6.3 Gedrag beschrijven

Waarneming en gedrag
6.3 Gedrag beschrijven
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Waarneming en gedrag
6.3 Gedrag beschrijven

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Huiswerk
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Vragen
  • Nabespreken
  • Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Welke vragen van het huiswerk willen jullie dat ik bespreek?

Slide 3 - Open vraag

Leerdoelen
  • Je kunt toelichten wat gedrag is en hoe gedrag is ingedeeld.
  • Je kunt omschrijven wat ethologie inhoudt, hoe je gedrag kunt bestuderen en de invloed van gedragsonderzoek op de maatschappij toelichten.

Slide 4 - Tekstslide

Ethologie
De tak van de biologie waarbij de studie van het gedrag van dieren centraal staat.

Gedrag = alle waarneembare activiteiten van een dier of mens.

Slide 5 - Tekstslide

Waarom?
  1. Welke functie heeft gedrag in de natuur?
  2. Wat is de directe aanleiding voor gedrag?
  3. Hoe ontstaat gedrag tijdens de ontwikkeling van een dier?
  4. Hoe verandert gedrag in de loop van de evolutie?


Slide 6 - Tekstslide

Daarom!
  1. Succesvol gedrag leidt tot overleving, groei en voortplanting
  2. Gedrag ontstaat als reactie op inwendige en uitwendige prikkels
  3. Succesvol gedrag wordt geleerd door: inprenting, gewenning, imitatie, oefening, operant- en klassiek conditioneren en inzicht.
  4. Volgt in H5

Slide 7 - Tekstslide

Adequaat gedrag
De overlevingskansen en fitness van een dier worden vergroot wanneer het gedrag goed is aangepast aan de (milieu)omstandigheden..

Slide 8 - Tekstslide

Gedragselementen
Prikkel -> zintuigcellen (receptoren) -> impulsen via neuronen (conductoren) -> centrale zenuwstelsel -> verwerking = respons (reactie van effector; spier of klier)


Gedragssysteem: handelingen met een gemeenschappelijk doel
Gedragsketen: het effect van de ene handeling leidt tot een volgende handeling

Slide 9 - Tekstslide

Bestuderen (van gedrag)
Objectief: feitelijke waarnemingen 

Subjectief: bevat een interpretatie

Antropomorfisme: toekennen van meningen / menselijke gevoelens / bewustzijn / motivatie / interpretaties aan organismen zonder bewijs


Slide 10 - Tekstslide

Bestuderen (van gedrag)
Echt objectief: rond voorwerp, ingedeukt aan de bovenzijde. Rood van kleur met groene stippen van 2 mm doorsnede, etc.

Objectief: afbeelding van een appel

Subjectief: appel

Antropomorfisme: Deze appel toont met zijn kleur aan dat hij opgegeten wil worden, zodat zijn zaden verspreid worden.




Slide 11 - Tekstslide

Ethogram: objectieve beschrijving van de verschillende handelingen die bij een diersoort voor kunnen komen

Slide 12 - Tekstslide

Protocol 

Een protocol is een lijst van de achtereenvolgens waargenomen handelingen van het dier.

Wat wil je onderzoeken?
  • Hoe vaak
  • Hoe lang
  • In welke volgorde (gedragsketen)

Slide 13 - Tekstslide

Het huiswerk
Leren en maken 6.3

Slide 14 - Tekstslide