Hoofdstuk 1

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Welkom!

Geschiedenis

Burgers en stoommachines

Hoofdstuk 1

Paragraaf 1.1

Wat gaan we doen?

• Leerdoelen

Hoe gaan we werken dit jaar

• Leerdoelen
• Aantekeningen
• Werkvormen
• Huiswerk maken in de les
• Its'learning

Quiz in tweetallen

Hoe heet dit tijdvak?

Wat is de industriële revolutie?

In welk land begon de industriële revolutie?

Hoelang is het vliegen van Amsterdam naar Londen?

Wat zijn arbeiders?

Noem een bekende Engelse voetballer en een bekende Engelse zanger of band?

Met welke munteenheid betalen ze in Engeland?

Wie zijn de regering?

Wie is nu de minister president van Nederland?

Maak opdracht 1 t/m 4 van de oriëntatie.

Welkom!

Geschiedenis

Burgers en stoommachines

Hoofdstuk 1

Paragraaf 1.1

Wat gaan we doen?

• Leerdoelen
• filmpje
• aantekeningen
• Vissengraat
• Opdrachten

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen waarom huisnijverheid verdween toen er fabrieken kwamen.
  
• Je kunt vier oorzaken noemen van de industrialisatie in Groot-Brittannië en beschrijven wanneer deze in Nederland begon.

1.1 van handwerk naar machine

• De meeste mensen waren boer of werkten voor de boer. 
• In de winter verdienden gezinnen bij met huisnijverheid (met de hand producten maken.
• vanaf de 19e eeuw kwamen er fabrieken, dit noemen we de industrialisatie. 

1.1 Oorzaken van de industrialisatie

• Uitleg vissengraatschema
• Zelf de oorzaken in de tekst zoeken en invullen op het vissengraatschema.

Maak opdracht 2 t/m 8 van paragraaf 1.1

Neem volgende les een schaar mee.

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen waarom huisnijverheid verdween toen er fabrieken kwamen.
  
• Je kunt vier oorzaken noemen van de industrialisatie in Groot-Brittannië en beschrijven wanneer deze in Nederland begon.

Welkom!

Geschiedenis

Burgers en stoommachines

Hoofdstuk 1

Paragraaf 1.1

Wat gaan we doen?

• Leerdoelen
• aantekeningen
• filmpje
• opdracht
• blooket
• Huiswerk

Leerdoelen vorige les

• Je kunt uitleggen waarom huisnijverheid verdween toen er fabrieken kwamen.
  
• Je kunt vier oorzaken noemen van de industrialisatie in Groot-Brittannië en beschrijven wanneer deze in Nederland begon.

Leerdoel

• Je kunt uitleggen wat kapitalisme is en ten minste vier andere gevolgen noemen van de industrialisatie in de 19e eeuw.

1.1 Gevolgen van de industriële revolutie

• Wie weet wat kapitalisme is?
• Wie weet wat communisme is?
• Wie zijn ouders hebben een eigen bedrijf?
• Kapitalisme is een economisch systeem waarin bedrijven zoveel mogelijk winst willen maken.

Opdracht zeshoeken

• Eerst lezen we de tekst op blz.....
• groepjes van 2
• Je krijgt straks 2 bladen
• Knip de vakjes uit
• Op de vakjes staan oorzaken en gevolgen van de industriële revolutie.
• Leg de vakjes op volgorde.
• Begin dus eerst met de oorzaken onder elkaar en erachter welk gevolg er bij past.

1.1 gevolgen van de industriele revolutie

Lees blz...

schrijf in je eigen woorden de zeven gevolgen op van de industriële revolutie.

samen in tweetallen.

Blooket

Maak opdracht 9 t/m 12 van paragraaf 1.1

Leerdoel

• Je kunt uitleggen wat kapitalisme is en ten minste vier andere gevolgen noemen van de industrialisatie in de 19e eeuw.

Welkom!

Geschiedenis

Burgers en stoommachines

Hoofdstuk 1

Paragraaf 1.2

Wat gaan we doen?

• Leerdoelen
• Filmpje
• aantekeningen
• opdracht
• Huiswerk

Leerdoel vorige les

• Huisnijverheid
• Oorzaken Industrialisatie
• Je kunt uitleggen wat kapitalisme is en ten minste vier andere gevolgen noemen van de industrialisatie in de 19e eeuw.

Leerdoel

• Je kunt de werk- en leefomstandigheden van arbeiders beschrijven.
  
• Je kunt de werk- en leefomstandigheden van de gegoede burgerij en de middenklasse beschrijven.

1.2 Het leven van de burgerij

• De rijke burgers woonden buiten de stad en werden de gegoede burgerij genoemd.
• Hieronder stond de middenklasse. Dit waren winkeliers en docenten.
• Kinderen van deze twee klassen gingen naar school.

1.2 Het leven van arbeiders

• Samen lezen we de tekst op BLZ.....
• Maak keuze 1 of 2: 

1. maak een tekening over het leven van een arbeider.
2. beantwoord de vijf W's. Wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe.

Maak opdracht 1 t/m 7 van paragraaf 1.2

Leerdoel

• Je kunt de werk- en leefomstandigheden van arbeiders beschrijven.
  
• Je kunt de werk- en leefomstandigheden van de gegoede burgerij en de middenklasse beschrijven.
• welke drie sociale lagen zijn er?

Welkom!

Geschiedenis

Burgers en stoommachines

Hoofdstuk 1

Paragraaf 1.2

Wat gaan we doen?

• Leerdoelen
• Filmpje
• aantekeningen
• filmpje
• opdracht
• Huiswerk

Leerdoelen vorige les

• Je kunt de werk- en leefomstandigheden van arbeiders beschrijven.
  
• Je kunt de werk- en leefomstandigheden van de gegoede burgerij en de middenklasse beschrijven.
• welke drie sociale lagen zijn er?

Leerdoel

• Je kunt een belangrijk economisch idee en een belangrijk politiek idee noemen van liberalen in de 19e eeuw.

nos.nl

1.2 Liberalisme

• Wie weet wat dit is?
• Welk Engels woord zit erin wat je zou kunnen kennen?

1.2 Liberalisme

• Alleen de gegoede burgerij zat in het bestuur. Zij waren liberalen.
• Deze politieke stroming (liberalisme) is voor zoveel mogelijk vrijheid voor burgers en bewoners.
• Ook vonden liberalen dat iedereen dezelfde grondrechten zou krijgen zoals vrijheid van meningsuiting.
• Ze vonden niet dat iedereen kiesrecht zou moeten hebben.

waarom niet iedereen kiesrecht??

Korte opdracht

• Over een paar maanden verkiezingen in Amerika.
• Welke Amerikaanse politieke partij lijkt het meest op het liberalisme?
• De partij van Trump of van Harris.

1. Zoek eerst op hoe beide partijen heten 
2. welke partij lijkt het meest op het liberalisme
3. waarom lijkt deze partij er het meest op.

Blooket

Huiswerk: maak opdracht 8 t/m 11 van paragraaf 1.2

Leerdoel

• Je kunt een belangrijk economisch idee en een belangrijk politiek idee noemen van liberalen in de 19e eeuw.