der en ein groep les 2 periode 2

Du hast 3 Minuten für:


Je hebt 3 min om: 

  • Jacke aus

  • Handy in die Tasche 
  • Laptop geschlossen auf dem Tisch
  • Buch/ Heft/ Stift auf dem Tisch
timer
3:00
  • Als de timer is gestopt zie ik iedereen in stilte bezig met de opdracht die op het bord staat.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Du hast 3 Minuten für:


Je hebt 3 min om: 

  • Jacke aus

  • Handy in die Tasche 
  • Laptop geschlossen auf dem Tisch
  • Buch/ Heft/ Stift auf dem Tisch
timer
3:00
  • Als de timer is gestopt zie ik iedereen in stilte bezig met de opdracht die op het bord staat.

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Leerdoel:

* je kent de zinsontleding (het gezegde, het onderwerp, het lijdendvoorwerp)
* je kent de eerste en de vierde naamval van de der-groep

Slide 2 - Tekstslide

In de les 
Schritt 25 A2 zinsontledeing, het onderwerp,, het lijdend voorwerp (1e en 4de nv, EIN-GRUPPE)
Schritt 26
Aufgabe 1, Aufgabe 2, Aufgabe 3, Aufgabe 4


Slide 3 - Tekstslide

Schritt 24/25 
Grammatik

der en ? groep

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel
Ik ken de vormen van de der- en ein- groep in de 1e en 4e naamval 

Ik weet hoe ik de 1e en 4e naamval moet vinden in de zin

Slide 5 - Tekstslide

Zinsontleding: 
Wie war das nochmal?


De berggids heeft de toeristen de Zugspitze laten zien.

Slide 6 - Tekstslide

Zinsontleding: 
Wie war das nochmal?


De berggids heeft de toeristen de Zugspitze laten zien.

1. Zoek het gezegde

Slide 7 - Tekstslide

Zinsontleding: 
Wie war das nochmal?


De berggids heeft de toeristen de Zugspitze laten zien.

2. Zoek het onderwerp
Wie/wat? + gezegde?

Slide 8 - Tekstslide

Zinsontleding: 
Wie war das nochmal?


De berggids heeft de toeristen de Zugspitze laten zien.

3. Zoek het lijdend voorwerp
Wie/wat + gezegde + onderwerp?

Slide 9 - Tekstslide

sehr. 
onderwerp 
gezegde
lijdend voorwerp
Meine Schwester
mag
diese Katze

Slide 10 - Sleepvraag

Seite 59, Aufgabe 2b
 Lees de zinnen en kleur het onderwerp groen, het gezegde           blauw en het lijdend voorwerp rood.


timer
4:00

Slide 11 - Tekstslide

der-groep
der, die, das 
dies-
jen- 
jed-, 
manch-,
solch-,
welch-, 
all

Slide 12 - Tekstslide

ein-groep
onbepaalde lidwoord ein(e) 
+
bezittelijke voornaamwoorden 
+
kein = geen

Slide 13 - Tekstslide

ein-groep
onbepaalde lidwoord ein(e) 
+
mein-, dein-, sein-, ihr-, unser-, euer-, ihr-, Ihr- 
+
kein = geen

Slide 14 - Tekstslide

ein-groep
ein(e),
mein-,
dein-,
sein-,
ihr-,
unser-,
euer-,
ihr-,
Ihr-,
kein

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

 Schritt 25 Aufgabe 2C

Lees de zinnen, kleur in elke zin het onderwerp groen en het lijdend voorwerp rood en vul de juiste uitgangen van de ein-groep of '-' in. 
timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

Aufgabe 6
Lees de tekst over een heel klein huis. Bepaal het onderwerp en lijdend voorwerp in elke zin en vul de juiste uitgangen of '-' in.
timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Ik ben goed voorbereid voor de toets
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Auf Wiedersehen!

Slide 20 - Tekstslide