Hst 1 Een nieuwe tijd.

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Hst 1: Een nieuwe tijd begint

LessonUp opdrachten 

PARAGRAAF 1

A. Waarom heet het hst. Een Nieuwe Tijd begint? Leg uit.
B. Leg het begrip renaissance uit.
C. Wat maakt deze periode anders? Bijzonder? Geef 3 voorbeelden.

Bron 1: de Laocoongroep.
Dit beeld is gemaakt in 40 voor Chr. en werd gevonden in 1506
in een wijngaard bij Rome.
A: Zoek op wat dit beeld moet voorstellen.
B: Leg uit waarom dit beeld goed past bij de Nieuwe Tijd.

1. Hoort dit schilderij bij de middeleeuwen of de renaissance?
2. Schrijf nu twee kenmerken op waarom je dat denkt.
3. Het gebouw links is het stadhuis dus van de burgerlijke macht
Welke andere partij(en) hebben in deze periode ook veel macht?

A. Welk denkbeeld van de renaissance (zie
samenvatting) past goed bij deze afbeelding?
B. Leg nu je antwoord zo uit. Ik denk dat het goed
past bij..................omdat.............dat zie je aan................

Hst 1: Een nieuwe tijd begint

LessonUp opdrachten 

PARAGRAAF 2

A. Wat zien we hier? (Lees blz 14 van je tekstboek).
B. Wat herken je allemaal op deze afbeelding?
C. Welk volk maakte hier gebruik van?

Christoffel Columbus voer naar het westen en kwam uit in Amerika. - Leg uit of dit ook de bedoeling van Columbus was

A. Komt deze landkaart uit (1) 1488 of uit (2) 1500?
B. Leg uit waarom je voor 1 of 2 hebt gekozen.

De schrijver van de bron geeft een aantal redenen voor de
Spanjaarden aan om op ontdekkingsreis te gaan. Welke zijn dat?
Geef op de volgende manier antwoord:
- Ik lees in de bron dat…..... dat betekent / toont aan dat…......

Zij geven ook een reden aan die zij als een soort gunst voor de
ontdekte volkeren zien. Welke is dat?
Geef op de volgende manier antwoord:
- Ik lees in de bron dat….....dat betekent / toont aan dat…........

A. Wat was een direct gevolg van de ontdekking van Amerika door Columbus in 1492?
B. Wat was een indirect gevolg van deze ontdekking?

A. Wat zien we hier? (Lees blz 14 van je tekstboek).
B. Wat herken je allemaal op deze afbeelding?
C. Welk volk maakte hier gebruik van?

A. Wat stelt deze kaart voor?
B. Welk jaartal hoort daarbij?
C. Noem twee directe gevolgen van deze reis.
D. Noem twee indirecte gevolgen van deze reis.

Hst 1: Een nieuwe tijd begint

LessonUp opdrachten 

PARAGRAAF 3

Welke symbolen van macht zie je?

Waarom is hij afgebeeld met een weids
heuvellandschap op de achtergrond?

Hst 1: Een nieuwe tijd begint

LessonUp opdrachten 

PARAGRAAF 4

We zien hier een afbeelding van een bijbel uit de middeleeuwen. Welke oorzaak van de hervorming
heeft met deze bron te maken?

A: Beschrijf in detail op wat je ziet bij bron 1.
B: Wat is de betekenis / inhoud van bron 1?
C: Welk begrip hoort er bij bron 1?

Welke misstanden ziet
Erasmus in de kerk?

Lees de bron, deze bron is geschreven door Erasmus. Zou Luther het eens zijn met de mening van Erasmus? Leg je antwoord uit met een voorbeeld uit de bron.

Leg met gegevens uit de bron uit dat Erasmus goed past bij De Nieuwe Tijd.

Erasmus en Luther hadden beiden kritiek op de katholieke kerk. Wat is het verschil tussen Erasmus en Luther?
Google: verschil Luther en Erasmus 1e link openen.

Waar protesteert Luther tegen?

Waar protesteert Luther tegen?

Waar protesteert Luther tegen?

Welke twee verschillen zijn er tussen Luther en Calvijn? Blz. 23 tekstboek

1. De kritiek van Erasmus is?
2. Luther ging verder dan Erasmus omdat?
3. Wat is een ketter?
4. Wat was een gevolg van de splitsing tussen protestant en katholiek?

5. De vier overeenkomsten tussen Luther en Calvijn zijn?
6. De verschillen (Hemel of Hel) zijn?
7. Verschillen (politiek) zijn?

1. Welk begrip past er goed bij deze bron?
2. Verzin zelf een onderwerp wat hier
besproken kan worden. Denk aan de
onderwerpen van par. 4

1. Welk begrip past er goed bij deze bron?
2. Leg uit waarom deze kerk zo versiert is?
Wat was hiervan de bedoeling?

1 Bekijk de bron goed.
1. Wat gebeurd er op deze bron?
3. Welke begrip past er goed bij deze bron?
3. Leg uit waarom deze bron niet in 1516 gemaakt kan zijn.

1. Welke persoon zien we hier?
2. Welk historisch moment zien we hier?
3. In welk jaar was dat?
4. Wat was een gevolg van dit moment?

Schrijf nu 8 woorden op
die te maken hebben met de
reformatie.

1. Bekijk de bron goed.
2. Op deze bron zie we Luther en Karel V. In welk jaar moest Luther bij Karel V komen?
3. Waarom moest Luther bij Karel V komen?
4. Hoe noemen we de reactie van de katholieke kerk op de protestanten?
5. Noem twee maatregelen.

Wie zien we hier?