Linda werkt als begeleider gehandicaptenzorg in de dagbesteding met mensen met een verstandelijke beperking. Een van de cliënten, Freek, is slechthorend en heeft een hoortoestel. Linda zorgt ervoor dat Freek tijdens de uitleg naast haar zit, zo kan ze de uitleg zo nu en dan tegen hem herhalen. Als iedereen daarna aan de slag gaat, ziet Linda dat Freek niets doet. Ze zegt dat hij ook zijn spullen moet pakken. Maar hij reageert niet.
Welke tips kun je Linda in deze situatie geven? Er zijn meer antwoorden goed.
A
Als je de aandacht van Freek wilt, noem dan eerst zijn naam of raak hem even aan, dan weet hij dat hij moet luisteren en je moet aankijken.
B
Ga niet naast, maar tegenover Freek zitten. Kijk hem aan als je tegen hem spreekt. Hij kan dan gemakkelijker liplezen.
C
Praat extra hard, dan versterkt het hoortoestel het geluid van je stem.
D
Spreek duidelijk met overdreven bewegingen van de mond. Dat is gemakkelijker als Freek wil liplezen.