In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
week 6 C3, B2 en C4
Verandering en continuiteit
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
continuïteit en verandering bespreken a.d.h.v. monniken en ridders
en a.d.h.v. de opkomst van steden en staten
zelf aan de slag met opdrachten
Slide 2 - Tekstslide
Doel
verschil continuïteit en verandering kunnen begrijpen
verschillende soorten veranderingen kunnen herkennen en omschrijven
Slide 3 - Tekstslide
Monniken en ridders (C3)
Kerstening
verspreiding Islam
hofstelsel en horigheid
feodale stelsel
Slide 4 - Tekstslide
Kerstening
verspreiding van het Christendom na de val van het Romeinse Rijk
monniken nemen deze taak op zich door als missionarissen rond te trekken
geestelijkheid als stand ontstaat
Slide 5 - Tekstslide
Bonifatius en de heilige eik
Slide 6 - Tekstslide
Karel de Grote
in 800 tot keizer gekroond
heerser over groot deel van West-Europa
deelde zijn rijk op in leengebieden
Feodale stelsel ontstaan met leenheer en leenman
Slide 7 - Tekstslide
Feodale stelsel
bestuurlijk stelsel
ln ruil voor manschappen geeft de leenheer gebied uit handen aan de leenman
Leenman zweert trouw aan de leenheer
adel
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Hofstelsel en horigheid
Economisch systeem
landbouwsamenleving ontstaan door Germanen
gebieden waren autarkisch -> zelfvoorzienend
boeren gebonden aan de grond -> horigen
Slide 11 - Tekstslide
Hofstelsel en horigheid
horigen kregen bescherming
horigen hoefden niet te vechten
moesten in ruil daarvoor herendiensten verrichten
vrije boeren wel in het leger als ze werden opgeroepen
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
opkomst Islam
gesticht door Mohammed in 610 op het Arabisch schiereiland
monotheïstisch, Christenen hadden de boodschap verkeerd begrepen
gebaseerd op joods-christelijke tradities
verspreiding door Jihad
Slide 16 - Tekstslide
Islam
groot Islamitisch-Arabisch rijk ontstaat door:
1. geen scheiding tussen staat en geloof
2. tolerantie
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Continuïteit (B2)
Continuïteit => veel blijft hetzelfde in bepaalde periodes
Voorbeelden:
- invloed van het Christendom in Westelijke wereld
- monotheïstische godsdiensten
- de manier van leiding geven aan een land
Slide 20 - Tekstslide
Verandering
Verandering => evolutie of revolutie
voorbeelden:
- langzame maatschappelijke veranderingen -> adel lang de macht
- snelle veranderingen -> van de ene dag op de andere
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Verandering
Verschil in diepgaande en oppervlakkige veranderingen
Diepgaand: totaal andere maatschappij
oppervlakkig: voor maar een kleine beperkte groep
blijvend of maar kortstondig
Slide 23 - Tekstslide
Groen= Continuiteit Rood = Verandering
Slide 24 - Tekstslide
Politiek-bestuurlijk
Economische
Sociaal
Culturele
Continuïteit en verandering kunnen ook plaatsvinden op deze vier gebieden.
Slide 25 - Tekstslide
punt 1
Een verandering kan groot zijn, maar hij is nooit totaal. Er zijn altijd voorbeelden van continuïteit.
Slide 26 - Tekstslide
punt 2
chronologie van gebeurtenissen is een basisvorm van ordenen.
tijdsperioden geven mensen aan hoe ze continuïteit en verandering interpreteren.
Voorbeeld: de overgang van vroegmoderne tijd naar moderne tijd.
Slide 27 - Tekstslide
punt 3
Verandering is een ingewikkeld proces dat soms snel en soms langzaam gaat.
met een keerpunt geven mensen achteraf aan dat ze vinden dat de richting, de omvang of de snelheid van een historisch proces beslissend is veranderd.
Slide 28 - Tekstslide
punt 4
Aan verandering of continuïteit geven mensen vaak een waardeoordeel
voorbeeld: vooruitgang, bloei en verval.
Daarover kan altijd discussie blijven bestaan.
Slide 29 - Tekstslide
punt 5
Ook de begrippen zijn aan verandering onderhevig.
