Taaltoets Nederlands voor 2 VWO

Taaltoets Nederlands voor 2 VWO
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taaltoets Nederlands voor 2 VWO

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
In deze les zullen we tekstverbanden, zinsdeelstukken, woordsoorten, leenwoorden en Engelse werkwoorden leren voor de Nederlands toets.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over tekstverbanden en grammatica in het Nederlands?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Tekstverbanden en signaalwoorden
Causale verbanden, temporele verbanden, conditionele verbanden en conclusieve verbanden zijn voorbeelden van tekstverbanden.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zinsdeelstukken
Een bijvoeglijke bepaling geeft extra informatie over een zelfstandig naamwoord. Een ondergeschikte bijwoordelijke bepaling geeft extra informatie over een werkwoord.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammatica woordsoorten
Aanwijzende voornaamwoorden wijzen naar specifieke personen of zaken. Vragende voornaamwoorden worden gebruikt om vragen te stellen. Onbepaalde voornaamwoorden verwijzen naar iets onbekends of onbepaalds.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Engelse en Franse leenwoorden
Leenwoorden zijn woorden die uit een andere taal zijn overgenomen. Voorbeelden van leenwoorden zijn 'restaurant' en 'café'.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Engelse werkwoorden
Engelse werkwoorden worden vaak gebruikt in het Nederlands, zoals 'downloaden' en 'updaten'.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeldvragen - Tekstverbanden
Welk tekstverband wordt gebruikt in de zin 'Hij kwam te laat omdat de trein vertraging had'? Wat is het signaalwoord?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeldvragen - Zinsdeelstukken
Geef een voorbeeld van een zin met een bijvoeglijke bepaling en een zin met een ondergeschikte bijwoordelijke bepaling.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeldvragen - Woordsoorten
Welk type voornaamwoord is 'dit' en geef een voorbeeld van een vragend voornaamwoord.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeldvragen - Leenwoorden en Engelse werkwoorden
Noem drie Engelse leenwoorden en geef een voorbeeld van een Engels werkwoord dat veel in het Nederlands wordt gebruikt.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefentoets
Geef de studenten een oefentoets met vragen over tekstverbanden, zinsdeelstukken, woordsoorten, leenwoorden en Engelse werkwoorden.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feedback
Bespreek de antwoorden van de oefentoets en geef waar nodig extra uitleg over de onderwerpen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktijktoepassing
Laat de studenten een korte tekst schrijven waarin ze bewust gebruik maken van tekstverbanden, zinsdeelstukken, woordsoorten, leenwoorden en Engelse werkwoorden.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Peer Review
Laat de studenten elkaars teksten lezen en feedback geven op het gebruik van de geleerde onderwerpen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling
Herhaal kort de belangrijkste punten van de les en beantwoord eventuele resterende vragen van de studenten.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Sluit de les af door de studenten aan te moedigen om de geleerde onderwerpen te blijven oefenen en toe te passen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.