Herhaling trede 7

Le programme
1. Le but du jour
2. Herhaling manger
3. Herhaling vraagzinnen
4. Herhaling ontkenning
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Le programme
1. Le but du jour
2. Herhaling manger
3. Herhaling vraagzinnen
4. Herhaling ontkenning

Slide 1 - Tekstslide

Le but du jour
Aan het einde van de les heb ik de belangrijkste stof van trede 7 goed herhaald.

Slide 2 - Tekstslide

'manger' is een?
A
Onregelmatig werkwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Regelmatig werkwoord

Slide 3 - Quizvraag

Hoe vind je de stam van een regelmatig werkwoord op -er?

Slide 4 - Open vraag

Manger
Ik eet
Je mange
Jij eet
Tu manges
Hij/zij/men eet
Il/elle/on mange
Wij eten
Nous mangeons (let op de extra 'e' !
Jullie / u eten
Vous mangez
Zij eten
Ils/elles mangent

Slide 5 - Tekstslide

Vertaal; Hij eet een appel (une pomme)

Slide 6 - Open vraag

Vertaal; ik eet een pizza (une pizza)

Slide 7 - Open vraag

Beheers jij het werkwoord manger al?
Oui! Ik snap het helemaal
Ik snap wat ik moet doen maar ik moet de uitgangen nog oefenen
Ik denk dat ik er wel uitkom als ik de stof nog een keer goed doorneem
Ik snap er helemaal niets van! HELP

Slide 8 - Poll

Vraagzinnen

Slide 9 - Tekstslide

Op welke 3 manieren kun je in het Frans een zin vragend maken?

Slide 10 - Woordweb

Zinnen vragend maken

1. Vraagteken achter de zin (+ uitspraak)
2. Est-ce que/est-ce qu' + zin + ?
3. Persoonsvorm en onderwerp omdraaien + zin + ?

Slide 11 - Tekstslide

Maak de volgende zin vragend op manier 1 (zin + ?)
Je suis allemand

Slide 12 - Open vraag

Maak de volgende zin vragend op manier 1 (zin + ?)
Ils aiment le yaourt

Slide 13 - Open vraag

Maak de volgende zin vragend op manier 2 ( Est-ce que/est-ce qu' + zin + ?)
Tu adores la Chine?

Slide 14 - Open vraag

De ontkenning

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Le hamburger 

Slide 17 - Tekstslide

ik ga niet naar school

je ne vais pas à l'école

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide


Maak de zin ontkennend:
Nous parlons français.

Slide 20 - Open vraag


Maak de zin ontkennend:
Il a 13 ans.

Slide 21 - Open vraag