Soms blijven begrippen wel hetzelfde, maar verandert de betekenis ervan. Voorbeeld 'democratie'
slaven = tot slaafgemaakten
gouden eeuw = 17e eeuw
Slide 30 - Tekstslide
Quiz
oefenvragen en oude examenopgaven bij het onderwerp continuïteit en verandering.
Slide 31 - Tekstslide
Continuïteit of verandering: De Azteekse cultuur werd vernietigd en vervangen door de Spaanse
A
Continuïteit
B
Verandering
C
Beide
Slide 32 - Quizvraag
Bij welke van onderstaande gebeurtenissen is er sprake van continuïteit?
A
Spanjaarden veroveren gebieden in Amerika
B
Indianen en zwarte slaven worden Katholiek
C
Indianen sterven aan de mazelen
D
Indianen geloven in natuurgodsdiensten
Slide 33 - Quizvraag
Wat is waar over continuïteit?
A
Continuïteit vindt alleen plaats als er verandering is
B
Continuïteit kan snel of langzaam plaatsvinden.
C
Bij continuïteit blijft alles hetzelfde.
D
Continuïteit gaat over iets dat hetzelfde blijft.
Slide 34 - Quizvraag
Bron: 'De kerstboom heeft helemaal niets te maken met de geboorte van Christus. Maar waar komt die traditie dan vandaan? Het is een feit dat de verering van bomen al heel lang bestaat. Onze kerstboom is een voortvloeisel van de Germaanse levensboom. In elk dorp stond wel zo'n boom die bescherming bood tegen rampen. Ook het versieren van bomen met kransen en ballen bestond al heel lang. Volgens oud volksgeloof wenden blinkende voorwerpen onheil af'.
Bovenstaande bron gaat over....
A
continuïteit (blijft hetzelfde)
B
geen van de genoemde antwoorden is juist.
C
langzame verandering.
D
snelle verandering.
Slide 35 - Quizvraag
De koning kreeg minder macht maar hoefde niet af treden.
A
Verandering
B
Continuïteit
Slide 36 - Quizvraag
Continuïteit betekent in de geschiedenis
A
Er verandert iets binnen een hele lange periode
B
Er verandert niets binnen een lange periode
C
Er verandert iets binnen een hele korte periode
D
Er verandert niets binnen een hele korte periode.
Slide 37 - Quizvraag
De adel moest voortaan belasting betalen.
A
Verandering
B
Continuïteit
Slide 38 - Quizvraag
In de 16e eeuw braken hervormers zoals Luther en Calvijn met de paus en stichtten eigen protestantse kerken.
A
Continuïteit
B
verandering
Slide 39 - Quizvraag
De slavernij bleef bestaan.
A
Verandering
B
Continuïteit
Slide 40 - Quizvraag
(4p) Leg aan de hand van de begrippen Memento Mori (= gedenk te sterven), en Carpe Diem (= pluk de dag) uit hoe het mensbeeld in de zestiende eeuw veranderde ten opzichte van het denken in de Middeleeuwen en geef daarnaast aan welke continuïteit er op religieus niveau bleef bestaan met dit veranderende mensbeeld.
Slide 41 - Open vraag
Is de bouw van de Berlijnse Muur een verandering of continuïteit?
Slide 42 - Open vraag
In de loop van de achttiende eeuw ging het handelskapitalisme over in het industrieel kapitalisme. Leg uit wat het verschil is tussen beiden en dat er bij de overgang van het handelskapitalisme naar het industrieel kapitalisme zowel sprake was van continuïteit als verandering.
Slide 43 - Open vraag
Gebruik de tabel. In de buitenlandse handel van de Republiek is naast verandering ook continuïteit te zien. Leg uit welke continuïteit zichtbaar is
Slide 44 - Open vraag
Leg uit hoe Nederland in de negentiende eeuw in Nederlands-Indië vormgaf aan het modern imperialisme. Noem daarbij twee veranderingen en een voorbeeld van continuïteit ten opzichte van het Nederlandse kolonialisme in de VOC-tijd.
Slide 45 - Open vraag
Vergelijk de buitenlandse politiek van Brandt met die van Adenauer. Geef twee voorbeelden van continuïteit en twee voorbeelden van verandering.
Slide 46 - Open vraag
Zelf aan de slag
lezen bladzijde 28 t/m 31 van je tekstboek
maken opdrachten B2: opdrachten 12, 13, 14 op blz. 22 en 23