1.Wij zijn blij en verheugd met de komst van onze dochter.
2.Dat zal vast en zeker een succes zijn!
3.Je moet deze opdracht overnieuw maken.
4.Het gebouw is van grijs beton.
5.Wij moeten de nadelen zorgvuldig intaxeren.
6.Het is niet altijd pais en vree bij ons thuis.
7.Op het werk is een nieuwe vrouwelijke typiste aangenomen.