H32, H33, H34

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 2, blz. 131
  • a Beweging tijdens het leren
  • b Kinderen leren beter wanneer ze bewegen tijdens de les. Dit staat niet letterlijk in de tekst.
  • c Onderzoek naar de effecten
  • d Bijvoorbeeld:
  • Titel: Beweging in de les
  • Tussenkopjes: Leervoordelen; Uitkomsten onderzoek; Conclusie 

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 6abcd, blz. 133
  • a Je hebt potten, zakken en bakjes nodig om de boodschappen mee te kunnen nemen.
  • b Verpakkingen bieden gemak, er staat informatie op en ze behouden de kwaliteit van producten.
  • c Mensen vinden het concept goed, maar ze gedragen zich er niet naar. Ze gaan toch naar een gewone winkel voor het gemak en de goedkopere prijs.
  • d Koelemeijer geeft als tips dat winkels keus moeten bieden (een optie met verpakking en een optie zonder verpakking), en dat de locatie goed gekozen moet zijn.

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 6e en 6f, blz. 133
  • e Dorothéa Piek: Mensen vinden in theorie een verpakkingsvrije winkel erg goed, maar gaan in de praktijk toch liever voor gemak en goedkoop.
  • Kitty Koelemeijer: Ten eerste hebben verpakkingen verschillende functies. Ten tweede levert een verpakkingsvrije winkel voor de individuele consument weinig voordelen op (het kost alleen maar meer tijd en gedoe). Ten derde werkt het beter als mensen binnen de winkel zelf de keuze kunnen maken: de keuze om een product met of zonder een verpakking te kopen.
  • Judith Vos: Grote supermarkten laten psychologische marketing los op hun klanten, waar de verpakkingsvrije winkel tegenop moeten boxen. Er is dus sprake van veel concurrentie.
  • f Bijvoorbeeld: Mensen vinden gemak en een lage prijs erg belangrijk, als een winkel dat niet kan bieden, kiezen ze meestal voor een andere winkel.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 3, blz. 135
  •  a Groot-Brittannië lijkt bijzonder veel tegen dierenleed te willen doen. De nieuwe maatregel volgt als reactie op een aantal ernstige zaken, waar de rechtbank het gevoel had dat de maximumstraf eigenlijk niet genoeg was. In Nederland wordt dierenmishandeling sinds een aantal jaar ook harder aangepakt.
  • b Bijvoorbeeld: Ook is het dan mogelijk iemand het recht om een huisdier te hebben af te nemen. Zo heeft er een zaak gediend van een man die puppy’s kocht om ze systematisch te mishandelen en zelfs te doden. Minister van Milieu, Voedsel en Plattelandszaken Michael Grove vertelt: ‘We moeten ervoor zorgen dat de mensen die de schokkendste dierenmishandelingen plegen, toepasselijke zware straffen krijgen.’

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Opdracht 7, blz. 137
  • a - omdat ze geen zin in school hebben
  • - omdat ze de opleiding niks aan vinden
  • - omdat ze worstelen met psychische, sociale en/of emotionele problemen
  • b Mensen maken zich zorgen over deze jongeren, omdat ze thuis komen te zitten zonder diploma, wat ervoor kan zorgen dat ze een uitkering krijgen of erger nog: in de criminaliteit terechtkomen.
  • c Gameverslaafden vallen onder de laatste groep spijbelaars, verslaving is namelijk een psychisch probleem waar iemand professionele hulp bij nodig heeft.
  • d Jongeren kunnen soms goede redenen hebben om niet naar school te willen, maar dat kun je niet afleiden uit de cijfers over spijbelaars.
  • e Dit is belangrijk omdat er achter het verzuimgedrag diepere problemen kunnen schuilen. Door absentie aan te geven kan voorkomen worden dat iemand helemaal uitvalt.
  • f Eigen antwoord.

Slide 31 - Tekstslide

Opdracht 2, blz. 139
  •  a De tekst gaat over wind en hoe men wind meet.
  • b Belangrijke begrippen zijn: moleculen, windmeter, schaal van Beaufort en windkracht.

Slide 32 - Tekstslide

Opdracht 6abc, blz. 141
  • a De organisatie Education First (EF) beweert dat Nederlanders het best in Engels zijn, peilingonderzoeker Jelke Bethlehem bestrijdt dit.
  • b Het afwisselen van de nummer één positie tussen Zweden, Noorwegen, Denemarken en Nederland is de eerste ‘stoelendans’. De tweede ‘stoelendans’ is de afgewisselde eerste plek tussen Zeeland/Zuid-Holland en Utrecht.
  • c De test wordt via internet afgenomen. In armere landen hebben lageropgeleiden (die waarschijnlijk lager scoren) minder toegang tot online testen. Zodoende wordt hun vaardigheid niet meegenomen in de test. De uitslag is dan foutief hoger.

Slide 33 - Tekstslide

Opdracht 6def, blz. 141
  • d Daarmee wordt bedoeld dat dit onderzoek niet betrouwbaar is, omdat de onderzoekende partij niet onafhankelijk is.
  • e Ieder jaar is de groep mensen die de test invult compleet willekeurig, het kan zijn dat het ene jaar betere Engelssprekenden uit een gebied meedoen dan het andere jaar.
  • f Eigen antwoord.

Slide 34 - Tekstslide