6.2 Verteringsstelsel 4H 2122

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
6.2 Verteringsstelsel
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
6.2 Verteringsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Doel 6.2
Je leert wat verteren is
Je leert welke weg je voedsel aflegt door je verteringskanaal
Je leert welke organen je voedsel verteren

Slide 2 - Tekstslide

Wat is vertering?

Slide 3 - Tekstslide

Verteringsstelsel
Functie:
Er voor zorgen dat voedings-
stoffen uit je voedsel op de
plek komen waar ze nodig zijn.


 

Slide 4 - Tekstslide

Verteringsstelsel
Functie:
Vertering (klein maken)
Opname (in je bloed)
Opslag (tijdelijk bewaren)
Transport (naar het doel)

 

Slide 5 - Tekstslide

Welke route
legt je voedsel
af door je spijsver-
teringskanaal?

Slide 6 - Tekstslide

Mondholte - gebit
Nodig voor het fijnmalen van je voedsel.
Gebit is aangepast aan dieet.
melkgebit/ volwassen gebit.
Fijnmalen is nodig zodat enzymen beter je voedsel kunnen afbreken.

Mechanische vertering/ mechanische verkleining




 

Slide 7 - Tekstslide

Gebit - oppervlaktevergroting

Slide 8 - Tekstslide

Chemische afbraak
Voedingsstoffen bestaan uit macromoleculen/ grote moleculen.
Koolhydraten, eiwitten, vetten

Deze grote moleculen moeten in stukken worden geknipt om te kunnen opnemen in het bloed vanuit je darmen.


Slide 9 - Tekstslide

Chemische afbraak
Koolhydraten, eiwitten, vetten

Polymeren: moleculen die zijn opgebouwd uit een groot aantal vrijwel identieke bouwblokken.

Welke zijn polymeren? Koolhydraten, eiwitten, vetten, DNA?


Slide 10 - Tekstslide

Mondholte
Speekselklieren maken speeksel (BINAS 82F):
Slijm: vergemakkelijkt het slikken
Enzym: breekt zetmeel af


Slide 11 - Tekstslide

Slokdarm
                                                                                                                   Langs de hele route 
(slokdarm, maag, darmen)
zorgen lengte- en kring-
spieren ervoor dat het
voedsel de goede kant
op beweegt. 

Slide 12 - Tekstslide

Maag
Maagsapklieren maken maagsap (BINAS82F):
Zoutzuur: lage pH. Doodt bacteriën
Pesinogeen (inactief enzym), bij lage pH (in het maagzuur) wordt hieruit een actief enzym gevormd: enzym knipt eiwitten in stukken
Slijm: beschermt de maagwand tegen het zuur én tegen de werking van het enzym

Slide 13 - Tekstslide

12 vingerige darm (eerste deel dunne darm)

Afvoergang van galblaas
In de lever wordt gal gemaakt
en dit wordt in de galblaas
opgeslagen (via de galgang).
Gal helpt bij de vertering van vetten



Slide 14 - Tekstslide

12 vingerige darm (eerste deel dunne darm)

Afvoergang van alvleesklier
In de alvleesklier wordt 
alvleessap gemaakt:
Enzymen voor de afbraak
van DNA, vetten, koolhydraten


Slide 15 - Tekstslide

Dunne darm
Darmsapklieren maken darmsap:
Enzymen die koolhydraten, vetten, eiwitten, DNA en RNA afbreken.


Hierna is de vertering klaar!
Dat wil zeggen: de moleculen zijn klein genoeg om opgenomen te worden.



Slide 16 - Tekstslide

Dikke darm
  • Opname van water
  • Woonplaats van darmflora
Bacteriën helpen bij de vertering, anderen maken vitamine K aan.
Tussen dunne en dikke darm: blinde darm (bacterie-opslag) met appendix (afweer)



Slide 17 - Tekstslide

Blinde darm

Slide 18 - Tekstslide

Darmflora
Goede bacterien in de dikke darm.
  • verteren onverteerbare plantaardige stoffen
  • Voorkomen vestiging van slechte bacterien

Blinde darm: ' opslag ' van je darmflora

Darmflora van moeder -> kind tijdens geboorte

Slide 19 - Tekstslide

Endeldarm en anus
  • Endeldarm is de opslag van ontlasting
  • Anus is de kringspier aan het einde van het darmkanaal, deze sluit de endeldarm af

Slide 20 - Tekstslide

Doel 6.2
Je hebt geleerd wat verteren is
Je hebt geleerd welke weg je voedsel aflegt door je verteringskanaal
Je hebt geleerd welke organen je voedsel verteren

Slide 21 - Tekstslide

BINAS 6.2
BINAS 67F1, 2, 3
BINAS 67G
BINAS 67H
BINAS 82C Spijsverteringsorganen
BINAS 82F Samenstelling spijsverteringssappen

Slide 22 - Tekstslide

Begrippen 6.2
melkgebit, volwassen gebit, mechanische verkleining, chemische afbraak, macromoleculen, polymeren, verteringsenzymen, speekselklieren, maagsapklieren, maagzuur, pepsinogeen, alvleesklier, gal, darmsapklieren, appendix, vitamine K, ontlasting

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk
In de online methode/ boek
Kies een leerweg (default B).
Vragen paragraaf 6.2


Slide 26 - Tekstslide