241003 Oefentoets spelling 1-6 + Lezen §2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom H2a!

Deze spullen heb ik nodig:

• werkboek
  
• schrift
• iPad
• etui

Wat gaan we doen?

• Lezen 'Lily'  (15 min)
  
• Meer dan lezen §2: signaalwoorden (25 min)
  
• Oefentoets spelling §1-6 (25 min)
• Lesafsluiting (5 min)
  

Lily

Ministers

Vuilzwervers

Wie is Samuel?

Wat gaan we doen?

• Lezen 'Lily'  (15 min)
  
• Meer dan lezen §2: signaalwoorden (25 min)
  
• Oefentoets spelling §1-6 (25 min)
• Lesafsluiting (5 min)
  

Leerdoelen lezen §2

Ik weet wat signaalwoorden zijn.

Ik weet wat het begrip 'tekstverband' betekent.

Ik kan een chronologisch, concluderend, opsommend, tegenstellend en toelichtend verband herkennen in een tekst.

Lezen §2

Eerst ging ik naar school, daarna naar de voetbal.

Mijn beste vriend is erg grappig, ook is hij erg vriendelijk.

Ik wil het wel doen, maar eerst maak ik mijn huiswerk.

Ik heb veel verschillende merkschoenen, zoals Nike en Adidas.

Lezen §2

Eerst ging ik naar school, daarna naar de voetbal.

Mijn beste vriend is erg grappig, ook is hij erg vriendelijk.

Ik wil het wel doen, maar eerst maak ik mijn huiswerk.

Ik heb veel verschillende merkschoenen, zoals Nike en Adidas.

Tekstverbanden - signaalwoorden

Chronologisch verband	vroeger - nu - later, eerst - daarna, vervolgens, binnenkort, jaartallen (in 1999 - in 2020).
Concluderend verband	al met al, dus, concluderend, daarom, dat houdt in
Opsommend verband	ten eerste - ten tweede, bovendien, ook, opsommingstekens (punten, streepjes)
Tegenstellend verband	daarentegen, maar, tegenover, ondanks dat
Toelichtend verband	bijvoorbeeld, zoals, neem nou, denk aan, zo

Vanmorgen heb ik een boterham gegeten, vanmiddag een kapsalon en vanavond eet ik een salade.

1. chronologisch verband
2. concluderend verband
3. tegenstellend verband
4. toelichtend verband

Ik houd enorm veel van Harry Potter. Mijn zus vindt het echter maar saai.

1. chronologisch verband
2. concluderend verband
3. tegenstellend verband
4. toelichtend verband

De Italiaanse vakman laat zien dat een pizza bereiden vooral handwerk is. Zo masseert hij het deeg eerst heel zorgvuldig.

1. chronologisch verband
2. concluderend verband
3. tegenstellend verband
4. toelichtend verband

Oefenen signaalwoorden

We bekijken samen tekst 1 (blz. 10) en maken de eerste vragen samen.

Maak nu opdracht 1 t/m vraag 8

We kijken de opdracht straks gelijk na.

Hoe: Je werkt in tweetallen

Wat: Werkboek, pen

Klaar: Leer voor de toets spelling > cursus 7: §8 of trainen

Wat gaan we doen?

• Lezen 'Lily'  (15 min)
  
• Meer dan lezen §2: signaalwoorden (25 min)
  
• Oefentoets spelling §1-6 (25 min)
• Lesafsluiting (5 min)
  

Oefentoets spelling

Maak de oefentoets en kijk deze zelf na.

Kies daarna zelf:

• Oefen verder via de onlinemethode: cursus 7 > §8 of trainen
• Maak Meer dan lezen §2 (blz. 10) opdracht 1 verder af
• Lees uit je boek

Hoe: Je werkt alleen

Wat gaan we doen?

• Lezen 'Lily'  (15 min)
  
• Meer dan lezen §2: signaalwoorden (25 min)
  
• Oefentoets spelling §1-6 (25 min)
• Lesafsluiting (5 min)
  

Lesafsluiting

• Hoe ga jij je nog voorbereiden op de toets?
• Zijn er nog vragen? 
  
  

• Volgende les:
  SO Spelling §1-6
  
  Huiswerk voor volgende week:
  Meer dan lezen §2: opdracht 1 (blz. 10)

Volgende les:

• SO Spelling §1-6
  
  

Huiswerk:

-