Oligopolie

Oligopolie
Aan het eind van de les:
  • ken je de kenmerken van een oligopolie
  • kun je uitleggen hoe speltheorie een rol speelt bij het evenwicht dat uiteindelijk ontstaat bij een duopolie en 
  • kun je (weer) een situatie speltheoretisch analyseren

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Oligopolie
Aan het eind van de les:
  • ken je de kenmerken van een oligopolie
  • kun je uitleggen hoe speltheorie een rol speelt bij het evenwicht dat uiteindelijk ontstaat bij een duopolie en 
  • kun je (weer) een situatie speltheoretisch analyseren

Slide 1 - Tekstslide

Marktvormen
Volledig vrije mededinging
Monopolie
Monopolistische concurrentie
Oligopolie

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerken oligopolie
  • Beperkt aantal aanbieders
    - vier grootste aanbieders samen 70% of hoger
    - duopolie (2 aanbieders)
  • Kan homogeen of heterogeen product zijn
  • Toetredingsdrempels hoog
  • Transparatie (hangt af van homogeen of heterogeen product). Hoe groter de verschillen > minder transparant.

Slide 3 - Tekstslide

Oligopolie kan ontstaan door
  • Schaalvoordelen en kostenvoordelen bij productie op grote schaal
  • Verzonken kosten door hoge startinvesteringen

Slide 4 - Tekstslide

Monopolies veranderen in oligopolies
  • Gebeurt vaak (telefoon netwerk, vliegtuigmaatschappijen, Energieleveranciers, etc)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wat zijn de gevolgen op de markt als ptt/kpn de monopolie verliest?

Slide 7 - Woordweb

Duopolie
Als er maar twee oligopolies zijn, noem je het een duopolie.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel winst kunnen Jan en Lisa samen behalen?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Hoeveel wordt er in de markt aangeboden en tegen welke prijs?
A
750 voor 5 euro
B
750 voor 6,50 euro
C
900 voor 5 euro
D
900 voor 6,50 euro

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Wat is de nieuwe prijs in de markt als één van de aanbieders besluit de afspraak te breken?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Een dominante strategie is
A
de strategie waarbij ik de markt domineer
B
de suboptimaal
C
de strategie die het best is ongeacht de keuze van de ander
D
de optimaal

Slide 26 - Quizvraag

een gevangenendilemma
A
zijn er dominante strategiëen
B
is er een sub-optimaal Nash-evenwicht
C
beide zijn juist

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

De afspraak breken is de dominante strategie.
Je houden aan de afspraak is zwak gedomineerd.

Een gedomineerde strategie is een strategie die je nooit speelt omdat er één of meerdere strategieën een altijd een beter resultaat opleveren.

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 25

Ben je klaar? Dan kun je aan de slag met 20 en 21.

Huiswerk wordt: 20, 21, 26, 27, 28

Slide 31 - Tekstslide