3.8 Spelling

3.8 spelling
Weektaak HM:
Opdracht 1 t/m 16
12 en 7 niet
Af op 24 mei
Weektaak MK:
Opdracht 1 t/m 14
6 en 10 niet

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.8 spelling
Weektaak HM:
Opdracht 1 t/m 16
12 en 7 niet
Af op 24 mei
Weektaak MK:
Opdracht 1 t/m 14
6 en 10 niet

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 1
Klaar? verder met opdracht 5
Na 10 minuten kijken we het gezamenlijk na.
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen MK:

- Je kan de verleden tijd van sterke werkwoorden spellen.
- Je kan het meervoud van zelfstandig naamwoorden schrijven.
- Je kan tien dicteewoorden foutloos schrijven.

Leerdoelen MH:

- Je kan de verleden tijd van zwakke werkwoorden spellen.
- Je kan het meervoud van zelfstandig naamwoorden schrijven.
- Je kan twintig dicteewoorden foutloos schrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Persoonsvorm in Verleden tijd
Sterke werkwoorden - zwakke werkwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Wat is GEEN zwak werkwoord?
A
voelen
B
praten
C
horen
D
ruiken

Slide 5 - Quizvraag

Sterke werkwoorden
Twijfel je of het eindigt op -d of -t? Maak het woord langer; dan hoor je het.

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn zwakke werkwoorden?
Zwakke werkwoorden behouden hun klank in verleden tijd. Zij krijgen -te(n) of -de(n) erachter.


Tegenwoordige tijd
Verleden tijd
Voltooid deelwoord
dansen
danste
gedanst
huilen
huilde
gehuild
praten
praatte
gepraat
bellen
belde
gebeld

Slide 7 - Tekstslide

t ex kofschip

Slide 8 - Tekstslide

Oefenen - HM
Tegenwoordige tijd
Stam
Laatste letter van de stam
Verleden tijd = ik-vorm + de(n) of -te(n)
Leren
Ler
R
leerde
Koken
Maken
Verhuizen
Huppelen

Slide 9 - Tekstslide

Weektaak
Werk in stilte aan de weektaak. Heb je een vraag? Sla de opdracht dan even over.
timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Weektaak
Werk aan de weektaak. Je mag zacht overleggen.
Loop je op schema? Dan heb je vandaag t/m opdracht 5 (KM)/ 6 (HM) gemaakt.

Slide 11 - Tekstslide

3.8 spelling
Weektaak HM:
Opdracht 1 t/m 16
12 en 7 niet

Weektaak MK:
Opdracht 1 t/m 14
6 en 10 niet

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen MK:

- Je kan de verleden tijd van sterke werkwoorden spellen.
- Je kan het meervoud van zelfstandig naamwoorden schrijven.
- Je kan tien dicteewoorden foutloos schrijven.

Leerdoelen MH:

- Je kan de verleden tijd van zwakke werkwoorden spellen.
- Je kan het meervoud van zelfstandig naamwoorden schrijven.
- Je kan twintig dicteewoorden foutloos schrijven.

Slide 13 - Tekstslide

Zelf doen
  • Schrijf op wat je in de meivakantie hebt gedaan.  (10 minuten, minstens 5 zinnen.)
  • Wissel het verhaaltje uit met een klasgenoot.
  • Onderstreep de werkwoorden en zet erbij of het een zwak werkwoord (Z) of sterk werkwoord (S) is. (10 minuten)
  • Lever het in bij de docent.
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen MK:

- Je kan de verleden tijd van sterke werkwoorden spellen.
- Je kan het meervoud van zelfstandig naamwoorden schrijven.
- Je kan tien dicteewoorden foutloos schrijven.

Leerdoelen MH:

- Je kan de verleden tijd van zwakke werkwoorden spellen.
- Je kan het meervoud van zelfstandig naamwoorden schrijven.
- Je kan twintig dicteewoorden foutloos schrijven.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Weektaak
Werk in stilte aan de weektaak. Heb je een vraag? Sla de opdracht dan even over.
timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

Weektaak
Werk aan de weektaak. Je mag zacht overleggen.
Loop je op schema? Dan heb je vandaag t/m opdracht 11 (MK)/ 13 (HM) gemaakt.

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen MK:

- Je kan de verleden tijd van sterke werkwoorden spellen.
- Je kan het meervoud van zelfstandig naamwoorden schrijven.
- Je kan tien dicteewoorden foutloos schrijven.

Leerdoelen MH:

- Je kan de verleden tijd van zwakke werkwoorden spellen.
- Je kan het meervoud van zelfstandig naamwoorden schrijven.
- Je kan twintig dicteewoorden foutloos schrijven.

Slide 19 - Tekstslide

Extra meervoud oefenen

Slide 20 - Tekstslide

Afmaken weektaak
Einde van de les kijken we de totaalopdracht na.

Slide 21 - Tekstslide

Nakijken totaalopdracht

Slide 22 - Tekstslide

Dicteewoorden met ei / ij
Opdracht 12 t/m 13

Slide 23 - Tekstslide