De mooiste meisjes hebben nooit gevraagd
te worden opgesloten in kerkers van perzikhuid.
Ze rammelen bevallig aan hun gouden tralies
en ze zingen: “Wij hebben hier niets voor gedaan!
Goed, wij dragen sterren in het haar, onze gezichten
zijn zo mooi als nachtpauwogen, onze lippen
zacht satijn en o, natuurlijk smaken ze als water
na een week in de woestijn, maar wij hebben
nooit vooraan gestaan! Dit is een list van de natuur,
de gave is aan ons verspild, wij zijn sirenen
van de genen, zo volkomen ongewild-"
De mooiste meisjes zijn het mooist uit woede dat ze mooi zijn.
Ingmar Heytze