17/03 Taalverzorging 5 + 6

3C Nederlands
17 maart 2023
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3C Nederlands
17 maart 2023

Slide 1 - Tekstslide

Planning komende tijd
Toetsweek --> SE Taalverzorging H1 t/m H6

De komende 7 lessen werken we naar de toetsweek toe!

Slide 2 - Tekstslide

Planning vandaag
Uitleg Taalverzorging H5 + H6

H5 - Tussenletters in samenstellingen
H5 -  Werkwoorden spellen

H6 - Aan elkaar of los
H6 -  Schrijven zonder fouten


Slide 3 - Tekstslide

H5 - Tussenletters
Je kunt een nieuw woord maken door twee bestaande woorden aan elkaar te plakken. Dit is een samenstelling. De woorden in een samenstelling kun je vaak gewoon aan elkaar vast schrijven, maar dit kan niet altijd. Je moet dan een tussenletter gebruiken. 

Slide 4 - Tekstslide

H5 - Tussenletters: -en-
Gebruik -en-
  • Als het eerste woord een zelfstandig naamwoord is met alleen een meervoud op -en: roos + geur = rozengeur

Gebruik geen -en- als het eerste woord
  • een meervoud op -s heeft: garages, dus: garagebedrijf
  • een meervoud op -en én -s heeft: groenten en groentes, dus: groentesoep
  • iets is waarvan er maar één is, zoals 'zon'  of 'maan': zonnescherm
  • een versterkende betekenis heeft: apetrots, reuzesterk

Slide 5 - Tekstslide

H5 - Tussenletters -s-
Gebruik -s-
  • als je de -s- hoort: beroepsvoetballer, lievelingskleur

Vervang het tweede woord als dat met een -s begint. Je hoort dat of je een tussen -s moet gebruiken:
varkensstal, want varkensvlees

Slide 6 - Tekstslide

H5 - Werkwoordspelling
We hebben alle werkwoordsvormen geleerd. Om te bepalen welke vorm je moet schrijven, kun je het schema gebruiken (blz. 200 in je boek)

Op twee plaatsen in het schema kun je twijfelen:
  • bij de verleden tijd van een zwak werkwoord: moet je -te(n) of -de(n) schrijven?
  • als het woord geen persoonsvorm is: moet je een -t of -d schrijven?




Slide 7 - Tekstslide

H5 - Werkwoordspelling
Twijfel je? Gebruik de regel van 't ex-fokschaap

1. Haal -en van het hele werkwoord af
2. Staat de laatste letter in 't ex-fokschaap? Gebruik -t/-te/-ten
Gebruik in alle andere gevallen -d/-de/-den

blaffen/boren/slopen/groei

Slide 8 - Tekstslide

H6 - Aan elkaar of los

Als twee of meer woorden samen één begrip vormen, schrijf je ze aan elkaar. Dat kunnen werkwoorden zijn, zoals: ophalen, nakijken en terugsturen. Het kunnen ook samenstelling zijn, zoals: vliegtuigstoel, winterjas en dierenvoer.


Slide 9 - Tekstslide

H6 - Aan elkaar of los
Deze woorden schrijf je aan elkaar:

  • Werkwoorden die beginnen met woordjes als: op, over, na 
    - Ik moest mijn adres opschrijven. Het huiswerk is nagekeken.

  • Woorden die samen één begrip vormen. 
- scheurkalender, wegwerpverpakking, tweekamerflat


Slide 10 - Tekstslide

H6 - Schrijven zonder fouten
Vaak is een foutloze tekst extra belangrijk, bijvoorbeeld als je voor school een verslag of examenopdracht schrijft.

Slide 11 - Tekstslide

H6 - Schrijven zonder fouten
Zo zorg je voor zo min mogelijk fouten

  • Maak je zinnen niet te lang en ingewikkeld
  • Controleer je tekst op slordigheden:
    - Geen letters vergeten/omgewisseld?
    - Staan woorden op de juiste manier aan elkaar?
    - Namen en zinnen met hoofdletters?
    - Leestekens op de juiste plaats?

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag 
H5 - Tussenletters in samenstellingen (blz. 132)
Maken: 1, 2, 3 en 4

H5 - Werkwoorden spellen (blz. 134)
Maken: 1, 2, 3 en 5 

H6 - Aan elkaar of los (blz. 158)
Maken: 1, 2, 4 en 6

Slide 13 - Tekstslide