A3 H1 samentrekking + H2 formuleren, fouten met verwijswoorden

Programma vandaag

  • herhaling: samentrekking oefenen (H1, blz. 30 + 34)
  • formuleren: fouten met verwijsworden (blz. 68)
  • filmpje NN
  • oefenen opdracht 1 t/m 5, blz. 69
  • stof toetsweek 1



    1 / 11
    volgende
    Slide 1: Tekstslide
    NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

    In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

    time-iconLesduur is: 65 min

    Onderdelen in deze les

    Programma vandaag

    • herhaling: samentrekking oefenen (H1, blz. 30 + 34)
    • formuleren: fouten met verwijsworden (blz. 68)
    • filmpje NN
    • oefenen opdracht 1 t/m 5, blz. 69
    • stof toetsweek 1



      Slide 1 - Tekstslide

      herhaling samentrekking

      • herhaling: samentrekking oefenen (H1, blz. 30 + 34) 
      • extra oefening! 




      Pak een pen!

        Slide 2 - Tekstslide

        H2 formuleren, fouten met verwijswoorden 
        (boek blz. 68)
        • theorie blz. 68 / filmpje NN
        • Leer de regels! (blz. 64 en 68)
        • opdracht 1 t/m 5, blz. 69

        Slide 3 - Tekstslide

        Huiswerk maandag 12 oktober
        • leren blz. 30 en 34 samentrekking
        • leren blz. 64 en 68 verwijswoorden
        • maken blz. 69, opdracht 1 t/m 5
        • toetsstof, grammatica: wat begrijp je nog niet voldoende?

        Slide 4 - Tekstslide

        Een tekst is gebaseerd op de vraag/antwoordstructuur. Wat staat er in het middenstuk?
        A
        voor- en nadelen
        B
        conclusie
        C
        antwoorden
        D
        samenvatting

        Slide 5 - Quizvraag

        Een tekst is gebaseerd op de aspectenstructuur. Wat staat er in het slot?
        A
        voor- en nadelen
        B
        conclusie
        C
        antwoorden
        D
        samenvatting

        Slide 6 - Quizvraag

        Welke structuur bevat een afweging in het slot?
        A
        vraag/antwoordstructuur
        B
        aspectenstructuur
        C
        verleden/hedenstructuur
        D
        voor- en nadelenstructuur

        Slide 7 - Quizvraag

        Kort samengevat
        Zo schrijf je volgens een vaste structuur

        Bepaal het onderwerp, het tekstdoel en de hoofdgedachte.

        Kies een structuur die bij het doel van de tekst past.

        Maak een bouwplan aan de hand van de gekozen structuur.

        Noteer boven het bouwplan het onderwerp, het tekstdoel, de hoofdgedachte en de tekststructuur.

        Gebruik tijdens het schrijven structurerende woorden en zinnen als daardoor, er zijn drie oorzaken, het gevolg is, behalve voordelen heeft deze aanpak ook nadelen, een tweede bezwaar is, ik ben van mening.

        Slide 8 - Tekstslide

        korte uitleg onderzoeksopdracht
        --> zie uitlegblad


        kiezen van onderwerpen --> 
        zie onderwerpbladen


        je mag in groepjes van drie of vier leerlingen samenwerken, denk alvast na over groepjes...

        Slide 9 - Tekstslide

        Noem 3 dingen die je deze les hebt geleerd.

        Slide 10 - Open vraag

        Leerdoel
        Ken je de vaste tekststructuren?
        Verwijswoorden...




        Slide 11 - Tekstslide