V4 §8.4 Veranderende ecosystemen

V4 §8.4 veranderende ecosystemen
Deze lessonup over §8.4 ga je zelfstandig doorwerken en de vragen beantwoorden. Daarna ga je de methode §8.4 doornemen en opgaven maken en nakijken.



In §8.4 leer je over (primaire en secundaire) successie en pioniers- en climax stadium /ecosysteem/populatie.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

V4 §8.4 veranderende ecosystemen
Deze lessonup over §8.4 ga je zelfstandig doorwerken en de vragen beantwoorden. Daarna ga je de methode §8.4 doornemen en opgaven maken en nakijken.



In §8.4 leer je over (primaire en secundaire) successie en pioniers- en climax stadium /ecosysteem/populatie.

Slide 1 - Tekstslide

Als je een kaal stuk grond hebt, bijvoorbeeld bouwgrond, waar de bouw stil ligt, of een stuk bos waar bosbrand geweest is, dan zie je dat in de loop van de tijd (tientallen- honderden jaren) veranderen. 

In het begin zie je weinig planten(soorten) en dieren (soorten). Er is weinig beschutting en schaduw, veel zon en wind. In de winter daalt de tempertuur er sterker dan in een bos. Niet alle plantensoorten en diersoorten kunnen hier leven. Bepaalde soorten wel. Die kunnen goed tegen deze extreme abiotische factoren. Deze soorten noem je pionier soorten.

Vaak zijn dit eenjarige kruidige planten (kruidig = geen houtvorming), die in de winter doodgaan.






Slide 2 - Tekstslide

Deze pionierssoorten zorgen er in de loop van de tijd voor, dat er een humuslaag ontstaat en dat andere soorten er ook kunnen aarden. Er komen langzaam maar zeker meer soorten planten en dit zorgt ervoor, dat ook meer soorten dieren, schimmels en bacteriën kunnen leven.
Er zijn nu ook meerjarige planten en kleine struiken.

Omdat er meer begroeiing is, veranderen ook de abiotische factoren. De grond droogt minder snel uit. De temperatuur daalt niet meer zo sterk in de winter, er is meer schaduw.

Dit zorgt ervoor, dat er na verloop van tijd nog meer soorten kunnen leven in dit gebied, ook bomen. Uiteindelijk is er een climax stadium, met climax soorten. De is sprake van een grote biodiversiteit.


Slide 3 - Tekstslide

Dit hele proces van verandering van pionier ecosysteem naar climax ecosysteem noem je
successie.

Slide 4 - Tekstslide

We kennen primaire en secundaire successie. Primair is bijvoorbeeld na natuurramp zoals aardverschuiving. Secundair is na bijvoorbeeld een bosbrand. Er is in dit tweede geval al een humuslaag en successie zal dan sneller gaan.

Slide 5 - Tekstslide

Pionier plantensoorten zijn lage planten, die vaak doodgaan in de winter.

Climaxsoorten zijn meerjarige planten, struiken en bomen.

Als we naar de biomassa kijken gedurende successie, dan zien we deze grafiek.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

In de vorige dia zie je verschil in gelaagdheid.
Wat wordt daarmee bedoeld?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Link

Het climax stadium in Nederland is loofbos.  Daar komt ook de naam Holland vandaan. Holland komt van holtland wat houtland betekent.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Vragen?

Dan direct contact opnemen met je docent.
Geen vragen, dan aan de slag met methode §8.4 bestuderen, maken en nakijken

Slide 12 - Tekstslide