Verwijsfouten
DIE/DAT
De-woorden: die
Het-woorden: dat
Het meisje ... daar loopt heeft last van haar arm
De kleren ... Mart draagt zijn mooi.
Dat/wat
Je gebruik 'wat' in de volgende situaties:
Overtreffende trap, onbepaald vnw, hele zin.
Het mooiste wat...
Het enige wat...
Alle andere gevallen: dat.
Mannelijk/vrouwelijk:
Woorden die eindigen op de volgende uitgangen zijn vrouwelijk. Dat betekent dat je moet verwijzen met 'haar':
-de, -te, -heid, -ij, -ing, -ie, -theek, -teit, -nis, -tuur, -schap.
De koningklijke familie dankt haar status aan...
Bedenk zelf een voorbeeld bij de drie genoedde fouten.
Er staan er nog een paar in de theorie. Leer ook deze verwijswoorden.