Gesprekken voeren

Gesprekken voeren
Week 4
LE2
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Gesprekken voeren
Week 4
LE2

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van de les
  • - Huiswerk vorige week checken/vragen
  • - Mentimeter (vorige les) bespreken 
  • - Volledige 'gesprekscriteria lijst' doornemen
  • - Casus spelen + beoordelen
  • - Quiz
  • - Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk / mentimeter
Terugblik (gesprekken voeren met een zorgvrager)
Hoe staat iedereen er voor?

Slide 3 - Tekstslide

Gesprekscriteria
1. De student zoekt aansluiting bij de zorgvrager 
2. De student maakt oogcontact met de zorgvrager 
3. De student stelt de zorgvrager op zijn/haar gemak 
4. De student geeft het doel van de instructie aan 
5. De student stelt gesloten vragen aan de zorgvrager 
6. De student stelt open vragen aan de zorgvrager (en vraagt eventueel door) 
7. De student houdt rekening met de mogelijkheden van de zorgvrager 
8. De student checkt of de zorgvrager nog vragen heeft na afloop van de instructie 
9. De student zet de communicatiekaart in als hulpmiddel tijdens het uitvoeren van de instructie 
10. De student rond het gesprek af met de zorgvrager 

Slide 4 - Tekstslide

Rollenspel
Iris (verzorgende)
Gera (zorgvrager)

Klassikaal nabespreken

Slide 5 - Tekstslide

Quiz 
Gespreksvoering

Slide 6 - Tekstslide

Als verzorgende moet je vooral letten op wát iemand zegt en minder op de lichaamstaal
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

De verbale en non-verbale signalen die iemand afgeeft, kunnen elkaar tegenspreken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Als verzorgende sta je op het punt om een nieuwe zorgvrager te ontmoeten.
Wat kan je beter NIET doen? (er kunnen meerdere antwoorden goed zijn)
A
Jezelf met een glimlach voorstellen
B
Je mening geven in een startzin
C
Oogcontact houden
D
Over jezelf praten

Slide 9 - Quizvraag

Wat kun je doen om de zorgvrager wat te laten vertellen? (meerdere antwoorden kunnen goed zijn)
A
De andere kant opkijken
B
Heel veel over jezelf vertellen
C
Vervolgvragen stellen
D
De laatste zin of woorden nog eens herhalen, liefst op een vragende toon

Slide 10 - Quizvraag

Om een gesprek lopende te houden, kan je het best … vragen stellen.
A
Gesloten
B
Open

Slide 11 - Quizvraag

Als een antwoord op een vraag te weinig informatie oplevert, wat kun je dan het beste doen?
A
Vragen: Kunt u de vraag herhalen?
B
Ja knikken en hmhm zeggen
C
Vragen: Wat bedoelt u daar precies mee?

Slide 12 - Quizvraag

Wat vond je van de les en kan iets benoemen waar of je (er)van geleerd hebt

Slide 13 - Open vraag

Huiswerk
Bereid je samen met je twee/drietal goed voor op de toets
Oefen de casus door hem uit te spelen

Heel veel succes volgende week!

Slide 14 - Tekstslide