Luisterstrategieën Spaans

Welke kijk- en luisterstrategieën pas je al toe om te begrijpen waar een fragment in het Spaans over gaat?
1 / 21
volgende
Slide 1: Open vraag
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Welke kijk- en luisterstrategieën pas je al toe om te begrijpen waar een fragment in het Spaans over gaat?

Slide 1 - Open vraag

In welke mate zet je de volgende strategie in?
Voorkennis activeren
(Wat weet ik al over het thema? Woordenschat?)
0100

Slide 2 - Poll

POLL
Necesitas tu móvil. 

Slide 3 - Tekstslide

In welke mate zet je de volgende strategie in?
Contextinformatie
(Achtergrondgeluiden?)
0100

Slide 4 - Poll

In welke mate zet je de volgende strategie in?
Non-verbale informatie
(Lichaamstaal? Gebaren? Visuele informatie?)
0100

Slide 5 - Poll

In welke mate zet je de volgende strategie in?
Betekenis onbekende woorden uit de context leren opmaken
0100

Slide 6 - Poll

In welke mate zet je de volgende strategie in?
Redundantie
(herhaalde elementen herkennen)
0100

Slide 7 - Poll

In welke mate zet je de volgende strategie in?
Tekstsoort bepalen
(Interview? Monoloog? Programma? Liedje?...)
0100

Slide 8 - Poll

Voorkennis activeren
Waar gaat dit programma over?
Welke inhoud zou je kunnen voorspellen?

Slide 9 - Tekstslide

Tekstsoort bepalen
Functioneel? (weerbericht, voicemail, enz.)
Informatief? (radio- of tv-programma)
Interview?
Monoloog?
Liedje? Videoclip?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Contextinformatie
Achtergrondgeluiden?
Waar zijn we?
Aantal sprekers?
Wie is hier aan het woord?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Non-verbale informatie
Positieve of negatieve lichaamstaal?
Positieve of negatieve gebaren? 
Humeur?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Als je in Nederland woont,
A
moet je gewoon aanvaarden dat het vaak regent.
B
word je als Spanjaard heel ongelukkig door de regen.
C
heb je een goede regenjas nodig.

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Hij vergelijkt Utrecht met de Spaanse stad Salamanca omdat
A
er veel Spanjaarden wonen.
B
het ook een universiteitsstad is met veel studenten.
C
het even toeristisch is.

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video

Redundantie
centro, centro
Holanda, Holanda
el tiempo, la lluvia, llueve, lloviendo
la gente, ellos, ellos
destruyó, romper
la torre, subir, la subida, 450 escalones, condición física
la universidad, estudiantes, Erasmus, diversidad cultural




Slide 20 - Tekstslide

CITO-toets 2
Open Woots (NIET met Safari) 
Maak de opdracht
Gebruik strategieën
Score bekijken
Te ontwikkelen strategie bepalen via reflectie Google Form
Zelfstandig luisteren

Slide 21 - Tekstslide