2mhd - 17-06-2024 herhaling Schrijven en Formuleren

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Welkom bij Nederlands!

Todo:

• liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?
  

Op tafel heb je liggen:

• lesboek
  
• schrift
• pen
• laptop (dicht!)

Wat gaan we deze les doen

• Huiswerk bespreken 
  
• Herhalen

Na deze lessen kun je

• je taalgebruik, de toon en de lay-out van je tekst aanpassen aan het publiek.

Doel

Bespreken huiswerk

H6 F (v.a. blz. 148): opdrachten 1 en 2

Zoek de persoonsvorm(en) (pv) in de zin en het voegwoord.

Ik trek een dikke jas aan, zodat ik het niet koud krijg.

Zoek de persoonsvorm(en) (pv) in de zin en het voegwoord.

Doordat het gestormd had, was de weg bezaaid met takken.

Zoek de persoonsvorm(en) (pv) in de zin en het voegwoord.

Luizen kunnen gemakkelijk overlopen, terwijl scholieren samen een selfie maken.

Zoek de persoonsvorm(en) (pv) in de zin en het voegwoord.

Het RIVM wil het liefst luizencontrole invoeren op middelbare scholen.

Maak van de enkelvoudige zinnen samengestelde zinnen.
- Mijn zus zit op streetdance. Ik zit op pianoles. (en)
- Jordy traint veel. Hij wordt steeds gespierder. (zodat)
- Ons elftal won. Wij begonnen allemaal te juichen. (toen)

Stellende trap	Vergrotende trap	Overtreffende trap
mooi
	beter
		duurst
veel

Kies het juiste verwijswoord.
Ken jij Patricks zusje? Dat/die komt volgend jaar ook bij ons op school.

1. Dat
2. Die

Kies het juiste verwijswoord.
We kunnen ons sportveld nu niet gebruiken, omdat dat/die te drassig is.

1. dat
2. die

Kies het juiste verwijswoord.
Tom heeft alle Harry Potter-films gezien, behalve deze/dit ene.

1. deze
2. dit

Kies het juiste woord.
Rawiens broer is ongeveer drie jaar ouder ..... hij.

1. als
2. dan

Kies het juiste woord.
Salmans kamer is precies even groot ... die van zijn broer.

1. als
2. dan

Kies het juiste woord.
Chris kan veel beter tegen de hitte ......

1. als ik
2. als mij
3. dan ik
4. dan mij

Kies het juiste woord.
Zijn jouw broers net zo lang ....

1. als jij
2. als jou
3. dan jij
4. dan jou

Waaraan moet een goed recept voldoen?
Noem 4 kenmerken.

Schrijf de stappen op om je tas in te pakken voor school.

Wat:

Maken: 

Oefenopgave die je van mij hebt ontvangen. 

Hoe:

Schrijf op het schrijfpapier dat je van mij hebt ontvangen. 

Je mag samenwerken met je buurman/buurvrouw als je naast iemand zit. Anders werk je alleen.

Klaar?

Schrijf een zakelijke e-mail.

Je wilt een bijbaantje bij de 

supermarkt op de broodafdeling.

Geef ook aan wanneer je beschikbaar bent. 

Hulp nodig?

Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 

Vraag het de docent als

je het echt niet meer weet.

geel: fluisterniveau 

Overleg met diegene naast je

groen:  fluisterniveau 

Overleg met diegene naast je of vraag het

de docent  

Aan het werk!

Na deze lessen ben je klaar voor de toets.

Doel

Huiswerk

Toets

Donderdag 20 juni 

- theorie

vrijdag 21 juni:

- schrijven => zakelijke mail.