Basisstof 1.3 Cellen van dieren en planten
1 / 23
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Een orgaan bestaat uit
A
een weefsel
B
meerdere weefsels
Slide 4 - Quizvraag
Hiernaast zie je een orgaanstelsel. Welk orgaanstelsel is dit?
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Beenderstelsel
D
Verteringsstelsel
Slide 5 - Quizvraag
Het torso:
Hoe heet het donker bruine orgaan?
Hoe heet het donker bruine orgaan?
A
Het hart
B
De maag
C
De long
D
De lever
Slide 6 - Quizvraag
Welk onderdeel van het torso wordt aangegeven met nummer 7
A
Long
B
Dunne darm
C
Maag
D
Milt
Slide 7 - Quizvraag
Kijk goed naar de torso. Wat wordt er bij 10 aangegeven?
A
De maag
B
De longen
C
De nieren
D
De dikke darm
Slide 8 - Quizvraag
In de tekening zie je een torso en een dwarsdoorsnede van de torso. Op welke plaats is de dwarsdoorsnede gemaakt? Let op: (Selecteer de juiste letter in het antwoord)
A
A
B
B
C
C
Slide 9 - Quizvraag
Kijk goed naar de torso. Wat wordt er bij 11 aangegeven?
A
De maag
B
De longen
C
De nieren
D
De dikke darm
Slide 10 - Quizvraag
Hoe heet het orgaan dat is aangegeven met C?
A
Dunne darm
B
Nier
C
Dikke darm
D
Long
Slide 11 - Quizvraag
Hoe heet het orgaan dat is aangegeven met E?
A
Maag
B
Long
C
Lever
D
Alvleesklier
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Hoe heet deel 4?
A
Celmembraan
B
Vacuole
C
Cytoplasma
Slide 15 - Quizvraag
Dierlijke cel
Slide 16 - Woordweb
Plantaardige cel
Slide 17 - Woordweb
Een bloem van een plant is
A
een cel
B
een weefsel
C
een orgaan
D
een orgaanstelsel
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Dierlijke cel
Plantencel
Celwand
Celmembraan
Cytoplasma
Vacuole
Bladgroenkorrel
Celkern
