet
2. Een vrijwilliger in een ziekenhuis
3. Iemand die door een gebeurtenis, ongeluk gewond raakt
4. Een winnaar van een loterij