1e naamval = onderwerp van de zin (zinsdeel vervangen door HIJ)
4e naamval = lijdend voorwerp van de zin (zinsdeel vervangen door HEM)
Ich habe meinen Großvater im Krankenhaus besucht.
Welk zinsdeel kan je door HIJ vervangen en is dus onderwerp (1e naamval)?
Welk zinsdeel kan je door HEM vervangen en is dus lijdend voorwerp (4e naamval)?